Een beveiligingsmedewerker glijdt uit op een natte metalen trap en loopt letsel op. De rechtbank vindt dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden door niet te waarschuwen voor de gladheid.
Een beveiliger viel in februari 2014 tijdens het lopen van zijn slotronde in een pand van een metalen trap. Die is mogelijk nat geworden door extreme regenval. Enkele zenuwen van zijn schouder zijn beschadigd en hij verblijft drie dagen in een ziekenhuis. Hij stelt zijn werkgever aansprakelijk voor de schade als gevolg van dit ongeval. De werkgever meldt het ongeval pas daarna bij de Inspectie SZW. Die legt uitsluitend vanwege de late melding een boete op.
Zorgplicht
Het bestuursorgaan heeft tegenover de ambtenaar een zorgplicht. Dat betekent dat het bestuursorgaan de werkzaamheden zodanig inricht en zodanige maatregelen treft om te voorkomen dat de ambtenaar door zijn werk schade lijdt. De ambtenaar heeft recht op een vergoeding, behalve als de werkgever aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de ambtenaar.
Bewijslast
Vast staat dat de beveiliger een ongeval heeft gekregen tijdens zijn werk en schade heeft geleden en nog lijdt. De toedracht is niet helder: was het een misstap of is hij uitgegleden? En was de trap nat of niet? Op grond van jurisprudentie stelt de rechtbank dat de bewijslast voor de toedracht van het ongeval op de werkgever rust. Uitgangspunt is dat de werknemer is uitgegleden. Op de dag van het ongeval had het geregend. Bezoekers zijn met natte schoenen, paraplu’s en (regen)kleding over de trap naar het kantorencomplex gelopen. De rechtbank verwerpt het standpunt van de werkgever dat er geen sprake was van een natte trap. Ook het feit dat er tussen de draaideur en de trap een droogloopmat lag, acht de rechtbank onvoldoende voor een ander oordeel. De werkgever had maatregelen moeten treffen, bijvoorbeeld het plaatsen van een waarschuwingsbord. Omdat dit niet gedaan is, heeft de werkgever zijn zorgplicht geschonden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. De staatssecretaris moet een nieuw besluit nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Aantekening
In deze zaak kwam ook aan de orde dat de beveiliger geen veiligheidsschoenen had gekregen. De rechtbank gaat daaraan voorbij, omdat het overig kantoorpersoneel dergelijk schoeisel ook niet (nodig) had. Wellicht is te overwegen om beveiligers tijdens hun rondes van degelijke en slipbestendige schoenen te voorzien.
Rechtbank Arnhem, 12 januari 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:71
Dit artikel schreef R.O.B. Poort van Bureau Poort en verscheen in Security Management 04/2016