Digitale surveillance rukt steeds verder op tot in het klaslokaal. Zo hebben de universiteiten van Utrecht en Leiden slimme camera’s opgehangen om te registreren hoeveel mensen er in de collegezalen en universiteitsbibliotheken zijn. Op die manier kan de bezetting beter worden gemonitord. In Leiden gaat het om 371 classroom-scanners à 600 euro per stuk. Opvallend is dat deze scanners veel meer kunnen dan het aantal studenten tellen alléén.
Tekst Marc Schuilenburg
Een snelle blik op de internetsite van de Zwitserse fabrikant Xovis leert dat de camera’s ook het geslacht en de leeftijd van voorbijgangers kunnen herkennen. De camera’s zien zelfs of de studenten een gezichtsmasker dragen. Handig in tijden van corona.
> LEES OOK: Inzet slimme camera tegen afleiding in verkeer
Function creep
Volgens de bestuurders van Leiden heeft de universiteit geen interesse in de extra functionaliteiten van de slimme camera’s. Het zou slechts gaan om het registreren van het aantal aanwezigen in de zalen met als doel direct bij te kunnen sturen op capaciteit. Een naïeve gedachte. De verantwoordelijke personen gaan hiermee voorbij aan de eerste wet van surveillance. En die luidt dat de oorspronkelijke doelstelling van techniek altijd wordt verruimd door nieuwe functionaliteiten en de opkomst van nieuwe veiligheidsrisico’s.
Function creep wordt dit genoemd. Een goede Nederlandse term hiervoor bestaat niet. Maar het idee hierachter is dat bestaande technologie geleidelijk een geheel andere werking krijgt dan aanvankelijk was bedoeld.
> LEES OOK: Cameratoezicht en Artificial Intelligence
Stevige verzet van de studenten
Na een petitie en aanhoudend protest van de studenten hebben beide universiteiten besloten de camera’s voorlopig weg te halen. Je vraagt je af waarom Utrecht en Leiden niet eerst hebben gekeken of het tellen van studenten ook lukt met andere technieken. Zo zijn er automatische bezoekerstellers op de markt die een infraroodstraal uitzenden. Deze tellers zijn niet alleen goedkoper, maar ook minder privacygevoelig dan de dure classroom-scanners. Maar de onrust op de universiteiten van Utrecht en Leiden legt nog iets anders bloot. Het stevige verzet van de studenten wijst op een klassieke fout die organisaties vaak maken bij de implementatie van zulke technologieën. Ze vergeten de ervaringen van alle betrokkenen mee te nemen bij hun plannen.
– Civis Sollicitus: Diep lerende camera’s
– Kritische kanttekeningen bij cameratoezicht
– Slim hekwerk weert onbevoegden van haventerreinen
Averechts
Steeds meer dringt het besef door dat van bovenaf opgelegde surveillance averechts werkt. Bij deze top-down benadering wordt onvoldoende rekening gehouden met, wat je zou kunnen noemen, de ‘surveillance-ervaringen’ van alle betrokken personen. Aan deze ervaringen zitten minstens twee kanten.
Er is het vraagstuk van sociale inclusie. Het gaat hierbij om de vraag hoe je alle lagen kunt betrekken bij het ontwerp en de implementatie van nieuwe technologieën, van private beveiligers op Schiphol tot burgers in de wijk. Denk in het geval van Leiden en Utrecht aan participatie van de studenten als modus operandi bij de uitrol van de slimme camera’s. Dit is belangrijk omdat je zo stem kunt geven aan iedereen die dat niet voldoende heeft, waaronder jongeren en minderheden.
Daarbij is er het vraagstuk van epistemische inclusie. Dit gaat over het betrekken van alle vormen van kennis bij de inzet van nieuwe surveillancetechnieken. Episteme komt van het oud-Griekse werkwoord epístamai dat ‘weten, begrijpen, vertrouwd zijn’ betekent. Politieagenten en burgers in de wijk bijvoorbeeld beschikken over zowel professionele als alledaagse kennis van surveillance. Dit zijn andere vormen van kennis dan technische of wetenschappelijke kennis. Maar deze vormen van kennis zijn ook waardevol omdat ze laten zien hoe – van onderaf – surveillancetechnieken worden beleefd, met alle emoties en gevoelens die hierbij een rol spelen.
Surveillance-ervaringen van gebruikers meenemen

Marc Schuilenburg is bijzonder hoogleraar Digital Surveillance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Sociale en epistemische inclusie komen niet zonder problemen. Hoe krijg je goed zicht op alle betrokken partijen? Tellen alle stemmen even zwaar? Wat moet je doen als de meningen van betrokken personen onderling verschillen en ze het oneens zijn? Dit zijn belangrijke vragen waarop geen eenduidig antwoord is te geven. Maar ze openen wel het zicht op wat je de tweede wet van surveillance kunt noemen: betrek de surveillance-ervaringen van gebruikers en andere stakeholders bij de inzet van nieuwe digitale technieken.
Volg Security Management op LinkedIn