“Heren, u weet waarom u hier bent”, sprak de minister. De bankier en de arts keken strak voor zich uit, ieder in zijn eigen gedachten verzonken.
“Hoe heeft het zover kunnen komen?”, dacht de bankier. Zijn taak was ooit om goed op het geld van zijn klanten op te passen. Dat deden ze al sinds de twaalfde eeuw toen de ridderorde van de Tempeliers het bankieren uitvond. En eigenlijk had hij sinds de middeleeuwen niets anders gedaan dan goed op geld passen. Totdat de overheid in de eenentwintigste eeuw luid op de poort bonkte. Hij werd een vooruitgeschoven post als drugsbestrijder, om drugsgeld uit het systeem te vissen. Of een mensenrechtenactivist die geld opspoort waar bloed aan kleeft. Of belastinginspecteur om fraude en witwassen op te sporen. Hele afdelingen met computernerds werden er opgetuigd die dit digitale varkentje algoritmisch gingen wassen, wat nogal eens misging. Maar als hij niks deed, volgden hoge boetes.
Het medisch beroepsgeheim op de schop
“Hoe heeft het zover kunnen komen?”, dacht de arts. Hij was er om zieke mensen beter te maken en lijden te verlichten, zonder onderscheid naar persoon. Iedereen krijgt hulp van een arts, ook criminelen en terroristen. En omdat artsen zeer intieme details te horen kregen, beloofden ze daarover te zwijgen. Dat had al een lange traditie, sinds Hippocrates in de vierde eeuw voor Christus. Eigenlijk deden artsen al 2400 jaar gewoon hun werk. Totdat de overheid in de eenentwintigste eeuw luid op de deur bonkte. Hij werd een vooruitgeschoven post om na te gaan hoe iemand aan een trauma kwam, vrouwen en kinderen aan blauwe plekken, mensen aan schotwonden. Het medisch beroepsgeheim moest maar eens op de schop, want het benadeelde de effectieve opsporing.
Tientallen instanties hebben al gefaald
Maar wacht even: op het moment dat er geld wordt witgewassen of er een patiënt met schotwonden de eerste hulp binnenkomt, hebben er al tientallen instanties gefaald die zich wél met beveiliging en opsporing bezighouden. De politie kan het werk niet meer aan, de Nederlandse fiscus draagt zijn steentje bij aan mondiale belastingontwijking, defensie is kapot bezuinigd en Boa’s blijken dikke vriendjes met de onder toezicht gestelden.
Er wordt openlijk toegegeven dat we de strijd met de georganiseerde criminaliteit aan het verliezen zijn
In de jaren tachtig verschoof de aandacht naar wat toen heette de ‘kleine criminaliteit’. Daarbij is de aandacht voor de ‘grote’ criminaliteit wat verwaterd. En terwijl we een fijnmazig netwerk opzetten van wetten, meldpunten en kliklijnen, overtrof de omzet van synthetische drugs en andere ‘grote’ criminaliteit in ons landje het gezamenlijk bruto nationaal product van alle grootste Nederlandse gemeentes bij elkaar. En sinds een aantal jaren wordt openlijk toegegeven dat we de strijd met de georganiseerde criminaliteit aan het verliezen zijn. Met als treurig dieptepunt de moord op een advocaat in september 2019.
“Maar ik kan u garanderen dat de eerstvolgende keer dat deze misdadigers 6 kilometer te hard rijden, hun huisvuil verkeerd aanbieden, of ergens parkeren waar dat niet mag, zij hun gerechte straf niet zullen ontlopen. Dat zal ze leren!”, sprak de minister. En hij zweeg glimlachend, want hij wist dat hij gelijk had.
Klik hier voor meer blogs van Civis Sollicitus
LEES OOK: SECURITYPROFESSIONALS OVER DE GEVOLGEN VAN DE CORONACRISIS
Volg Security Management op LinkedIn