Verstandshuwelijk Binnen enkele maanden sluiten wij een nieuw contract voor de particuliere beveiliging van onze Europese vestigingen. Een miljoenendeal voor een periode van vijf jaar. De verandering is welkom. Zeer welkom zelfs. De relatie met mijn contractor vertoont namelijk alle trekken van een slecht huwelijk.
Wat zouden we graag nog van elkaar houden. Blind op elkaar vertrouwen. Elkaar in één oogopslag doorzien. Maar helaas: we praten wel, maar zijn opgehouden naar elkaar te luisteren. We denken de ander te kennen maar snappen elkaar eigenlijk al lang niet meer. Ondertussen drijven de verwachtingen steeds verder uiteen en nemen de teleurstellingen toe.
Het blijft moeilijk om aan te geven waar de pijn precies in zit. Beveiligers beschikken over het algemeen over de benodigde opleidingseisen en een goede locatiebekendheid. Bovendien beschouwen zij zichzelf eerder nog als medewerker dan als ingehuurde kracht. Natuurlijk zijn er aandachtspunten – tijdige en volledige communicatie met de opdrachtgever is daar één van – maar de dienstverlening voldoet grosso modo aan de minimale eisen uit ons contract.
Toch overschaduwt een onbevredigd gevoel de werkrelatie met de contractor. Een gevoel dat mij overigens bij elke aanbesteding opnieuw bekruipt. Als het stof van de marketing en sales eenmaal is neergedaald, sneuvelen de eerste beloftes, en komen beeld en werkelijkheid verder uiteen te liggen. Where did we go wrong?
Natuurlijk mijmer ik graag over vroeger. Toen security nog een ambacht was in plaats van een dienst. Toen 'inbesteding' de realiteit was in plaats van een uitzondering. Toen het budget nog niet onder druk stond. Toen je zelf nog eindverantwoordelijk was voor je personeel en kwaliteit. Nostalgie alleen biedt echter geen verklaring.
In een tijd van aandeelhouders, strategische heroverweging, planning, control en kostenbesparing wordt de scheiding tussen 'core' en 'non-core' steeds scherper. Het is daarom al lang niet meer de vraag of je security uitbesteedt. De eeuwige vraag blijft vooral hoe je dit doet. Terwijl het bieden van een adequaat en vaststaand antwoord buitengewoon lastig is.
Waar het ook mis is gegaan tussen mij en de dienstverlener, uit alles spreekt dat we toe zijn aan de rituele vijfjaarlijkse echtscheiding. Als je het mij vraagt één van de meest charmante fasen in dit soort verstandshuwelijken. Nog voordat de inkt goed en wel op de scheidingspapieren is geland, blijkt de contractuele paringsdans met potentiële nieuwe gegadigden alweer in volle gang.
Nog voordat je beseft dat je überhaupt in de markt lag, dienen de nieuwe kansen zich aan. Ten prooi aan alle aandacht, flirts en avances verblijf je elke vijf jaar voor even in dat gedroomde securityparadijs. Het ene na het andere afspraakje fluistert je zwoel de meest fantastische beloftes in en alles lijkt mogelijk. Bovendien eindigt elke date met het aanbod om mee naar huis te gaan.
En dan is er Inkoop. De roze wolken verdampen. De vlinders ruw vertrapt. Bye, bye love, hello aanbestedingstraject, gunningscriteria, werkinstructies, prestatie-indicatoren, controlemiddelen, escalatieprocesdures. De korte maar hevige romances maken al snel onderdeel uit van een kille commerciële uithuwelijkingsprocedure. Nog voordat je het beseft, is het fundament voor een nieuw verstandshuwelijk gelegd. Je bent mee naar huis gegaan. Je ligt naast weer een nieuw gezicht. Terwijl het stof neerdwarrelt en je langzaam in slaap valt, denk je glimlachend aan de volgende echtscheiding.
Colin T. is security manager bij een Nederlandse multinational. Aan de hand van de weerbarstige securitypraktijk van alledag geeft hij maandelijks zijn kijk op veiligheid.