In de straat waar ik woon heeft de gemeente een grasveld laten aanleggen langs de singel. Een mooie groene buffer tussen water en riet. Veel mensen laten daar ook hun hond uit, zoals Tante Agnes die in dezelfde staat woont.
Tante Agnes is ver in de tachtig en om haar heen hangt een aura van vergane glorie uit de vorige eeuw. Zij gaat nog steeds onberispelijk gekleed, compleet met hoed en voile, parelketting, glacé handschoenen en flanerend op haar stevige molières. Zij heeft ook een hondje, een Maltezer leeuwtje. U kent ze wel, zo’n schattig klein wit gezelschapshondje. Tante Agnes laat Napoleon (zo heet hij) stipt om tien uur ‘s ochtends en acht uur ‘s avonds uit. Vergezeld van een plastic poepzakje, want we leven ondertussen wel in 2017!
Een feit, een bekeuring
Nu kan het zijn dat Tante Agnes wat vergeetachtig was geworden, maar op een dag was zij het poepzakje vergeten en poepte Napoleon midden in het gemeenteplantsoen. Ongelukkigerwijs zitten hier meer boa’s dan in de regenwouden van Zuid-Amerika en het poepfeit werd geconstateerd door een passerend ambtenaar die (onder het wakend oog van een tweede) haar onverbiddelijk op de bon slingerde. Tante Agnes was helemaal overstuur en protesteerde heftig. Ze was het zakje toch alleen maar vergeten en zou het meteen gaan ophalen en opruimen? Maar de boa was buigzaam als beton. Een feit, een bekeuring.
Het leven kabbelde voort, al kreeg ik het idee dat Tante Agnes en Napoleon wat minder regelmatig naar het grasveld kwamen. Een tijd later daalde een vlucht Canadese ganzen neer, aangelokt door het malse gemeentegras. Eerst twee, toen tien en op het laatst telde ik er vijftig. En ganzen doen twee dingen: grazen en poepen. Zo’n gans, die bijna twee maal zoveel weegt als een Maltezer leeuwtje produceert per dag vier keer zoveel uitwerpselen als Napoleon. En zo kwam het dat op een warme zomerdag na een verfrissende regenbui de weeë stank van ganzenuitwerpselen uit het gemeenteplantsoen opsteeg.
De boa, die nog regelmatig controleerde op poepende hondjes kwam weer eens langs. ‘En?’, vroeg ik terwijl ik op de ganzen wees. De boa beende driftig weg. Tsja… dacht ik. De natuur houdt zich niet aan door mensen gemaakte regels. Geen feit, geen bekeuring.
De ganzen vraten zich vol en verdwenen na een paar weken, een paar honderd kilo uitwerpselen achter latend. Niet lang daarna kwam de gemeentelijke drollenzuiger langs om de poep op te ruimen en een paar dagen daarna lag het grasveld er weer als nieuw bij.
En tante Agnes? Ik heb haar niet meer gezien. Er gaan geruchten dat de boa-bon haar dusdanig aangreep dat zij hartklachten kreeg en niet lang daarna is overleden. Haar familie heeft zich over Napoleon ontfermd die nu elders vertoeft. De boa heb ik niet meer gezien. Maar het grasveld ligt er weer uitnodigend bij alsof er nooit iets gebeurd is. Of toch?
Ik wens u een zalig kerstfeest en een rationeel veilig 2018.
Klik hier voor meer blogs van Civis Sollicitus