De campus van de TU Delft herbergt zo’n zestig verschillende gebouwen die allemaal een eigen functie hebben met bijbehorende brandveiligheidseisen. Arjen Keuning is als specialist brandveiligheid van de TU Delft verantwoordelijk voor de bouwkundige en technische brandveiligheid van deze gebouwen. Daarbij ziet hij het als zijn taak om het bewustzijn rond brandveiligheid te vergroten. Keuning: “Je kunt een gebouw nog zo veilig maken met allerlei veiligheidsmaatregelen, maar door er verkeerd mee om te gaan kunnen we het weer heel onveilig maken.”
TEKST Menno Jelgersma
Arjen Keuning heeft een ruime ervaring in brandveiligheid, een werkveld waarin hij al meer dan twintig jaar als adviseur werkt. Leidend bij het ontwerpen van een brandveilige constructie is het Bouwbesluit, maar het Bouwbesluit biedt ook de mogelijkheid om tot een gelijkwaardige oplossing te komen. Voordat hij bij de TU Delft terechtkwam, lag de nadruk vaak op het zoeken naar zo’n gelijkwaardige oplossing. Keuning streefde er dan naar om ervoor te zorgen dat de architect zijn eigen ontwerp nog kon herkennen, terwijl daarbinnen de brandveiligheid goed geregeld was. “Als je daar een concept voor had ontwikkeld, was dat vaak anders dan is voorgeschreven in de bouwregelgeving.”
Dat vergde extra inspanning omdat je dat volgens Keuning voldoende aannemelijk moest maken bij het bevoegd gezag. “Dit leidde vaak tot onbegrip en discussie. Het is ook een ongelijke strijd, omdat ik het brandveiligheidsconcept ontwikkelde in een ontwerpproces van vaak meer dan een jaar, terwijl brandweer en gemeente slechts enkele weken de tijd krijgen om dat ontwerp te begrijpen, te toetsen en te beoordelen.”
Neem gemeenten en brandweer mee in ontwerpproces
Blijven praten
Keuning is er dan ook voorstander van om gemeenten en brandweerkorpsen mee te nemen in het ontwerpproces. “Met elkaar blijven praten en samen tot een gelijkwaardige oplossing komen, is wat mij betreft de ideale situatie.” Dat vinden van de afstemming, door de ander mee te nemen en te luisteren naar de mensen en hun zorgen, dat was wat Keuning boeide. Daarom besloot hij op zoek te gaan naar werk waarbij juist dat menselijke aspect meer naar voren kwam. Zo kwam Keuning terecht bij de TU Delft als projectmanager bij de Universiteitsdienst Campus Real Estate en Facility Management (afgekort: CREFM). Later stapte hij bij CREFM over naar de afdeling Beheer en Onderhoud, waar hij als specialist brandveiligheid inmiddels ruim een jaar werkzaam is.
> LEES OOK: Vers van de pers: Security Management Magazine, thema Brandveiligheid
Anders kijken
Het bewaken van de brandveiligheid van de campus blijkt iets heel anders te zijn dan het ontwerpen en uitdenken van brandveiligheidsconcepten. Dat hij hierdoor heel anders naar brandveiligheid zou gaan kijken, had Keuning niet kunnen denken. Bij de afdeling Beheer en Onderhoud trof hij in het team Toezicht en Advies waar hij nu deel van uitmaakt, een hele organisatie aan rond veiligheid, met testen, oefenen, keuren en compliance. En ook de behoefte en de mogelijkheid om zelf beleid te voeren en te ontwikkelen. “Ineens komt de vraag centraal te staan wat we zouden moeten willen, in plaats van de vraag wat zou kunnen worden geaccepteerd.”
Op de campus geldt de wet van de grote getallen. Je kunt gewoon niet alles ineens overzien. Keuning staat er dan ook niet alleen voor. Hij werkt in het team Toezicht en Advies samen met twee toezichthouders brandveiligheid en met een extern bureau. Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen die vandaag de dag beschikbaar zijn. Doorlopend worden controle rondes gelopen, specifiek gericht op brandveiligheid. De constateringen uit die controle rondes worden geregistreerd in een digitaal systeem van waaruit de huisaannemer direct opdrachten krijgt. Bij die controles blijkt overigens steeds weer dat bij het gebruik van de gebouwen brandveiligheidsvoorzieningen onklaar gemaakt zijn. Meestal door onwetendheid of onachtzaamheid.
> LEES OOK: Norm voor brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten gepubliceerd
Wig onder een branddeur
De opdracht die Keuning zichzelf heeft gesteld, is het vergroten van het bewustzijn rond brandveiligheid. “Je kunt een gebouw nog zo veilig maken met allerlei veiligheidsmaatregelen, maar door onjuist gebruik kunnen we het weer onveilig maken.”
Keuning verwijst naar het dramatische ongeval in Volendam in de nieuwjaarsnacht van 2000 op 2001 in café ’t Hemeltje waar ten gevolge van een brand veertien mensen omkwamen en tweehonderdvijftig gewond raakten. De brand ontstond door een bundel sterretjes die werd aangestoken, wat al snel de kerstversiering (niet-geïmpregneerde droge dennentakken) aan het plafond in brand zette. Daarbij waren ook nooduitgangen geblokkeerd of onbruikbaar. “Er zijn eisen die dergelijke calamiteiten kunnen voorkomen, maar als je willekeurig iemand vraagt wat die eisen zijn, dan weet hij dat niet.”
Verontrustender is dat mensen niet weten wat ze moeten doen als er echt brand is
Verontrustender is dat mensen niet weten wat ze moeten doen als er eens echt brand is. “Moet ik nu wel of niet het raam openzetten en hoe werkt die brandblusser eigenlijk?” Je hoeft niet te weten wat het verschil in brandveiligheidseisen tussen kantoren en hotels is, maar iedereen zou bijvoorbeeld wel moeten beseffen hoe belangrijk een branddeur is. Als je dat weet, dan laat je het wel uit je hoofd om een wig te plaatsen onder een branddeur die daardoor niet dichtgaat als er brand ontstaat.
> LEES OOK: Goede deuren houden brand en rook tegen
“Mensen willen een deur openhouden omdat die je in je dagelijkse werk hindert en je hoopt, of gaat ervan uit, dat je hem nooit nodig hebt. Maar je moet je ervan bewust zijn waarom die deur er is en wat voor een gevaarlijke situatie het kan opleveren om hem vast te zetten.” Gelukkig zijn er ook technische oplossingen die dit veilig mogelijk maken.

Arjen Keuning: “Als je willekeurig iemand vraagt wat de brandveiligheidseisen zijn, dan weet hij dat niet.”
Landelijke acties om het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten
Al zolang Keuning in de brandveiligheid actief is, zijn er landelijke acties om het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten. “Ik volg dit nu al vijfentwintig jaar en de boodschap komt klaarblijkelijk nog steeds niet over.” Blijkbaar is er meer nodig. “Ik denk dat het goed zou zijn om iedereen op te voeden met kennis over hoe je zou moeten handelen in geval van een brand.”
Keuning vertelt uit eigen ervaring dat zijn kinderen op de lagere school bekend waren met ontruimingen en dat ze daardoor, toen er eens echt brand was bij hen op school, niet in paniek raakten. Het werd zo vaak geoefend dat het normaal werd gevonden. Het was zelfs zo normaal geworden dat ze thuis niet eens verteld hadden dat er brand was geweest.” Deze vanzelfsprekendheid zou volgens hem moeten worden doorgezet naar middelbare scholen en daarna. “Hoewel ik ook wel zie dat dit met pubers al een heel stuk lastiger is.”
Meer artikelen over de TU Delft:
Ver-van-mijn-bed-show
Dat landelijke campagnes nog zo weinig resultaat hebben, kan ermee te maken hebben dat de doelgroep te groot is en te divers. Keuning heeft inmiddels wel de hoop dat de TU Delft met dertigduizend mensen een community is die klein genoeg is om zijn boodschap over te brengen en groot genoeg om in de loop der tijd het bewustzijn als een olievlek te verspreiden over de rest van het land en de wereld. Voor velen is brand en brandveiligheid een ver-van-mijn-bed-show. Grote branden komen weinig voor. Het is altijd nieuws als er ergens brand is.
Brandoefeningen
Vaker testen en vaker brandoefeningen doen, is een manier om tot een groter veiligheidsbewustzijn te komen. “En dan geen oefeningen op de campus om 6.00 uur ’s ochtends omdat anders de studenten of medewerkers er last van hebben.” Het is juist goed om die studenten en medewerkers ermee in aanraking te laten komen, zodat zij zich ervan bewust zijn dat er zoiets als brandveiligheid bestaat. En dat de juiste reactie op een alarm een automatisme wordt waar niemand meer over hoeft na te denken.

Tijdens de Week van de Veiligheid konden studenten van de TU Delft blusoefeningen doen.
Tijdens de landelijke Week van de Veiligheid, eind oktober 2022, waaraan ook de TU Delft deelnam, konden medewerkers en studenten van de universiteit onder meer blusoefeningen doen. Ook konden mensen proberen uit een container te komen waarin een labyrint was dat stijf van de rook stond. “De mensen werden er eerst ingestuurd zonder rook en kwamen er zonder problemen weer uit. Maar toen de container vol met rook stond, bleek dat sommige mensen er niet meer uitkwamen.”
Compartimentering
Met twee toezichthouders is Keuning verantwoordelijk voor de bouwkundige en technische brandveiligheid van alle zestig gebouwen van de TU Delft. “Het gebruiksdeel dat juist zo belangrijk is, valt eigenlijk buiten onze verantwoordelijkheid en ligt bij de decanen van de faculteiten.” Dit vraagt afstemming en aandacht terwijl brandveiligheid niet direct hun eerste punt van aandacht is. Daarnaast hebben de gebouwen heel verschillende kenmerken, waarbij bijvoorbeeld een gebouw van de faculteit bouwkunde andere afwegingen vraagt dan die van de faculteit technische natuurwetenschappen.
“Bouwregelgeving is erop gericht dat mensen veilig buiten komen, maar houdt zich niet bezig met materiele schade ten gevolge van de brand of de bestrijding. Dit is iets waar wij als eigenaar en gebruiker zelf onze afwegingen moeten maken. En daarvoor is ook een stuk bewustwording nodig. We zijn op dit moment bijvoorbeeld bezig met de ontwikkeling van een nieuw gebouw voor de faculteit natuurkunde waarvan de gebruiker vooraf stelde geen sprinklerinstallatie te willen uit angst voor schade aan de apparatuur. Een zeer begrijpelijke redenering. Maar in een eerste ontwerp waren vrijwel alle laboratoria ondergebracht in één brandcompartiment. Het Bouwbesluit staat dit toe, maar een enkele brand kan dan alle laboratoria en de daar opgestelde apparatuur vernietigen. “Ik heb de vraag gesteld of dat risico wel acceptabel is. Dat heeft tot een afweging geleid waardoor uiteindelijk het risico wordt gespreid over meerdere compartimenten.
Hierin zie ik hoe ook ik anders ben gaan kijken naar brandveiligheid nu ik niet betrokken ben als adviseur van een bouwteam, maar als vertegenwoordiger van de gebouweigenaar die de belangen van de gebruiker behartigt.”
> TIP: FireSafety & Security Event op 12 en 13 april 2023
Ideale oplossing
Bouwregelgeving wordt nog steeds gezien als het referentiekader en de brandweer zou toestemming moeten geven voor de bouw. “Ik ben gaan inzien dat er een veel belangrijkere vraag gesteld moet worden, namelijk: is dit de ideale oplossing?” De gebruiker kan die vraag niet beantwoorden, want die kent de scenario’s en mogelijkheden niet. Die moet dus op de hoogte worden gebracht van wat er allemaal kan en wat de gevolgen zijn van een brand. En welke schade aan inboedel of opstal is acceptabel? Dat is een vraag die ook verzekeraars nadrukkelijk stellen. Keuning: “Ik ben nu aan het nadenken hoe ik de geraamde schade kan meenemen in een beleidsvoorstel.”
Om een beeld te krijgen van de vraag hoe het eigenlijk met alle gebouwen is gesteld qua brandveiligheid, is een extern bureau drie dagen in de week actief met controles. Eens in de vijf jaar vindt ook een verdiepende audit brandveiligheid plaats. Keuning hoopt dat met de vooruitgang in brandveiligheidsbewustzijn uiteindelijk kan worden volstaan met enkel de audits.
De kracht zit hem in de herhaling
Op dit moment werkt hij aan een jaarplan met activiteiten in het kader van de bewustwording. “Eén keer een brandblusser gebruiken is niet genoeg, de kracht zit hem in de herhaling.” Mogelijk kan dat in samenspraak met de brandweer die betrokken was bij een brandoefening tijdens de introductiedagen.
“Ook aan de ontruimingsoefeningen wil ik meer aandacht besteden. Dat geldt dan zeker voor de studenten die al dan niet slaperig in een collegezaal zitten en, op een moment waarop ze er niet op bedacht zijn, geconfronteerd worden met een incident. Zeker zo belangrijk is het om die oefening in een later stadium te evalueren. Ik zou het bij voorkeur willen vastleggen in het curriculum.”
Keuning streeft er niet naar om het predicaat veiligste campus te krijgen, want dat zal altijd een discussiepunt blijven. “Maar ik wil in de komende jaren werken naar een bewust brandveilige campus en ons daarin onderscheiden.” Over vijf jaar zal het bewustzijn brandveiligheid heel merkbaar zijn verbeterd, is Keunings overtuiging. “En ik hoop dat dit bewustzijn zich als een olievlek zal verspreiden over Nederland en de rest van de wereld.”
Menno Jelgersma is freelance journalist
tel.: 030-4100677.
Meer artikelen over brandveiligheid:
- John van Lierop, VSI: “In Nederland worden sprinklerinstallaties goed onderhouden.”
- Brandveiligheidsexpert Pieter van Hoorn: “Brandveiligheid is een zaak van iedereen”
- Het verschil tussen brandveiligheid en safety en security op de campus van de TU Delft
- Rudolf van Mierlo, adviseur brandveiligheid bij DGMR: “Meer brandveiligheid door minder blinde gehoorzaamheid”
Volg Security Management op LinkedIn