Wim is een klassieke securitymanager die is opgeklommen van beveiliger tot hoofd airport security. Hij is zijn hele leven trouw gebleven aan het bedrijf waar hij lang geleden begon met het scannen van handbagage op vuurwapens. Maar toen kwamen terroristen met stanleymessen die daarmee in Amerika wel vijf kisten wisten te kapen. En Wim begon met het in beslag nemen van alle scherpe voorwerpen. Maar die vermaledijde schurken stopten vervolgens explosieven in hun schoenen. Toenmalig hoofd beveiliging Peter had een oplossing: “na een upgrade kunnen we ook hun schoenen in onze scanners stoppen” zei hij. En Wim deed wat hem opgedragen was.
Helaas raakten daarna de vloeibare explosieven in zwang en Wim moest de hoeveelheid vloeistof in handbagage limiteren. Tot op die beruchte decemberdag toen het bericht kwam van die persoon die een bom in zijn ondergoed had genaaid. Inmiddels zoemen de bodyscanners, maar Wim twijfelt. Hij hoort al verhalen over bomimplantaten. Twee borstimplantaten (boob bombs) van springstof zie je niet op een bodyscanner en de gevolgen zijn desastreus. De eerste aanbiedingen voor röntgen- en MRI scanners druppelen al binnen.
Honderd procent veiligheid kan nooit gegarandeerd worden
Ondertussen is Wim hoofd luchthavenbeveiliging geworden. Peter is nu directeur van een veiligheidsinnovatiebedrijf. Wim wordt door iedereen geroemd om zijn nuchtere kijk op security. Hij realiseert zich dat honderd procent veiligheid nooit gegarandeerd kan worden en richt zich vooral op de mens die zoals altijd de zwakste schakel blijkt te zijn. De telefoon gaat. “Hallo Peter hier. Jongen, ik heb hier toch iets gezien… Dat gaat al jouw huidige en toekomstige problemen oplossen! Het komt van Cerebral Brainiotics”. “(…)”. “Ja die, uit Sillicon Vally. Ze hebben een hersenscanner ontwikkeld en gekoppeld aan social media waarmee ze de bedoelingen van iedereen kunnen voorspellen”. “(…)”, “Nee, ik weet niet hoe het werkt, maar het klinkt goed. Singapore en Saoedi Arabië hebben al duizend besteld dus dat moet wel goed zijn. Ik zeg doen!”
Wim legt de telefoon met een zucht neer. Hij denkt terug aan de tijd toen hij nog beveiliger was en tienduizenden nagelschaartjes, zakmesjes en flesjes water innam van mensen die niets van plan waren. Moet hij nu mensen toegang gaan ontzeggen op basis van foute gedachten? En wie bepaalt wat fout is? Hij denkt na: Singapore en Saoedi-Arabië hebben samen niet eens duizend access points. Waarvoor hebben ze die dingen dan allemaal nodig? Ineens flitst het door hem heen. Het zal toch niet…? Hij telt zijn dagen. Nog 18 maanden tot zijn pensioen. Hij maakt zich op voor wat misschien wel de belangrijkste beslissing van zijn carrière zal worden.