Artikel Rob de Goede
De eigenaar van een aantal computerwinkels ontvangt meldingen dat een van zijn vestigingsmanagers zich schuldig zou maken aan verduistering van materialen. Er volgt een onderzoek, waaruit blijkt dat de beschuldigingen kloppen. Bovendien krijgt het onderzoek nog een verrassende en schokkende afsluiting.
Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) is eigenaar van twaalf computerzaken. Al deze filialen worden gerund door een vestigingsmanager. Op enig moment ontvangt de DGA een anonieme melding dat bij een van de filialen sprake zou zijn van misstanden en onregelmatigheden.
De DGA kan deze melding niet plaatsen en besluit de manager van het betreffende filiaal op de hoogte te brengen van de anonieme informatie. De manager reageert verontwaardigd en zegt dat hij zich niets kan voorstellen bij de anonieme melding.
Voorraadverschillen
Na drie maanden ontvangt de DGA een anonieme brief, maar nu met een meer gedetailleerde omschrijving. In de brief staat vermeld dat de manager van het filiaal zich zou verrijken en materialen zou verduisteren. In opdracht van de DGA wordt door de controller een financieel-administratief onderzoek ingesteld. De controller stelt vast dat er ten opzichte van andere filialen erg veel cartridges en harde schijven worden besteld. De DGA besluit om op zaterdagavond de voorraad in het filiaal op te nemen. Tot ontsteltenis van de DGA wordt geconstateerd dat er sprake is van aanzienlijke voorraadverschillen.
Verborgen camera's
De DGA schakelt een recherchebureau in om de (mogelijke) fraude zorgvuldig te onderzoeken. In de arbeidsovereenkomst van alle werknemers is opgenomen dat de directie in geval van verdenking van fraude de mogelijkheid heeft om (verborgen) camera's te installeren.
Vervolgens worden er enkele verborgen camera's geïnstalleerd. Al vrij snel vallen er een aantal zaken op. Op dinsdag- en donderdagavond wordt gezien dat de manager alleen achterblijft in het filiaal. Vervolgens wordt gezien dat hij op beide dagen enkele cartridges en externe harde schijven meeneemt. Uit het administratief onderzoek blijkt dat deze producten niet zijn verantwoord in de verkoopadministratie.
Hobby
In overleg met de DGA wordt besloten om de manager te confronteren met de bevindingen. De DGA spreekt de hoop uit dat de man een plausibele verklaring kan geven. De man heeft een dienstverband van 21 jaar en is twee jaar geleden gescheiden.
Vrijwel direct nadat de onderzoekers zich aan de manager hebben voorgesteld, breekt hij. De man vertelt dat hij in zijn privétijd films maakt en hierbij ook gebruik maakt van modellen. De man stelt dat hij hiermee is begonnen na de scheiding en voor deze hobby structureel cartridges, harde schijven en andere gegevensdragers vanuit het filiaal meenam. De man verrekende de materialen niet en niemand wist hier ook van. De man verklaart vervolgens dat hij thuis nog een aantal schijven, cartridges en andere materialen heeft liggen, die eigendom zijn van de zaak.
De man zegt alle medewerking toe en geeft aan dat de onderzoekers samen met de DGA mee naar zijn privéwoning mogen om daar de verduisterde materialen op te halen. In de woning aangekomen wijst de man een aantal materialen aan die hij heeft verduisterd. Er wordt een lijst gemaakt met aangetroffen materialen. Vervolgens ziet de DGA in de gang van de woning een aantal gebruikte harde schijven staan die ook afkomstig zijn uit het filiaal. Ook deze schijven worden door de man afgestaan.
Kinderpornonetwerk
In een emotioneel gesprek wordt de man door de DGA op staande voet ontslagen. De DGA stelt daarbij dat hij nog zal overwegen of hij aangifte doet bij de politie. Op kantoor aangekomen controleert de DGA vervolgens de inhoud van de harde schijven en stelt tot zijn grote schrik vast dat een aantal van deze schijven kinderporno bevat, opgenomen in de woning van de man. De DGA doet hierop onmiddellijk aangifte bij de politie. Diezelfde avond wordt de man door de politie aangehouden en wordt de woning doorzocht. Later bleek dat de man onderdeel uitmaakte van een georganiseerd kinderpornonetwerk.