Zoals bekend is Nederland een gevaarlijk land om in te wonen. Als burger ben je nergens meer veilig. Criminelen vermenigvuldigen zich als razenden. Burgemeesters worden bedreigd. Pogingen tot terroristische aanslagen nemen hand over hand toe en de georganiseerde criminaliteit doet een extra duit in het zakje door tieners met een Kalasjnikov de straat op te sturen om een zakelijk geschil te beslechten. Daarbij wordt de professionaliteit nog wel eens uit het oog wordt verloren. Vergismoorden, rondvliegende kogels en slachtoffers onder omstanders zijn tegenwoordig normaal.
Dat was vroeger niet zo, maar de financiële mogelijkheden zijn tegenwoordig vele malen groter. En veel geld trekt nu eenmaal nieuwe criminelen aan die ook snel rijk willen worden – wie wil dat trouwens niet: snel rijk worden? Maar door de concurrentie slinken de marges. Wanneer je met meer mensen een taart moet verdelen, worden de stukken immers kleiner. En drukt dat de winst.
Dat maakt het dat er steeds minder groepen een goed belegde boterham kunnen verdienen met hun activiteiten. De tucht van de markt geldt ook in de onderwereld: meer concurrentie, minder winst. De oplossing: minder concullega’s. De methode: zie eerste alinea.
Sommige groepen proberen nieuwe taarten te vinden en richten zich op hedendaagse activiteiten zoals de handel in gestolen identiteiten. Daarmee kun je aardige dingen doen, want het is gemakkelijker om een vals spoor achter te laten, dan helemaal geen spoor. Bijkomend voordeel: de opsporingsinstanties richten zich in eerste instantie op de verkeerde, wat kostbare tijdwinst oplevert. Nog een voordeel (voor de crimineel dan) is dat ons rechtsstelsel zo is ingericht dat degene wiens identiteit misbruikt is, moet bewijzen dat hij onschuldig is. De dader zit dan al lang elders.
De opsporing moet natuurlijk geoptimaliseerd worden
Om dat te voorkomen en de daders zo snel mogelijk achteraf op te pakken, moet de opsporing natuurlijk geoptimaliseerd worden. Daarvoor zijn al veel maatregelen ingevoerd en staan nog een groot aantal in de ijskast.
Tal van meldpunten en kliklijnen zijn er gekomen, waardoor overlast en criminaliteit nog wel eens door elkaar gaan lopen. Banken gaan politici controleren en zij zijn verplicht alle ongebruikelijke transacties te melden om boven- en onderwereld van elkaar gescheiden te houden. Het medisch beroepsgeheim staat onder druk. Er is al een meldplicht bij vermoeden van kindermishandeling, maar de tendens is om dit verder op te rekken. Scholen houden leerlingen in de gaten, zodat crimineeltjes-in-de-dop al vroegtijdig gesignaleerd worden, enzovoorts.
De vraag is natuurlijk of al dat moois straks ook gaat werken in onze strijd tegen de misdaad. Ik ben bang dat het antwoord weer ‘nee’ zal zijn.