De beveiliging distributiecentra verdient de aandacht, volgens Marcel Saarloos, Regionaal Security Manager bij HP en board member van TAPA, Transport Asset Protection Association. De vraag: wat is de juiste weg?
Leestijd: +/- 3,5 minuten
Het aantal incidenten in en rondom distributiecentra in Europa lijkt te stijgen. Op de vraag hoe de situatie in Nederland is, zegt Marcel Saarloos: “Het is lastig daar een antwoord op te geven. Uit de cijfers kunnen wij, TAPA, niet veel destilleren. Rapportages uit 2015 laten zien, dat van de 1.515 meldingen er 36 betrekking hadden op distributiecentra in onder andere Zwitserland en Duitsland. Nederland zat daar niet bij. Vinden er dan geen inbraken plaats? Nee. We zijn afhankelijk van wat de TAPA-leden, de Politie en de media ons melden en hoe een inbraak omschreven is. Vaak vallen inbraken in distributiecentra onder bedrijfsinbraken. Dan kun je ook denken aan een inbraak in een kleine loods op een industrieterrein.”
Beveiliging distributiecentra
Wettelijke verplichtingen over de beveiliging distributiecentra, zijn er niet, zegt Saarloos. “Soms wordt een hoge beveiliging wel gedreven vanuit de wet. Dat heeft te maken met business. Neem de tabaksindustrie als voorbeeld. Het product is ‘klaar’ bij het verschepen. Accijns zit er al op. Wordt zo’n lading gestolen in een distributiecentrum, dan zijn de eigenaren niet alleen de producten kwijt, ook de betaalde accijns. Veelal bepalen de industrie en de verzekering de mate van beveiliging. Alsook verladers, zoals HP. Wij gebruiken immers distributiecentra van vervoerders, waar wij eisen aan stellen. Hiervoor hanteren we de standaarden van TAPA.”
De belangenorganisatie houdt zich al jaren bezig met het ontwikkelen van standaarden voor de beveiliging van de logistieke sector. Binnen deze context is het certificatieschema Freight Security Requirements (FRS) tot stand gekomen; een schema bestemd voor fabrikanten van (vooral) technologisch hoogwaardige en diefstalgevoelige producten, evenals voor bedrijven die zich richten op over- en opslag en het transport van dergelijke goederen. Het schema waarin de beveiligingsmaatregelen zijn opgenomen, kent een drietal niveaus (A, B en C) die – qua eisen – een aflopend karakter hebben. Aan elk van de niveaus is een vaste checklist gekoppeld waaraan een puntensysteem is verbonden, waarvan 100 procent behaald dient te worden om certificering te verkrijgen. Het certificatietraject van het schema omvat een certificatiecyclus van drie jaar en moet tussentijds getoetst worden door het gecertificeerde bedrijf. Dit gebeurt middels een zogeheten self assessment, oftewel interne audit, waarvan een certificerende instantie de resultaten beoordeelt. Inmiddels zijn de TAPA-normen wereldwijd erkend. Saarloos schat dat in distributiecentra met een FSR-certificering 40 procent minder criminaliteit voorkomt dan in overige centra.
De mens is de zwakke schakel
Zwak
We gaan met Marcel Saarloos terug naar de praktijk. Wat zijn de zwakste plekken in de beveiliging distributiecentra en welke maatregelen zijn er te nemen? “De mens zelf is een zwakke schakel. Informatie vanuit een distributiecentrum komt soms gemakkelijk en ‘onschuldig’ naar buiten. Op een feestje vinden mensen het leuk om een interessant verhaal te vertellen: ‘Goh, wist je dat wij heel dure computers in ons centrum hebben staan?’. Luisteraars kunnen hier gebruik van maken; het centrum observeren, een planning maken en de inbraak uiteindelijk uitvoeren. Een van de TAPA-eisen is dan ook, dat het personeel jaarlijks getraind wordt.”
Maar distributiecentra kennen meer zwakke plekken, zoals het materiaal waarvan het gebouw is opgetrokken. Saarloos: “Architectuur en security gaan niet samen. Ik ken voorbeelden waarbij de façade van een gebouw van plexiglas is gemaakt. Wil het centrum aan de TAPA-eisen voldoen, dan is het noodzaak om aan de binnenkant van de façade een metalen hekwerk te plaatsen. Maar aan het ontwerp valt vaak niet te tornen. Of, een ander voorbeeld, distributiecentra worden vaak gebouwd van aluminiumplaten. Het is niet moeilijk om daar met een slijptol doorheen te komen.”
Goede cameratechniek mag uiteraard niet ontbreken bij distributiecentra. De ontwikkeling ervan gaat snel. Marcel Saarloos: “Het verandert met de maand. Vijf jaar geleden hadden we het nog over videorecorders, nu praten we over digitaal opnemen. TAPA is voorzichtig in het geven van specificaties voor camera’s. Wat we wel zeggen, is dat een camera 100 procent de omgeving en apparatuur af moet dekken. Het beeld dient daarbij herkenbaar te zijn. Dus niet: ‘Ah, dat stipje aan de horizon zou wel eens een verdachte auto kunnen zijn’.”
Robotisering
Om van zwakke naar sterke plekken in de beveiliging te gaan, noemt Saarloos ook nog robotisering. De kans is volgens hem groot dat robots in de toekomst de rol van surveillerende beveiligingsbeambten overnemen. “Een robot in een distributiecentrum laat zich niet storen door zaken, waar de mens wel door afgeleid zou kunnen worden. Verder doet de robot hetzelfde werk. Is er onraad, dan gaat hij erop af. Daarvoor is hij uitgerust met allerlei techniek, zoals infraroodcamera’s. De robot gaat automatisch terug naar zijn oplaadpunt. Doet zijn controlerondes, et cetera. En dat alles 24 uur per dag. Eigenlijk is zo’n robot goedkoper en efficiënter dan de menselijke beveiligingsbeambte. Een aantal bedrijven hebben de robot, na diverse proeven, inmiddels geïmplementeerd.”
Saarloos benadrukt dat, alvorens genoemde maatregelen te nemen, het van belang is dat distributiecentra beginnen met het maken van een risicoanalyse. “Vanuit de huidige stand van de beveiliging, geeft de analyse een indicatie van wat nodig is om aan de TAPA-eisen te voldoen. Het is een uitstekende tool om mee naar het management te gaan: ‘Kijk, dit zijn de kosten om aan het gewenste level te komen’. Nadat certificering heeft plaats gevonden kunnen genoemde maatregelen genomen worden.”
Gelegenheid maakt de dief
Dief
De gelegenheid maakt de dief. Maar die gelegenheid kan beperkt worden in distributiecentra. “En”, zegt Marcel Saarloos “daarbij pleiten we voor melding van inbraken bij de politie. Ik noemde het al even. Dat helpt de industrie een beeld te vormen en maatregelen te nemen. De politie kan dan daadwerkelijk in actie komen. Nu ligt de prioriteit eerder bij bijvoorbeeld terreurdreiging, logisch, dan bij distributiecentra. De criminelen weten dat en komen daar mee weg.”
Dit artikel is gepubliceerd in Security Management 05/2016
> Meer weten over robots? Kom naar het congres Robotisering & werk – De match tussen mens en machine, op donderdag 16 juni 2016 in SuperNova, Jaarbeurs Utrecht.