In fraude-onderzoeken komen wij vaak dezelfde motieven, dezelfde werkwijzen en dezelfde redenen tegen waarom zaken niet (eerder) aan het licht komen. Een inkijkje in de wereld van de fraudeur.
Natuurlijk is elk recherche-onderzoek weer anders. Organisaties verschillen, mensen verschillen. Maar regelmatig zien wij toch gelijkenissen aangaande de modus operandi bij onderzoeken naar fraude en andere onregelmatigheden. En dat levert natuurlijk informatie op waar je als organisatie iets mee kunt.
De fraudeur
Allereerst zijn daar de motieven. Vanuit de fraudedriehoek weten we dat interne druk (bonusstructuren, prestatiedruk) en externe druk (financiële problemen, verslavingen, boven stand leven) vaak de basis vormen van iemands beweegredenen om ‘in de fout te gaan’. We hebben regelmatig medewerkers aan tafel die kleine of grote financiële problemen hebben, onder druk van de organisatie creatief zijn geworden in het behalen van doelstellingen, of gewoonweg mee willen doen met de rest als het gaat om hun uitgavenpatroon. Andere drijfveren spelen ook een rol: hang naar status, het feit ‘dat het kan’, of men rolt er langzamerhand in (klein beginnen, groot eindigen).
Gelegenheid
Het tweede aspect van de fraudedriehoek – gelegenheid – is ook interessant. Onvoldoende controle en toezicht in de organisatie wordt vaak ingegeven door onderbezetting of focus van de organisatieleiding op die afdelingen of projecten waar het rendement ondermaats is. Uiteraard is het ontbreken van een structureel ontbrekend vier-ogen-princicpe en/of functiescheiding een terugkerende factor.
Rechtvaardiging
Dan misschien wel het meest interessante onderdeel van de belevingswereld van de fraudeur, de rechtvaardiging of rationalisering. Fraudeurs zien allerlei reden om ‘goed te praten’ wat ze doen. Uitblijven van een in hun ogen hoognodige salarisverhoging, een directeur die het ook niet zo nauw neemt met de regels, of het feit dat ‘iedereen het doet’.
Voorkomen
Met onze ervaringen en de parallellen in recherche-onderzoeken gaan wij na elk onderzoek terug aan tafel bij onze opdrachtgevers. Dan kijken we samen hoe we er voor kunnen zorgen dat toekomstige fraudegevallen zo veel mogelijk uitblijven. En dat kan. Door integriteit- en frauderisico’s in kaart te brengen, ze terug te dringen en het bewustzijn en de integriteitscultuur binnen de organisatie te versterken, wordt de kans op herhaling aanzienlijk kleiner. Helemaal voorkomen kun je het natuurlijk nooit, maar in de wetenschap dat je er veel aan hebt gedaan, is het – volgens onze opdrachtgevers – toch een stuk prettiger ondernemen.
Marcel Boekhorst, algemeen directeur Signum Interfocus