Safety en security staan traditioneel ver van elkaar. In een serie van 5 artikelen discussieerden 10 professionals over de mogelijkheden van harmonisatie van beide vakgebieden. Coen van Gulijk blikt terug.
De afgelopen maanden heeft u een serie artikelen kunnen lezen, waarin 10 professionals met sterk verschillende achtergronden discussieerden over de mogelijkheden van harmonisatie van safety en security. Maar wat hebben we hiervan geleerd? In dit artikel in retrospectief een persoonlijke beschouwing.
Karakter
Alle deelnemers bleken over uitstekende communicatieve eigenschappen te beschikken. Zij konden uitstekend hun standpunten verwoorden en verdedigen. Het onderwerp communicatie is ook in elk van de artikelen naar voren gekomen. Communicatie is een kerncompetentie van mensen die in veiligheid werken en, zoals deze doorsnede laat zien, is daar goed in.
Voor alle deelnemers geldt ook dat zij inhoudelijk onderlegd zijn. Zij hebben een basis-bekendheid met de discussie over safety en security en benaderen die vanuit hun eigen achtergrond. En zij zijn niet alleen bereid om hun mening te geven over de discussie over harmonisatie, maar zij hadden daar ook allemaal al eens over nagedacht. Daarmee spraken de deelnemers vanuit een positie als deskundige. Vakdeskundigheid is daarmee diep geworteld in mensen die in veiligheid werken.
Maar wat nog het meeste opvalt is dat alle deelnemers zich persoonlijk zeer betrokken voelen bij safety en/of security. Vanuit die persoonlijke betrokkenheid is het voor geen van de deelnemers moeilijk om zijn mening te geven in de algemene discussie over veiligheid en in de discussie over safety en security in het bijzonder. Persoonlijk identificeer ik me met die betrokkenheid en ik stel me voor dat veel veiligheidsmedewerkers in verschillende gebieden zich hiermee verbonden voelen.
Persoonlijke betrokkenheid, veiligheidskundige vakdeskundigheid en goede communicatieve eigenschappen zijn dan ook onderdelen die het veiligheidsdomein karakter geven.
Controverse
Mede door de betrokkenheid en de deskundigheid komt uit de interviews naar voren dat er sprake is van een controverse. Deze controverse is duidelijker wanneer alle artikelen samen worden beschouwd. Er zijn verschillende deelnemers voor wie het samenvoegen van safety en security een gelopen race is. Enkelen werken al geruime tijd in een dergelijke organisatie, voor anderen is zo'n integratie niet voorhanden en wordt ook de noodzaak voor samenvoeging niet in sterke mate gevoeld. Zij merken op dat er wel samenwerking moet zijn maar dat integratie geen noodzaak is.
De geïnterviewde wetenschappers en adviseurs staan wat anders in de discussie. Zij geven aan dat beide werkgebieden soortgelijke doelen nastreven: onveiligheid oplossen. Daarmee ondersteunen zij de stelling dat er verschillende benaderingen zijn van het probleem. Discussie tussen safety en security is daarmee een belangrijk startpunt voor samenwerking en zij geven daar zinvolle suggesties voor: discussie over acceptatie van risico's, discussie over het ontwikkelen van risicoscenario's, en het opstellen van normenkaders.
Argumenten voor
Door de deelnemers worden verschillende voordelen van harmonisatie gegeven. Met name de meerwaarde in het samen oplossen van operationele veiligheidsproblematiek wordt dan genoemd. Bij samenwerking kan gebruik worden gemaakt van kennis uit de beide domeinen en worden voorkomen dat er tegenstrijdige oplossingen komen.
Wanneer er sprake is van een organisatie waar safety en security organisatorisch dicht bij elkaar staan is het wat eenvoudiger om bij elkaar binnen te lopen. De communicatielijnen zijn minder formeel en – in ieder geval in potentie – frequenter, omdat de lijntjes kort zijn. Een ander voordeel lijkt het feit dat er bij een geïntegreerde afdeling een beter communicatieplan kan worden gemaakt. Mensen in de organisatie hebben in dat geval een duidelijker aanspreekpunt en de communicatie naar werknemers en de buitenwereld kan beter worden geharmoniseerd.
Een argument wat niet specifiek benoemd is, maar wat naar voren komt uit het overzicht van de serie is dat door safety en security bij elkaar te organiseren het ook gemakkelijker wordt om over onderwerpen of incidenten te spreken die zich wat meer op een enkel domein afspelen.
Een argument wat minder duidelijk uit de interviews naar voren kwam, is mogelijke synergie. Er is door voorstanders wel over synergie en mogelijke kostenbesparing gesproken, maar dat werd in eerste instantie niet als argument voor genoemd. Toch is dit onderwerp belangrijk in het grotere plaatje, omdat het mogelijk een belangrijke drijfveer is voor samenwerking.
Argumenten tegen
Er zijn in de interviews veel argumenten te vinden die harmonisatie in de weg staan. De belangrijkste daarvan is het verschil in karakter van de grootste dreigingsniveaus van een organisatie. Deze dreigingsniveaus, de risico's die van strategisch belang zijn, zijn toonaangevend in het karakter van de veiligheidsbeheerorganisatie. Bij vliegvelden zijn dat grote aantallen mensen die security het belangrijkste strategische risico maken. Bij de procesindustrie zijn gevaarlijke stoffen de belangrijkste vormgever van de beheerorganisatie en is safety dominant. Het is daarmee logisch dat een organisatie zich in eerste instantie focust op zijn strategische risico's.
Een ander tegenargument is de cultuur met daaraan gekoppeld de achterliggende opleiding. De opleiding van safety specialisten is heel anders dan die van security specialisten. Dat zorgt er voor dat de specialisten anders naar de veiligheidsproblematiek kijken. Mede door deze verschillende achtergronden is er sprake van verschillende culturen.
Het laatste tegenargument heeft zijn oorsprong in de wetgeving. Security heeft een sterkere koppeling met het strafrecht en dat zorgt voor speciale kaders voor security. Security medewerkers hebben vaak een rol in de juridische keten van het strafrecht; dat levert procedures op voor de manier waarin zij kunnen/mogen optreden. Safety is sterker gekoppeld aan wetgeving voor arbo en risico's. In safety kan vaak gestart worden met een veiligheidsnorm en een noodzaak om risicoanalyses te maken. Deze verschillende wettelijke kaders kunnen ook een argument zijn om safety en security gescheiden te houden.
Maatwerk
De controverse over het wel-of-niet samenwerken van safety en security staat een brede discussie over de samenwerking tussen safety en security in de weg. Die discussie kan door samenwerking en/of evenementen worden georganiseerd, maar de effecten daarvan blijven waarschijnlijk beperkt. Een alternatief is om na te denken over het ontwerp van samenwerkingsverbanden. Dat wil zeggen, dat duidelijker in kaart kan worden gebracht waar de voor- en nadelen van samenwerking liggen. Merk op dat ‘ontwerp' hier niet betekent dat er één blauwdruk is van samenwerking die voor alle organisaties geldig is. Het ontwerpen van een safety-security afdeling is maatwerk. Een helder ontwerp leidt sneller tot synergie, maar geeft ook duidelijker aan wat de grenzen zijn van synergie. En kan aangeven wanneer er in het geheel geen synergie mogelijk is.
Voorwaarts
De interviews die u de afgelopen maanden heeft kunnen lezen geven het beeld van een controverse over harmonisatie van safety en security. De conclusie is dat vooralsnog van harmonisatie geen sprake is. Er een aantal goede redenen gepasseerd om wel samen te werken, maar ook een aantal goede redenen om dat niet te doen.
Het feit dat er in veel bedrijven sprake is van vervlechting van safety en security doet vermoeden dat een nauwere samenwerking een goed idee is. Dit leidt tot synergie en efficiënte informatie-uitwisseling.
Mijns inziens zijn er drie activiteiten die de verdere ontwikkeling kunnen ondersteunen. De eerste is een waardebepaling van synergie van samenwerking: is er synergie mogelijk bij harmonisatie? Op welke gebieden is die synergie meetbaar (financieel, inhoudelijk, procedures, communicatie enz.)?
De tweede is het ontwerp van een ontwerpproces voor samenwerkingsverbanden. Hiervoor moeten invloeden op het ontwerp in kaart worden gebracht (grootte van de organisatie, wettelijke kaders enz.) en succes- en faalfactoren in kaart worden gebracht.
De derde is om in het onderwijs een duidelijker onderdeel ‘kleurloze veiligheidskennis' te ontwerpen. Dat wil zeggen, een gemeenschappelijke onderliggende kennisbasis creëren die door beide groepen herkend wordt. Hierbij moet gedacht worden aan begrippen (veiligheid, risico enz.), reflectie op basisprincipes (acceptatie van risico) en het opstellen en/of gebruik van procedures.
Coen van Gulijk is universitair docent, Safety Science Group, TU Delft.
Dit artikel is verschenen in Security Management 2014, nummer 5.