In een doodgewone wijk, met doodgewone rijtjeshuizen, breekt op een doodgewone doordeweekse dag brand uit in een van de woningen. De bewoner overleeft de brand niet. Uit het daaropvolgende onderzoek blijkt alles toch minder doodgewoon te zijn dan gedacht.
Een vrouw ziet vuur door het keukenraam van haar buurman. Zij waarschuwt haar echtgenoot, die poolshoogte gaat nemen. Aan de achterzijde van de woning constateert hij dat de keuken in brand staat. Daarop slaat hij met een steen de ruit van de keukendeur in en gaat hij de woning binnen. Hij ziet in de keuken een deel van een afzuigpijp, dat tussen de afzuiginstallatie en het plafond gemonteerd behoorde te zijn, brandend op het gasfornuis liggen. Nadat hij de pijp van het gasfornuis heeft afgeveegd, ziet hij één brandende gaspit. Als hij deze heeft uitgedaan, loopt hij de woonkamer binnen. Deze staat vol rook, maar desondanks
ziet hij dat zijn buurman in een slapende houding op de bank zit, met op zijn buik een mobiele telefoon en direct naast zich een groot model televisie.
Omdat hij er rekening mee houdt dat de bewoner door de televisie kan zijn geëlektrocuteerd, gooit hij de televisie van de bank. Vervolgens zet hij de voordeur van de woning open, gaat weer naar binnen, tilt de buurman van de bank en brengt deze naar buiten.
Hennepkwekerij
Tijdens de bluswerkzaamheden door de brandweer blijkt dat er op de zolderetage een hennepkwekerij is ingericht. Er worden ongeveer 300 zwarte emmers aangetroffen, waarin zich zwarte aarde en kattenkorrels bevinden. Verder stuit de brandweer op ‘kleefkaarten' ter bestrijding van insecten, een afzuiginstallatie, een geprepareerd dakraam, een teil met een tuinslang, een door middel van plastic en folie afgedichte
zolderruimte, een gedemonteerde (doorgeknipte) elektriciteitsvoorziening, tl-verlichting, een thermostaat met thermometers en ten behoeve van de teelt aangebrachte elektriciteitsbekabeling.
Onderzoek
Nadat de brand is geblust, volgt een tactisch onderzoek. In de geblakerde resten worden door de gehele woning lege bierblikjes aangetroffen en in de woonkamer tegenover de bank waar de bewoner was aangetroffen, staat een krat met flesjes bier. In de keuken, op het aanrecht naast het gasfornuis, wordt een geheel door het vuur aangetaste koekenpan aangetroffen met daarin een eveneens geheel door het vuur aangetaste lepel. De beide handvatten blijken door het vuur en de hitte te zijn gesmolten.
Zonderling
Uit een ingesteld buurtonderzoek bleek dat de bewoner bekendstond als een ‘zonderlinge man' die altijd dronken of aangeschoten was en die regelmatig in de buurt stennis schopte. Van de aanwezigheid van een hennepkwekerij bleek men niet op de hoogte. Wel zouden buurtbewoners hebben gezien dat in het laatste jaar regelmatig een kameraad van de bewoner met een tractor bij de woning aankwam en daar bouwmaterialen
bracht, zoals houten balken.
De bewoner was al meerdere maanden bezig geweest zijn woning te verbouwen. Geen van de buurtbewoners had echter het vermoeden gehad dat de man een hennepkwekerij had gebouwd en/of had laten bouwen en
zelf exploiteerde.
Tijdbom
Uit het ingestelde technisch onderzoek bleek dat, gelet op de aangetroffen brandhaard, de brand vermoedelijk was ontstaan bij het gebruik (koken of braden) van het gasfornuis. De conclusie was dat deze woning niet meer en niet minder dan een tijdbom was geweest: óf op enig moment had brand kunnen uitbreken door de illegaal en onprofessioneel gebouwde hennepkwekerij, en/of dit had kunnen gebeuren op enig moment door het gebruikmaken van vuur tijdens het koken op het gasfornuis terwijl de bewoner in kennelijke staat van dronkenschap had verkeerd.
Dit laatste was waarschijnlijk tijdens de fatale brand het geval geweest, waarna de bewoner vermoedelijk door rookvergiftiging om het leven was gekomen.
Anja Couzijn, Register Onderzoeker, Recherchebureau Couzijn Consultancy.