Vroeger was opsporing en handhaving moeilijk en kostbaar. Daarom maakten we de wetten en regels wat strikter dan nodig was. Zo ontstond er wat speelruimte en beslisten we wat en hoe we wilden handhaven. En wat niet.
Maar de afgelopen twee decennia krijgen we steeds meer en betere technologische opsporings- en handhavingssystemen ter beschikking en kunnen we eindelijk eens goed gaan handhaven. In mijn allereerste column van april 2014 beweerde ik daarom dat we door de toename van al die technologie er achter zullen komen dat 100 procent van de mensheid strafbare feiten pleegt.
Daar zijn legio voorbeelden van te geven, variërend van een simpele snelheidsovertreding (te hard rijden leidt niet meteen tot ongelukken), brandvoorschriften (het niet naleven van brandvoorschriften leidt niet onmiddellijk tot brand) tot mensen die als wanbetaler te boek staan omdat ze na een lange vakantie een telefoonrekening niet op tijd hadden betaald.
Ieder vergrijp dat voorkomen wordt is pure winst, is de onverslaanbare logica
Door de enorme toename aan mogelijkheden van technologie en alle aandacht voor preventie en profilering zullen we ons steeds meer op dit soort mogelijke vergrijpen gaan richten dan op echte vergrijpen. Om één simpele reden: mogelijke vergrijpen vinden veel vaker plaats dan echte vergrijpen. Want ieder vergrijp dat voorkomen wordt is pure winst, is de onverslaanbare logica.
Maar het vertrouwen in security ligt verankerd in het vermogen om voldoende nauwkeurigheid te bieden. Met andere woorden: onze securitytechnologie wordt goedkoper, gedetailleerder en sneller, maar slechts marginaal beter. Ik durf te stellen dat onze securitytechnologie de afgelopen jaren met tientallen procenten, misschien zelfs meer dan 100 procent verbeterd is. Maar wanneer het aantal securitymetingen tegelijkertijd met tienduizenden procenten stijgt heb je een probleem: teveel fout-positieven.
Als regelmatige lezer herkent u hierin de gemeente Naardervenne waar vanuit ik regelmatig verslag doe. Naardervenne dacht dat een opsporingssysteem met 90 procent nauwkeurigheid voldoende trefzeker was. Totdat ze daarmee een half miljoen mensen gingen scannen en uiteindelijk het omgekeerde effect bereikten van wat ze wilden. Recentelijk hebben ze hun strategie aangepast en worden enkel nog commerciële toepassingen ontwikkeld op basis van veiligheidstechnologie. De regels daarvoor zijn minder strikt en dat biedt meer mogelijkheden.
De komende decennia, tot het tijdstip waarop écht voldoende nauwkeurige apparatuur ter beschikking komt voor massale toepassing hebben we dus nog tijd om de vraag te beantwoorden wat we willen gaan handhaven en in welke mate. En of onze wetten nog wel geschikt zijn.
En het gaat nog een hele toer worden om te voorkomen dat technologie, commercie of morele verontwaardiging daarin een dominerende rol gaan spelen.