Hieronder een kort overzicht van de meest voorkomende vormen van biometrische herkenning. Er wordt echter nog steeds aan nieuwe varianten gewerkt, maar deze zijn nog niet zo ver uitontwikkeld dat ze probleemloos in een toegangscontrolesysteem kunnen worden toegepast.
Vingerafdrukherkenning
De vingerafdruk wordt al meer dan honderd jaar als een betrouwbare biometrische parameter gezien. Vingerafdruklezers maken direct nadat een vinger op de sensor is gelegd een elektronische afbeelding van de vingerafdruk. De nieuwe generatie vingerafdruklezers is sterk verbeterd ten opzichte van vorige generaties, maar toch blijft de kans om niet herkend te worden wat groter dan bij andere vormen van biometrie. Dit is niet alleen te wijten aan de kwaliteit van de lezers, maar ook aan de vingerafdruk zelf. Sommige mensen hebben een beschadigde of onduidelijke vingerafdruk.
Handpalm-aderherkenning
Het handpalm-aderpatroon wordt gelezen door met een infraroodlicht op de handpalm te schijnen. De hemoglobine in het bloed (het deel dat de zuurstof vasthoudt) absorbeert dit infraroodlicht duidelijk sterker dan de omliggende weefsels waardoor een infraroodcamera een beeld van de aderstructuur in de handpalm kan maken. Het voordeel van een aderpatroon is dat dit niet 'achtergelaten' kan worden zoals bij een vingeradruk en de handpalm heeft meer karakteristieke punten dan een vingeradruk waardoor deze nauwkeuriger is.
Irisherkenning
Bij irisherkenning maakt een camera een opname van het oog en vervolgens worden de unieke patronen van de iris digitaal gecodeerd en als een iriscode in een database opgeslagen. Irisherkenning heeft een zeer hoge nauwkeurigheid. Tegenwoordig zijn er modules op de markt die op meer dan een meter de iris kunnen lezen terwijl de gebruikter een normaal wandeltempo aan kan houden.
Handherkenning
De handgeometrie maakt gebruik van het feit dat de afmetingen van de hand en de vingers voor eenieder uniek zijn. Dit is een goede techniek om verificatie van de identiteit uit te voeren. Echter dient wel een pas aangeboden te worden om de een-op-een-vergelijking op te starten. De hand heeft onvoldoende karakterisitiek punten om voor identificatie gebruikt te worden.
Gezichtsherkenning
Hetzelfde geldt deels voor gezichtsherkenning. Het is relatief eenvoudig om een afbeelding van een gezicht te nemen en deze af te drukken op papier. De tweedimensionale lezers zullen dit over het algemeen niet herkennen. Driedimensionale lezers zullen zich niet laten bedotten door een stuk papier, maar hier blokkeert bijvoorbeeld een bril een deel van het gezicht. Normaliter wordt bij gezichtsherkenning dan ook een pas gebruikt om een-op-een-verificatie uit te kunnen voeren. Oplossing hiervoor zou het combineren van een tweedimensionale met een driedimensionale lezer kunnen zijn.
Stemherkenning
Ook stemherkenning is in opkomst. Stemherkenning wordt al gebruik om een verificatie van de gebruiker uit te voeren in telefoongesprekken, maar is nog afhankelijk van omgevingsfactoren zoals achtergrondruis en de conditie van de stem. Er zijn echter ontwikkelingen gaande waarbij deze verstorende factoren nog verder worden geminimaliseerd en uiteindelijk niet meer als verstorende factoren aangemerkt hoeven te worden.
Bron: Security Management nummer 12, december 2011, Marc Rietman