Particuliere Alarm Centrales (PAC’s) willen het allebei: én bezig zijn met de core business én een certificaat om te laten zien dat de centrale organisatorisch, elektronisch en bouwkundig ‘goed in elkaar zit’. Maar hoe regel je dat laatste? Vooral het bouwkundige deel roept de nodige vragen op.
Het bedrijf aalbers|wico kent twee divisies: metaal & techniek en defence & security.
Voor laatstgenoemde werkt Koen van der Aa RSE als account manager. “Onze divisie houdt zich bezig met bouwkundige beveiliging. Om onder andere PAC’s goed van dienst te kunnen zijn, hebben we ons verdiept in de Europese Norm EN 50518 ‘Monitoring en Alarm ontvangstcentrales’ (redactie: laatste versie 2013), en werken we veel samen met certificeringsinstellingen (CI).”
Koen van der Aa: “De klant wil zijn PAC runnen. Dat is zijn core business. Onder andere het bouwkundige deel vindt hij vaak lastig om op orde te krijgen.”
Twee normen
Volgens de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) moet een PAC gecertificeerd zijn. Dit kan op twee manieren: via het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) Certificatieschema PAC, of op basis van de norm EN 50518 met ISO 27001 (internationale norm over beveiliging van IT). Volgens Koen van der Aa is de EN 50518 inmiddels veelgevraagd: “Steeds meer alarmcentrales werken namelijk ook over de grens. Neem een bedrijf X in Nederland, dat zijn alarmmeldingen via bijvoorbeeld PAC Y laat lopen. X gaat uitbreiden naar Duitsland. Voorheen zou dit hebben betekend dat Y meldingen in Duitsland niet mag waarnemen. Met de EN 50518 mag dat wel.”
>> Lees ook CCV-certificatieschema voor Particuliere Alarmcentrales is aangepast
Peter Voshol, business developer bij Kiwa NCP – één van de CI’s die in Nederland PAC’s certificeert – beaamt wat Van der Aa zegt. “Steeds meer PAC’s vragen om de EN 50518. Neem een bedrijf als Stanley, dat bijvoorbeeld ook een centrale in Frankfurt heeft.”
EN 50518 opgesplitst in OBE-maatregelen
De EN 50518 beschrijft de eisen waaraan een PAC moet voldoen om operationeel te functioneren. Een vrij brede norm, die is opgesplitst in drie delen: (1) EN 50518-1: Locatie- en constructie-eisen, (2) EN 50518-2: Technische eisen, en (3) EN 50518-3: Procedures en eisen voor de werking. Koen van der Aa: “Of zoals wij zeggen de OBE-maatregelen. De O staat voor Organisatorisch, de B voor Bouwkundig en de E voor Elektronisch.”
Eisen aan de schil van de meldkamer
Omdat in dit artikel de nadruk ligt op de bouwkundige beveiliging van PAC’s, praten we met Van der Aa verder over de ‘B’. Hij vertelt: “Daarbij gaat het met name over de eisen waaraan de schil van de meldkamer moet voldoen. Simpel gezegd over de vier muren, het plafond en de vloer. Alles wat hier binnen valt, is meldkamer. Het betreft (a) kogelwerende, (b) braakwerende en (c) brandwerende eisen. De eisen voor (a) en (b) zijn in de EN 50518 vastgelegd, ze zijn bepalend. Voor (c) wordt een minimum gegeven van 30 minuten brandwerendheid. Echter, in het geval het Bouwbesluit in een bepaald land een zwaardere eis stelt – de Bouwbesluiten zijn per land verschillend – dan moet aan die eis worden voldaan.”
Peter Voshol, business developer bij Kiwa NCP – één van de CI’s die in Nederland PAC’s certificeert.
Peter Voshol vult aan: “Kijken we naar de kogelwerende eisen, dan gaat het er om dat als er met ‘een pistool’ wordt geschoten de kogel niet door de beveiligingsschil komt. Of als men met bijvoorbeeld ‘een honkbalknuppel’ op het glas slaat, ze er niet doorheen komen en het dus veilig is tegen inbraak.”
Certificering kan alleen op alle drie de delen
Certificering conform EN 50518 kan alleen als alle drie de delen zijn getoetst en akkoord zijn bevonden. Het is niet mogelijk om slechts op één of twee delen te certificeren.
Certificering volgens de EN 50518 begint met een aanvraag van een bedrijf, waarna een offerte volgt. Aan de hand van deze offerte kan de klant een overeenkomst met een CI afsluiten. Hierna volgt een onafhankelijke toelatingsaudit waarbij de CI beoordeelt of aan de criteria voor certificering wordt voldaan. Is de uitslag van het onderzoek positief, dan volgt certificering.
Zijn eventuele geconstateerde tekortkomingen opgeheven, dan komt de klant ook in aanmerking voor certificering. Jaarlijks worden controle-onderzoeken uitgevoerd om vast te stellen of de gecertificeerde processen en uitgevoerde werkzaamheden nog steeds aan de gestelde eisen voldoen.
Lastig proces
Veel PAC’s kiezen ervoor om samen te werken met bedrijven als aalbers|wico. Koen van der Aa: “Certificering doe je niet zo maar even. Het is nogal een papierwinkel. En daarbij, PAC’s willen gericht investeren om de norm te halen. Huren ze ons in, dan bieden wij onze deskundigheid aan in het hele spectrum van bouwkundige beveiliging. Wij beginnen met een eerste inventarisatie van de meldkamer. Welke documenten zijn voorhanden? Deze worden door ons getoetst aan de huidige normen. Zijn er geen documenten, dan voeren we met meetapparatuur inspecties uit en kijken we naar wat er wel of niet aanwezig is. Ontbreekt er wat, dan kunnen we ook de fysieke onderdelen leveren en monteren, et cetera.”
Met een Kalashnikov voor de deur om de kogels tegen te houden
Peter Voshol: “Er is in de praktijk altijd een heel ‘gedoe’ met glas. Ik heb PAC’s in het buitenland bezocht. Het bouwkundige deel blijkt dan wel goed te zijn – prima deuren en muren – maar het kogelwerend glas ontbreekt vaak. Of anders gezegd: ze zeggen dat het glas kogelwerend is, maar kunnen vervolgens het certificaat niet vinden. Of een mooi voorbeeld, ik ben bij een centrale in Warschau geweest. Daar hadden ze geen kogelwerend glas, maar wel een man met een Kalashnikov voor de deur staan die de kogels dan maar tegen moest houden.”
De juiste kennis
Peter Voshol vervolgt: “We bekijken of alle bouwkundige delen juist zijn. En of ze goed zijn gemonteerd. Ook moeten alle vereiste documenten aanwezig zijn. Hiervoor is wel een partij nodig die de goede producten op de goede manier aanlevert. Anders kunnen wij het niet goedkeuren. In het verleden hebben we wel eens heel geïnteresseerd bij bouwlocaties gestaan, terwijl we dachten: ‘Nou zeg het maar, is het wel het juiste glas?’. Dan moesten we er toch weer een bedrijf als aalbers|wico bij halen om met een glasmeter de samenstelling te bepalen. Soms moesten zelfs kozijnen worden verwijderd om dit te kunnen beoordelen. Bij bedrijven die zelf niet over de juiste kennis beschikken, is het over het algemeen geen succesverhaal.”
Certificaat als stempel aan het einde van de rit
Koen van der Aa vat samen: “De klant wil zijn PAC runnen, wil met de meldingen aan de gang. Dat is zijn core business. Onder andere het bouwkundige deel vindt hij vaak lastig om op orde te krijgen. Het enige dat voor hen telt is het certificaat, dat is het ‘stempel’ aan het einde van de rit. En daar kunnen wij, samen met de CI, voor zorgen.”
Betty Rombout is freelance journalist
>> Dit artikel is ook opgenomen in Security Management Magazine van juli 2017 met als thema Particuliere Beveiligingsorganisaties & Particuliere Alarmcentrales (‘PBO’s & PAC’s’)