De militaire inlichtingendienst MIVD deelde informatie die kon worden gebruikt voor ’targeted killings’ door andere landen, concludeert toezichthouder CTIVD. Onder targeting wordt de besluitvorming bedoeld om in een operatie geweld te gebruiken.
De MIVD heeft zich wel aan de regels van de wet gehouden. Alleen namen die regels onvoldoende het risico weg, waardoor de inlichtingendienst onbedoeld heeft bijgedragen aan onrechtmatig gebruik van geweld. De dienst heeft tijdens twee militaire missies, waar Nederland zelf onderdeel van was, een bijdrage geleverd aan ’targeting’.
MIVD deelde ook informatie met het buitenland
Buiten de twee militaire missies heeft de MIVD ook informatie verstrekt aan buitenlandse diensten. Dat was zonder de uitdrukkelijke bedoeling om bij te dragen aan targeting, waaronder ook het doden van specifieke personen (targeted killings). Sommige van de inlichtingen konden hier echter wel voor worden gebruikt.
De CTIVD heeft geen bewijs gezien dat het op basis van deze informatie tot onrechtmatig geweld is gekomen, maar kan het ook niet uitsluiten. Volgens de toezichthouder zijn er echter geen aanwijzingen dat de MIVD hierin een “onaanvaardbaar risico” heeft genomen. CTIVD deed het onderzoek naar de periode 2013-2015.
MIVD vertrekt bulkdata
De MIVD verstrekt onder meer bulkdata, waarvan de dienst niet precies weet welke informatie deze bevatten. Het kan gaan om de inhoud van een grote hoeveelheid communicatie, maar ook ‘metadata’ als telefoonnummers en tijdstippen van telefoongesprekken in een bepaald gebied.
Vredesorganisatie PAX laat in een reactie weten dat het rapport van de CITVD de vrees bevestigt dat het delen van metadata kan leiden tot buitengerechtelijke executies, zoals met drones in Somalië. De organisatie noemt het voorbeeld van een Somaliër die Nederland medeverantwoordelijk houdt voor de dood van familieleden, die omkwamen door een Amerikaanse drone-aanval.