Ruim dertig jaar was Peter van Vliet werkzaam bij de politie in Amsterdam, totdat hij in 2014 overstapte naar de gemeentelijke handhavingsorganisatie van eerst Haarlem en toen Den Haag. In januari 2022 keerde hij terug in de hoofdstad, nu als adjunct-directeur van de Amsterdamse organisatie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte waar circa 500 boa’s, toezichthouders en straatcoaches werkzaam zijn. Een interview.
Hoe ben je op deze plek terechtgekomen?
“Ik ben getipt door mijn voorganger op deze functie en heb gesolliciteerd. Ik ben Amsterdammer van geboorte en daarom trots en blij om terug te zijn. Want wat is er mooier dan dienstbaar te zijn in je eigen stad en dan ook nog eens in het vak waar je hart ligt. Dit is echt mijn droombaan.”
Juist door lokaal aanwezig te zijn, kun je het verschil maken
Welke achtergrond heb je?
“Na de politieschool ben ik begonnen bij de politie in Amsterdam-West. Ik werkte op straat waar ik me bezighield met noodsituaties zoals inbraken, aanrijdingen en misdaden. Daarna was ik acht jaar buurtregisseur en wijkagent in het centrum van Amsterdam, waar het ging om de veiligheid en leefbaarheid van de wijk. Daar had ik veel contact met bewoners. Vervolgens zat ik bij de ME, onder andere als teamleider en (in nevenfunctie) als pelotonscommandant, waarbij ik on- der meer te maken had met krakersrellen. Ik hield me bezig met zaken als de inzet van de mensen, het regelen van opleidingen en oefeningen. Later werd ik teamleider bij een soort intern flexibel uitzendbureau voor politiemensen. Na 31 jaar ben ik weggegaan bij de politie. Dat had te maken met de opzet van de Nationale Politie. Het idee van een landelijke in plaats van een lokale politieorganisatie vond ik niet geweldig. Juist door lokaal aanwezig te zijn en zichtbaar te zijn op straat, kun je het verschil maken.”
![Peter van Vliet: “Onze opgave is zorgen voor een goed samenspel met de mensen in de wijk.”](https://www.securitymanagement.nl/wp-content/uploads/2022/05/Peter-van-Vliet.png)
Peter van Vliet: “Onze opgave is zorgen voor een goed samenspel met de mensen in de wijk.”
Vervolgens was je verantwoordelijk voor de gemeentelijke handhavingsorganisatie in Haarlem en Den Haag. Hoe was dat?
“Bij beide gemeenten heb ik ongeveer vier jaar gewerkt als eindverantwoordelijke, eerst in Haarlem waar ik 45 mensen had, en daarna in Den Haag waar ik structuur heb aangebracht in de organisatie die 450 man telde. En nu dus sinds 1 januari in Amsterdam. Alle facetten van handhaving en leefbaarheid komen samen in dit soort organisaties. Ik vind het een feest om mee te gaan en te zien wat er gebeurt op straat.
Een voorbeeld: bij een school was overlast van scooterrijders die tegen de richting in reden op een fietspad waar schoolkinderen fietsten. Door daar dagelijks, op projectmatige basis, aanwezig te zijn, zorgen we ervoor dat de kinderen veilig naar school kunnen en dat hun ouders niet bang hoeven te zijn dat er iets gebeurt met hun kind.”
“Zo ga je terug naar de tijd van de wijkagent, die door iets kleins te doen, iets groots kan bereiken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Dat zorgt voor een goed gevoel bij de mensen in de wijk, niet alleen bij scholen, ook op straat en bij bijvoorbeeld evenementen. Onze opgave is zorgen voor een goed samenspel met de mensen in de wijk, waarbij elk gebied in de stad om zijn eigen aanpak vraagt.”
Hoe werken jullie?
“We werken informatiegestuurd, op basis van signalen die we op straat krijgen. Onze mensen hebben een PDA en zetten zaken die opvallen in een informatiesysteem, bijvoorbeeld daklozen die overlast veroorzaken of een afvalcontainer die rondslingert op straat. Zo verbeteren we onze informatiepositie en verantwoorden we wat we doen. We werken in dienst van de maatschappij, daarom vind ik het belangrijk om transparant te zijn en te laten zien wat we doen.”
Hoe ziet de organisatie in Amsterdam eruit?
“Onze organisatie telt 750 mensen. In de operatie, die bestaat uit toezichthouders, boa’s, gastheren, gastvrouwen en straatcoaches, werken 500 mensen. Sinds kort doen we dit werk niet alleen in Amsterdam maar ook in Weesp. We opereren vanuit tien locaties in de verschillende stadsdelen en werken in teams die worden aangestuurd door teamleiders. Elk team heeft ook een aanvoerder, zoals in een voetbalteam. De organisatie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte is in 2019 ontstaan. Daarvoor hadden we handhavers per stadsdeel, nu is er een centrale organisatie met als voordeel uniforme werkwijzen en afspraken, waardoor de functie van onder andere de boa in de volle breedte wordt benut.”
Nu houden we ons weer bezig met leefbaarheid, zoals het voorkomen van afval en overlast van jeugd op straat.
Wat waren de belangrijkste issues de afgelopen jaren?
“Vrij snel na de oprichting van de centrale organisatie in Amsterdam zijn we de coronaperiode in gehobbeld. Het accent in ons werk verschoof naar toezien op de anderhalvemeterregel en de maximale groepsgrootte om ervoor te zorgen dat mensen gezond bleven. Dat was een andere taak dan we gewend waren. Eigenlijk pas sinds kort maken we weer briefings zonder het woord corona erin. Nu houden we ons weer bezig met leefbaarheid, zoals het voorkomen van afval en overlast van jeugd op straat. In het centrum van Amsterdam zien we weer meer toeristen. Ook daar doen we weer allerlei taken om de orde en veiligheid te waarborgen. We doen dat werk ook in het openbaar vervoer en in het Centraal Station van Amsterdam.”
Heb je een speciale opdracht gekregen bij je aantreden?
“Nee, niet specifiek. Waar we mee bezig zijn, is om van de vestigingen in de verschillende stadsdelen echt één organisatie te maken met een eenduidige en uniforme werkwijze passend bij wat de burgers per wijk nodig hebben op het gebied van toezicht en handhaving. In 2019 zijn we hiermee begonnen. Door corona was dat wel ingewikkelder de afgelopen jaren. Intern waren er signalen dat mensen ontevreden zijn, maar of dat structureel is of het geluid van een kleine minderheid, is niet helemaal duidelijk. Feit is dat we investeren in medewerkerstevredenheid op de werkvloer. We hebben vertrouwenspersonen en daarnaast integriteitscoördinatoren en we gaan een onderzoek naar de medewerkerstevredenheid doen om die waar nodig te verbeteren.”
![Peter van Vliet (links) in het Vondelpark met de boa’s Samantha en Rob: “Een boa helpt om de leefbaarheid te verbeteren.”](https://www.securitymanagement.nl/wp-content/uploads/2022/05/Boas.png)
Peter van Vliet (links) in het Vondelpark met de boa’s Samantha en Rob: “Een boa helpt om de leefbaarheid te verbeteren.”
Hoe ontwikkelt de functie van boa zich de komende jaren?
“Het vak van boa is in ontwikkeling. Het is ooit begonnen als stadswacht en soms als Melkertbaan, nu is de boa overal professioneel werkzaam in het veiligheidsdomein, met als zichtbaar en herkenbaar element een landelijk uniform. Handhaving was oorspronkelijk alleen de verantwoordelijkheid van de politie, maar je ziet dat boa’s er de afgelopen jaren meer handhavingstaken bij hebben gekregen omdat de politie steeds meer belast wordt met andere taken. Wellicht wordt de taak van de boa in de toekomst verder uitgebreid, denk bijvoorbeeld aan het beboeten van verkeersovertredingen zoals telefoneren op de fiets. Dit is als pilot gestart in Utrecht.”
Hoe verloopt de samenwerking tussen politie en boa’s?
“Tijdens de covid-pandemie zag je in Den Haag dat politiemensen en boa’s samen de straat op gingen en dat werkt goed, maar wel ieder in hun eigen organisatie, waarbij voor de politie de nadruk ligt op noodhulp en opsporingstaken en voor boa’s op handhaving van de leefbaarheid in de openbare ruimte.
Integratie van beide functies in één organisatie is geen goed idee. De gemeente kan zelf het beste bepalen welke inzet nodig is op grond van wat de stadswijken aangeven. Gemeenten nemen vervolgens de benodigde mensen aan. Dat is bij de politie ingewikkelder en landelijk georganiseerd.”
Wij hebben nieuwe mensen nodig vanwege de uitbreiding van taken, maar ook vanwege de vergrijzing
Is het moeilijk om aan mensen te komen?
“Er is een mbo-opleiding handhaving en toezicht, waardoor mensen het vak leren. Hierdoor krijgen we stagiairs binnen en stromen er jonge talentvolle mensen in. Verder kijken we ook naar bijvoorbeeld personeel van beveiligingsbedrijven. Daar werken goed opgeleide en gedisciplineerde mensen die afwijkend gedrag snel herkennen. Wij hebben die mensen veel te bieden: goede arbeidsvoorwaarden, een vast contract, werken volgens roosters, opleidingsmogelijkheden en veelzijdig en afwisselend werk op straat. Wij hebben nieuwe mensen nodig vanwege de uitbreiding van taken, maar ook vanwege de vergrijzing.”
Wat kan er beter in de samenwerking tussen boa en politie?
“Om beter te kunnen samenwerken is informatie-uitwisseling tussen politie en boa’s nodig, maar zij kunnen om privacyredenen niet in elkaars informatiesystemen kijken. Dat is jammer, want onze mensen zijn altijd op straat en zien heel veel. Met die informatie kan de politie heel veel, bijvoorbeeld bij de bestrijding van de criminaliteit en bij ondermijning. Koppeling van enerzijds het politiesysteem en anderzijds de systemen van de gemeentelijke handhavingsorganisaties zou dus helpen, maar dat is een ingewikkeld proces, want elk van de bijna 350 gemeenten in Nederland heeft een eigen systeem. Maar dat soort dingen ligt op een hoger niveau bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.”
In mijn ogen horen boa’s de leefbaarheid te bevorderen en dat hoeven we niet af te dwingen door gebruik te maken van geweld
“Zo wordt op dat niveau bijvoorbeeld nu ook gesproken over het geweldsmonopolie. In mijn ogen horen boa’s de leefbaarheid te bevorderen en dat hoeven we niet af te dwingen door gebruik te maken van geweld. Aan de andere kant heeft de gemeente als werkgever de verantwoordelijkheid voor de eigen medewerkers om hen veilig hun werk te kunnen laten doen. Hierbij kun je dan denken aan een geweldsmiddel om jezelf te verdedigen als dat nodig is. Vandaar dat er nu een proef loopt met het gebruik van de wapenstok, waaraan ook Amsterdam meedoet. De uitkomsten hiervan worden in juli bekend na de evaluatie van de proef.”
In hoeverre maken jullie gebruik van camerabeelden?
“In Amsterdam is er samenwerking tussen politie en boa’s op het gebied van camerabewaking in vooral het centrum van de stad. Onder aansturing van de politie kijken boa’s camerabeelden uit. Met behulp hiervan wordt er gelet op zakkenrollers en of er bijvoorbeeld niet ergens een tas onbeheerd wordt achtergelaten.
Boa’s leren om de signalen te herkennen. Nieuw in dat verband is een test met detectie van bijvoorbeeld overlast op basis van geluid.”
Tot slot: hoe zit het met het imago van de boa? Wordt die door het grote publiek niet vaak gezien als een functionaris die alleen bonnen uitschrijft?
“Dat klopt. Daarom werken we eraan om dat imago te verbeteren en doen we onderzoek naar het imago. De boa is geen bonnenkanon maar iemand die helpt om de leefbaarheid te verbeteren. Om dat beter in beeld te brengen, willen we onder andere meer gebruik maken van sociale media zoals Twitter en Instagram die laten zien wat onze mensen echt doen. Ook werken we in Amsterdam mee aan een tv-programma van Veronica dat in beeld brengt wat boa’s allemaal doen.”
TEKST Henk Hogewoning BEELD Richard Mouw
Lees ook:
- Richard B. Franken: Toegevoegde waarde boa’s: bewijs geleverd
- Richard B. Franken: Wordt de boa de nieuwe wijkagent?
- Een wapenstok voor de boa?
Volg Security Management op LinkedIn