Bij het verzamelen van persoonsgegevens om terrorisme te bestrijden, moet altijd helder zijn waarom dat nodig is en wat het oplevert. De afgelopen jaren is dit niet altijd voldoende gebeurd. Maar om genoeg draagvlak te krijgen voor terrorismebestrijding moet wel altijd volkomen helder zijn waarom persoonsgegevens van burgers verzameld moeten worden.
Dat staat in een onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen naar de maatregelen die de laatste tien jaar zijn genomen om terrorisme te bestrijden. Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) heeft het onderzoek naar de Tweede Kamer gestuurd. De terugblik moest in kaart brengen of de maatregelen echt nodig waren, of ze op elkaar afgestemd waren en of ze genoeg effect sorteerden.
In grote lijnen zijn de onderzoekers tevreden over deze punten, al mag het nut van maatregelen die de privacy lijken aan te tasten nog wel wat beter voor het voetlicht gebracht worden. Anders kan het gebeuren dat veiligheid en privacy elkaar lijken uit te sluiten, concluderen de onderzoekers.