Brinks wil vergunning om beveiligingsmedewerkers in staat te stellen zichzelf met een vuurwapen te verdedigen tegen gewelddadige overvallen. Oftewel: gewapende beveiliging. De staatssecretaris van Veiligheid & Justitie weigert dit, omdat hij strikte handhaving van het vuurwapenverbod nastreeft.
De afgelopen jaren zijn opslagpanden van geld- en waardetransporteur Brinks meerdere keren op gewelddadige wijze overvallen. Daarbij werden automatische vuurwapens en zware explosieven gebruikt. Volgens Brinks gaat het hier om uitzonderlijke omstandigheden. Volgens protocol betreedt de politie het pand niet om gijzelingen te voorkomen. Dit betekent dat de beveiligers er alleen voor staan en zich zonder vuurwapens moeten verdedigen. Brinks wil de mogelijkheid hebben om voor de zelfverdediging vuurwapens te mogen hanteren. De staatssecretaris van Veiligheid & Justitie weigert echter verlof te geven voor het wettelijke verbod op vuurwapenbezit, omdat Brinks in een dergelijk geval kan terugvallen op de politie. Verlof wordt alleen verleend als sprake is van zelfverdediging onder zeer uitzonderlijke omstandigheden. Brinks stapt naar de rechter.
Gewapende beveiliging
De rechtbank heeft bij tussenuitspraak op 31 maart 2014 de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld nader te motiveren waarom er in dit geval geen sprake zou zijn van zelfverdediging onder zeer uitzonderlijke omstandigheden, zoals bedoeld in de Circulaire Wapens en Munitie 2013 (de Circulaire).
De staatssecretaris heeft aangevoerd, dat van zelfverdediging onder zeer uitzonderlijke omstandigheden geen sprake is, omdat de beveiligingsmedewerkers van Brinks bij een (gewelddadige) overval op een opslagpand – anders dan bijvoorbeeld een poolreiziger of de bemanning van een reder op zee – wel degelijk kunnen terugvallen op het bevoegd gezag. Daarmee bestaat er geen noodzaak om bij de zelfverdediging over te gaan tot het gebruik van vuurwapens.
Preventieve maatregelen
Ook zorgen de preventieve maatregelen die Brinks zelf heeft getroffen dat het gevaar voor medewerkers wordt geminimaliseerd en de overval wordt vertraagd, zodat de politie kan ingrijpen. Het betreft bijvoorbeeld het realiseren van een braak- en explosievenbestendige ruimte voor de beveiligingsmedewerkers en de te beveiligen goederen, het gebruik van duidelijke veiligheidsprocedures en adequate training en instructie van het personeel.
Verder heeft de staatssecretaris nader inzicht gegeven in de aanpak van de strijd tegen gewapende overvallen. Op basis van deze aanpak kan worden aangenomen dat Brinks tijdens een overval kan rekenen op ingrijpen door de politie.
Oordeel
De rechtbank komt tot het oordeel dat de staatssecretaris zich met zijn nadere motivering en de daarbij behorende geheime stukken in redelijkheid op het standpunt kon stellen dat er in dit geval geen sprake is van zelfverdediging onder zeer uitzonderlijke omstandigheden. Dus, gewapende beveiliging: niet toegestaan.
Rechtbank Utrecht, 25 november 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:6055
Mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige.