Wie wel eens een crash heeft zien gebeuren met rallywagens of formule 1 racewagens en de bestuurder daarna zonder een schrammetje uit het wrak zag stappen, vraagt zich af waarom zespuntsgordels, rolkooien, nekbraces, helmen en monocoques nog niet verplicht zijn gesteld bij personenauto’s.
De reden daarvoor is voor de hand liggend: het is een kosten-batenafweging. Een reële maatregel tegen een reële dreiging. Een coureur loopt een honderdmaal zo grote kans op een ernstig ongeval en dat rechtvaardigt kostbare veiligheidsvoorzieningen. En ze werken. Het is een mooi voorbeeld van hoe veiligheid zou moeten functioneren: een goed doordachte oplossing voor een specifieke situatie.
Maar met security is iets eigenaardigs aan de hand. Hoewel de veiligheid toeneemt, stijgt de vraag naar security. Wanneer onze smartphone is gejat, willen we meer camera’s om de dief vast te leggen. Uit gemak. En een winkel zonder beveiliger wordt langzamerhand een zeldzaamheid. Een winkel zonder camera’s is al een uitzondering.
Is het te veilig? Dan gaan we ons onveiliger gedragen
Ook met safety is iets bijzonders aan de hand. Als we ons veilig voelen gaan we ons onveiliger gedragen. In onze zucht naar avontuur doen we dan aan death riding en cliffjumping. Of we scheuren met 140 km/u door dichte mist, omdat we een forward collision warning radar in onze auto hebben.
Er is een soort bandbreedte tussen ‘veilig’ en ‘onveilig’. Daar komen we nooit onder of boven. Is het te veilig? Dan gaan we ons onveiliger gedragen. Is het te onveilig? Dan nemen we maatregelen.
Maar wat gebeurt er eigenlijk als we onnodige veiligheidsmaatregelen nemen? Neem nog eens het voorbeeld van het begin. Autorijden is relatief veilig. Maar wanneer iedereen helmen en nekbraces in zijn auto zou gaan dragen, zou het aantal ongevallen juist toenemen omdat we minder goed zien wie er van links, rechts en achter ons komt. Onnodige veiligheidsmaatregelen kunnen dus onverwachte neveneffecten hebben: meer ongevallen.
Er is echter een duivels dilemma. Veiligheid wordt gemanaged op kosten, maar tegelijkertijd wordt veiligheidstechnologie steeds goedkoper. De vraag wat onnodige technologie met veiligheid doet wordt niet gesteld. Het uitzoeken daarvan kost meer dan de aanschaf. Baat het niet dan schaadt het niet, is de – foute – veronderstelling. Dus schaffen we het aan.
Niet bestaande dreigingen bestrijd je met een placebo
Het is een mooi voorbeeld van hoe veiligheid niet zou moeten functioneren: het nemen van onnodige maatregelen tegen een vage of niet bestaande dreiging. Dan krijgen neveneffecten van de maatregel ineens een veel grotere invloed dan het oorspronkelijk beoogde doel. Soms is dat zelfs de bedoeling. Dat heet veiligheidspolitiek.
Maar uiteindelijk bestrijd je echt gevaar met effectieve maatregelen. Niet bestaande dreigingen bestrijd je met een placebo.
> Lees meer blogs van Civis Sollicitus