In Bedrijveninvesteringszones (BIZ) kunnen ondernemers in winkelgebieden en op bedrijventerreinen gezamenlijk maatregelen financieren om de omgeving schoon, heel en veilig te maken. Henk Kool, voorzitter van BIZ Platform Nederland, vertelt over de kansen en uitdagingen van de lokale ondernemersfondsen.
Leestijd: +/- 7 minuten
Er zijn er al ruim 120, en de verwachting is dat het aantal de komende twee jaar zal verdubbelen. Bedrijveninvesteringszones (BIZ): lokale ondernemersfondsen waarin ondernemers in een winkelgebied of op een bedrijvenpark samen investeren in kwaliteit van de omgeving. Alle ondernemers betalen verplicht mee om initiatieven op het vlak van schoon, heel en veilig te organiseren en financieren.
“Ik ben enthousiast over BIZ vanwege de financiële mogelijkheden die een ondernemersfonds biedt, maar ook omdat het winkeliers en ondernemers helpt om zich op een ordentelijke manier te organiseren en om de neuzen dezelfde kant op te krijgen”, zegt Henk Kool, voorzitter van BIZ Platform Nederland, het landelijke kenniscentrum dat lokale ondernemersfondsen ondersteunt. Kool werkte eerder als wethouder in Den Haag, waar hij betrokken was bij de oprichting van twintig BIZ-fondsen. Daardoor heeft hij de voordelen van het instrument van dichtbij ervaren. “De basis van BIZ is dat alle ondernemers in een gebied lid worden en een financiële bijdrage leveren. Daarmee voorkom je freeriders, die profiteren van de investeringen die anderen betaald hebben. En je creëert ook betrokkenheid, want alle deelnemers willen natuurlijk weten wat er met hun geld gebeurt.”
BIZ
De afgelopen jaren werden BIZ mogelijk gemaakt door de experimentenwet Bedrijveninvesteringszones, die sinds 2015 is vervangen door een definitieve wet. Bij de presentatie daarvan benoemde de minister van Economische Zaken de volgende voordelen van BIZ-fondsen: minder kosten door gezamenlijke inkoop van diensten; meer omzet door meer bezoekers; en een aantrekkelijker en veiliger gebied door gecoördineerde maatregelen.
Kool ziet dit soort positieve resultaten in de dagelijkse praktijk. “Natuurlijk waren er op sommige plekken al winkeliers- of ondernemersverenigingen. Maar daaraan doen vaak niet alle partijen mee. Een BIZ is een mooi middel om budgetten vrij te maken die ondernemers in hun eigen omgeving kunnen investeren. Een BIZ geeft ondernemers ook meer financiële armslag om zaken te realiseren die ze echt belangrijk vinden. Denk aan duurzaamheidsmaatregelen, energiebeheer, groenonderhoud, schoonmaak, beveiliging. Maar ook aan gezamenlijke promotie-activiteiten, of aan de aanpak van leegstand. Vanuit een BIZ-fonds is het mogelijk om bijvoorbeeld leegstaande panden te huren om tijdelijke winkels te huisvesten, of daar speciale evenementen te organiseren. Een BIZ kan ook helpen om gezamenlijk verlichting, bewegwijzering, particuliere beveiliging of cameratoezicht te financieren.”
Ondernemen
Het idee van BIZ wordt in het buitenland al jarenlang met succes toegepast. Business Improvement Districts spelen daar een rol in bijvoorbeeld gezamenlijk vastgoedonderhoud, citymarketing en parkmanagement. “Veiligheid is in Nederland een heel belangrijk thema”, zegt Kool, die bovendien kansen ziet voor samenwerking met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). “Op basis van de maatregelenmatrixen die KVO-gebieden opstellen, kan de wens ontstaan om meer te doen aan particuliere beveiliging, of om cameratoezicht in te voeren.
Als die wens er is, maar het ontbreekt de samenwerkende partijen aan middelen, biedt een BIZ mogelijkheden.” Kool noemt het voorbeeld van bedrijventerrein Vijfsluizen in Schiedam, waar ondernemers al lange tijd om camerabewaking vroegen en dit uiteindelijk vanuit de BIZ konden realiseren. “In zekere zin kan BIZ een verlengstuk van KVO zijn: de wensen die ontstaan vanuit samenwerking binnen het KVO kunnen met BIZ werkelijkheid worden.”
Succes
Het Amsterdamse Museumkwartier mag zich sinds dit jaar de grootste BIZ van Nederland noemen. In de wijk werken de musea, het concertgebouw, hotels en andere bedrijven samen binnen de BIZ. Het is niet eenvoudig om zo’n omvangrijk BIZ op te richten, zegt Kool. “De opstart van een BIZ-fonds is ingewikkeld: er zijn bijvoorbeeld een behoeftenpeiling en beleidsplan voor nodig. In Den Haag heeft de gemeente bij ieder initiatief tot een BIZ een kwartiermaker aangesteld die ondernemers helpt bij de formaliteiten.”
Ook in Amsterdam is zo’n aanpak gekozen. Daar neemt de gemeente ondernemers in alle veertig BIZ-fondsen de organisatie zelfs volledig uit handen. BIZ Platform Nederland heeft inmiddels een standaardaanbod ontwikkeld, waarmee BIZ-fondsen in spe de introductie kunnen laten verzorgen. Maar er is nog een uitdaging, stelt Kool. “Als een BIZ er eenmaal is, kan het ook vrij gemakkelijk worden aangevochten. In sommige gevallen is het een voortdurend gevecht om een BIZ in de lucht te houden.”
Subsidie
Kool waarschuwt ook voor gemeenten die invloed uitoefenen op de BIZ-subsidie. “Het geld dat ondernemers aan het BIZ-fonds storten, wordt geïnd in de gemeente waar het gebied ligt, en wordt via een subsidieregeling uitgekeerd aan het fonds. Gemeenten bedenken dan wel eens dat ze voorwaarden of beperkingen kunnen stellen aan de zaken waaraan de subsidie wordt besteed. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat ondernemers vanuit de BIZ eigenstandig promotie-activiteiten uitvoeren.”
Een goede verstandhouding tussen een BIZ en de gemeente is belangrijk, benadrukt Kool. Zo kunnen gemeenten het groenbeheer op bedrijventerreinen (deels) uitbesteden aan een BIZ. Tegelijkertijd kunnen ondernemers in een BIZ afspraken maken over een basisserviceniveau dat de gemeente levert voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Volgens recent onderzoek van LEI WageningenUR voldoet een succesvolle inzet van het BIZ-instrument in de toeristische-recreatieve sector aan drie voorwaarden. Het gaat dan om inzicht in lokale geldstromen, onderling vertrouwen tussen de deelnemende partijen, en draagvlak bij ondernemers én gemeenten.
Dit artikel is gepubliceerd in Security Management 09/ 2015.