Iedereen kent wel een tante Sjaan: lief mens, maar net iets te creatief met de belastingaangifte. “Ach, een beetje sjoemelen moet toch kunnen?”, zegt ze dan, terwijl ze de bouwvakvakantie opvoert als ‘verplichte bedrijfsuitgave’ van haar slagerij. Het lijkt allemaal onschuldig, maar de slager keurt niet haar eigen vlees.
De Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet op de economische delicten zijn glashelder: fraude is strafbaar en daar horen fikse boetes of soms zelfs gevangenisstraffen bij. Maar hoe zit het dan met ‘kleine’ fraude zoals een creatieve belastingtruc?
Hoe erg is een paar tientjes declareren voor iets wat eigenlijk niet zakelijk was? Heel erg, zo blijkt. De overheid hanteert een zerotolerancebeleid en door geruchtmakende gevallen van fraude (toeslagenaffaire!) is fraudebeheersing tegenwoordig hypergevoelig. Ambtenaren worden aangespoord om streng te controleren en geen enkel ‘tante Sjaan’-gedrag door de vingers te zien.
Keerzijde van een harde aanpak
Natuurlijk heeft fraudebeheersing ook ethische kanten. Wanneer is een controle op fraude gerechtvaardigd en wanneer wordt het een heksenjacht? De toeslagenaffaire, waarbij duizenden gezinnen onterecht van fraude werden beschuldigd, toont de keerzijde van een harde aanpak. Mensen die niet eens fraude hadden gepleegd, werden meegesleurd in een bureaucratische molen die levens verwoestte. Soms gaat het om meer dan cijfers en regels; de menselijke maat speelt óók een rol. Men was blind voor mens en recht, aldus het rapport van de parlementaire enquêtecommissie.
Maar voor wie nu al denkt aan de belastingaangifte en het ‘creatief invullen’ van een paar posten: bedenk dat zelfs tante Sjaan ooit kan worden gepakt. De overheid maakt gebruik van steeds slimmere technieken zoals data-analyse en AI om frauduleuze patronen op te sporen. Als een bakker uit Medemblik ineens reis- en verblijfskosten uit Miami opvoert, dan gaan er automatisch alarmbellen af.
Moet de wetgever ook ruimte bieden voor menselijke fouten?
Dus hoe zit het? Is fraude altijd zwart-wit of moet de wetgever ook ruimte bieden voor menselijke fouten en persoonlijke omstandigheden zoals te lezen in het ‘recht op vergissen’ uit het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid? En wanneer wordt een strenge controle eigenlijk een vorm van wantrouwen die meer kapotmaakt dan goed doet en een foutje gelijkstelt aan opzet? Misschien iets om over na te denken de volgende keer dat je met tante Sjaan de administratie doorspit. Want voor je het weet, leidt haar vakantiebonnetje uit Spanje tot ongemakkelijke vragen van de Belastingdienst – en dat is voor onze creatieve tante misschien nét een stapje te ver. Of om in slagersterminologie te blijven: mag het een onsje minder zijn?
Mr. Ben den Tuinder is hoofddocent recht bij de opleiding Safety & Security Management en onderzoeker bij het lectoraat Weerbare Democratie van Hogeschool Saxion.
Reacties? Graag! b.c.dentuinder@saxion.nl
Meer blogs van Ben den Tuinder
Volg Security Management op LinkedIn