Ieder jaar. Het is een bijzondere gewoonte, zegt men. Ieder jaar vliegen we naar Kuala Lumpur en altijd maar weer met de MH17. Sinds we er hebben gewoond kunnen we niet wegblijven uit dat land. Je kent ze wel: het weer, de cultuur, de vriendelijkheid, het eten. En ja, er zijn nog veel meer redenen om niet weg te blijven.
Ik houd van dat land.
En zo stap je in, zonder verder na te denken. Tuurlijk blijft vliegen altijd spannend. Hoe krijgen ze zo'n gevaarte in vredesnaam de lucht in? Beetje die gedachten. De laatste jaren had ik wel steeds een vreemd gevoel als we de Afghaanse grens bereikten. Je vliegt er dwars over heen. Het schermpje in de stoel voor je verhult niets. Daar beneden op de grond sterven mensen. Schieten ze elkaar overhoop, met religie als splijtzwam. Je vliegt erover, onderweg naar een tropisch eiland in de Zuid-Chinese zee. Ze doen maar.
En zo stap je iedere keer in en denk je niet na over veiligheid. Dat zal goed zijn geregeld. Je neemt aan dat de verkeersleiders weten wat ze doen. Je maakt je druk over je paspoort en dat je riem even uit de broek moet. Omdat er misschien een explosief in zit. En doe je onaardig tegen het douane-mormel dan kan alles open en valt wantrouwen jou ten deel.
Iedere keer stap je zo maar in. Tuurlijk kom je weer terug. Altijd toch. Want vliegen is veilig. Het is goed geregeld.
Iedere keer stapten wij zo maar in. Maar dat zal in september anders zijn. We gaan wel. Maar ik weet zeker dat de tranen over mijn wangen zullen rollen als de MH17 het luchtruim kiest. Want zij kwamen niet terug. Zij gingen er ook vanuit dat er niets kon gebeuren.
Veiligheid is een fragiel begrip.