Op 27 maart 2015 werd duidelijk hoe afhankelijk onze samenleving is van elektriciteit. Door een stroomstoring in Noord-Holland kwamen een miljoen huishoudens zonder stroom te zitten. Daarnaast vielen verkeerslichten uit, kwamen treinen, metro’s en trams stil te staan en konden vliegtuigen niet meer landen op Schiphol. In het getroffen gebied waren het mobiele telefoonverkeer en het elektronische betalingsverkeer ook verstoord en een gedeelte van het bedrijfsleven kwam stil te liggen.
Leestijd: +/- 3,5 minuten
Het waarborgen van de continuïteit van vitale infrastructuur is van gezamenlijk belang voor zowel de vitale (veelal private) organisaties als voor de samenleving. Onder vitale infrastructuur verstaan we producten, diensten en de onderliggende processen die, als zij uitvallen, grootschalige maatschappelijke ontwrichting kunnen veroorzaken. Overheid en vitale organisaties werken in Nederland daarom samen aan de bescherming van de vitale infrastructuur.
>> Lees ook Gijzelvirus veroorzaakt honderden slachtoffers
>> Lees ook Reinder Woldring: ‘Het kwaad zit in de mens’
Complex domein
Door de vele betrokken partijen, de benodigde integrale benadering, technologische ontwikkelingen en de gelaagdheid en verwevenheid van vitale processen is dit een dynamisch en complex domein. De samenleving is afhankelijker geworden van vitale infrastructuur terwijl de maatschappelijke acceptatie van de uitval van een dergelijke infrastructuur juist is afgenomen. De infrastructuur is onder andere afhankelijker geworden van ICT-systemen en van elektriciteit en daarmee ook voor (moedwillige) cyberincidenten. Vitale processen zijn daarnaast dermate verknoopt dat cascade-effecten moeilijk zijn te voorspellen en ook groter van omvang zijn bij uitval van één proces. Vitale organisaties en de Rijksoverheid onderkennen dit mede op basis van ketenanalyses bij vitale organisaties.
De infrastructuur is onder andere afhankelijker geworden van ICT-systemen en elektriciteit
Herijking
De minister van Veiligheid & Justitie heeft namens het Kabinet aan de Tweede Kamer in 2013 toegezegd om het beleid rondom de bescherming van vitale infrastructuur te herijken. De herijking heeft geleid tot een nieuwe geprioriteerde lijst van wat aangemerkt moet worden als vitale infrastructuur in Nederland met meer focus. In plaats van een sectorale benadering is gefocust op de relevante processen onderliggend aan de producten en diensten en is de vitale infrastructuur in Nederland anno 2015 ook gedefinieerd in processen. Ook heeft het inzicht opgeleverd met betrekking tot de belangrijkste risico’s, dreigingen, kwetsbaarheden en mate van weerbaarheid van deze infrastructuur. Bovendien is er (meer) aandacht voor de implementatie: waar daar aanleiding toe is, zijn afspraken gemaakt om zowel de fysieke als digitale weerbaarheid te verhogen. De afspraken zijn vastgelegd in zogenaamde roadmaps. Met behulp van de gezamenlijke doestelling Continuïteit van de samenleving wordt daarnaast implementatie in de Veiligheidsregio’s gerealiseerd. De herijking legt met dit alles de basis voor een geactualiseerd en aangescherpt structureel beleid rondom vitale infrastructuur in Nederland. Inmiddels is de beoordeling van wat vitaal is voor Nederland zo goed als afgerond. In april zijn de resultaten van de beoordeling in de Voortgangsbrief Nationale Veiligheid aan de Tweede Kamer gepresenteerd.
Nationale veiligheid
Een eenduidige definitie en identificatie van de vitale infrastructuur voor Nederland anno 2015 en een daarop toegerust weerbaarheid bestendigend of -verhogend beleid zijn van groot belang voor de nationale veiligheid. Daartoe is de mate van vitaliteit bezien op basis van criteria en grenswaarden voor maatschappelijke ontwrichting die gelden voor alle publieke en (semi) private partners. De criteria zijn ontwikkeld aan de hand van de beoordelingssystematiek van de Nationale Risicobeoordeling (NRB) uit de Strategie Nationale Veiligheid. Tijdens de herijking is een integrale beoordeling van de mate van vitaliteit uitgevoerd, waarbij de gevolgen van uitval van de in 2009 benoemde vitale sectoren (gedefinieerd in 2005, aangescherpt in 2009) zijn beoordeeld op economische, fysieke en sociale impact. Verder zal in 2015 actie worden ondernomen om mogelijke nieuwe vitale infrastructuur te identificeren. Daarnaast wordt er ingezet op het beter ontsluiten en waar nodig ontwikkelen van instrumenten voor de vitale infrastructuur. Strategische allianties zullen worden aangegaan om intersectorale informatie-uitwisseling en kennisborging te realiseren.
Afbakening
Door de herijking kunnen andere weerbaarheidsverhogende instrumenten gericht(er) worden ingezet. Zo zal vitale infrastructuur worden opgenomen binnen de crisisstructuren en krijgt deze bijzondere aandacht binnen de Nationale Academie voor Crisisbeheersing. Verder wordt de vitale infrastructuur opgenomen in de Producten- en Diensten Catalogus van het Nationaal Cybersecurity Centrum. Het (kunnen) aanwijzen van vertrouwensfuncties wordt ook bezien in relatie tot de categorieën van vitaal. Dit geldt eveneens voor het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb), dat overigens van onverkorte toepassing blijft op de huidige daarbij aangesloten sectoren. Ten slotte ligt het voor de hand dat de mate van vitaliteit wordt gehanteerd als afbakening in toekomstige trajecten en beleid en ook aansluit op gerelateerde trajecten zoals Vitaal en Kwetsbaar uit het Deltaprogramma, de Europese Netwerk en Informatiebeveiligingsrichtlijn (NIB-richtlijn) en de Wet Meldplicht en Gegevensverwerking Cybersecurity.
Door de herijking kunnen andere weerbaarheidsverhogende instrumenten gericht(er) worden ingezet
Maatwerk
De herijking heeft, dankzij de gezamenlijke inspanningen van de relevante publieke en private partners, geleid tot een actueel en eenduidig zicht op wat vitaal is voor onze samenleving, waarbij de impact op de samenleving centraal staat: één integrale lijst vitale infrastructuur. Om te kunnen prioriteren bij onder andere incidenten en om maatwerk bij weerbaarheidsverhogende maatregelen mogelijk te maken, is onderscheid gemaakt tussen de categorie A en B, zodat recht wordt gedaan aan de diversiteit binnen de vitale infrastructuur.
Categorie A
In deze categorie staat de infrastructuur die bij verstoring, aantasting of uitval de ondergrenzen van minstens één van de vier impactcriteria voor categorie A raakt:
economische gevolgen: meer dan ca. 50 miljard euro schade of ca. 5.0 % daling reëel inkomen;
fysieke gevolgen: meer dan 10.000 personen dood, ernstig gewond of chronisch ziek;
sociaal maatschappelijke gevolgen: meer dan 1 miljoen personen ondervinden emotionele problemen of ernstig maatschappelijke overlevingsproblemen;
cascadegevolgen: uitval heeft als gevolg dat minimaal twee andere sectoren uitvallen.
Categorie B
In deze categorie staat de infrastructuur die bij verstoring, aantasting of uitval de ondergrenzen van minstens één van de drie impactcriteria voor categorie B raakt:
economische gevolgen: meer dan ca. 5 miljard euro schade of ca. 1.0 % daling reëel inkomen;
fysieke gevolgen: meer dan 1.000 personen dood, ernstig gewond of chronisch ziek;
sociaal maatschappelijke gevolgen: meer dan 100.000 personen ondervinden emotionele problemen of ernstig maatschappelijke overlevingsproblemen.
Dit artikel schreven Richard Addae, Jetske Hebbink en Sven Hamelink (NCTV, Ministerie van Veiligheid en Justitie), en is gepubliceerd in Security Management 10/ 2015. Eerder publiceerde het ministerie V&J dit artikel: Magazine Nationale veiligheid en crisisbeheersing, 2015 nummer 3