Zo’n driehonderd agenten weigeren hun DNA af te staan voor de eliminatiebank van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Van de 1250 forensisch rechercheurs hebben er 950 vrijwillig hun DNA afgestaan. Iets meer dan in 2013.
Dat bevestigde een woordvoerder van de Nationale Politie na de berichten van de Persdienst. De databank van het NFI is bedoeld om de sporen van politiemensen op plaats van delict weg te filteren als mogelijk daderspoor. Daardoor verlopen onderzoeken over het algemeen sneller.
DNA
Agenten die hun DNA niet afstaan, hebben vaak principiële bezwaren. “We kunnen ze niet dwingen”, reageert een woordvoerder van de politie. “Het gebeurt op vrijwillige basis. Maar we stimuleren wel.”
Hoewel niet alle forensische rechercheurs hun DNA afstonden, is hun aantal wel gestegen. In mei 2012 zat er van 589 medewerkers van de forensische opsporing DNA in de databank. Daarbij gaat het niet alleen om rechercheurs, ook om schoonmaak- en onderhoudspersoneel die werken in de ruimte waar sporenmateriaal en DNA is.
Eliminatiedatabank
Eerder bleek deze eliminatiedatabank er niet voor niets te zijn. Er werden 55 matches gevonden met DNA-profielen van veronderstelde dadersporen uit zaken uit het verleden. Ook in nieuwe zaken komen af en toe ‘besmettingen’ door forensische onderzoekers aan het licht, met behulp van de databank.
Vervolg
Zo wordt onnodig vervolgonderzoek voorkomen. Als een match wordt gevonden met één van de medewerkers, wordt de oorzaak daarvan geanalyseerd om herhaling te voorkomen.