Een securitymanager heeft verschillende taken. De basis van het werk is het beschermen van de belangen van de organisatie en het beveiligen van personen, met de nadruk op fysieke en elektronische beveiliging en incidenten crisismanagement. In toenemende mate richt de manager zich op cybersecurity. Maar ook brandbeveiliging is een belangrijk onderdeel van het takenpakket. Hoe ziet dit eruit in de dagelijkse praktijk op de campus van de TU Delft?
Tekst: Menno Jelgersma
Dennis Bommele is toezichthouder brandveiligheid bij de TU Delft en Sebastiaan Star is manager Campus Safety and Security binnen de directie Campus Real Estate en Facilitair Management. Bommele en Star gaan in op de verschillen en overeenkomsten tussen brandveiligheid en safety en security.
Hoe verhouden de veiligheid op de campus en brandveiligheid zich tot elkaar? Zijn deze facetten ondergebracht op één afdeling of is het anders georganiseerd?
Star: “Mijn afdeling Campusveiligheid is operationeel en tactisch verantwoordelijk voor de veiligheid op de campus van de TU Delft. De afdeling richt zich met name op de fysieke veiligheid van bezoekers, studenten en medewerkers die dagelijks onze campus bezoeken. De afdeling is verder verantwoordelijk voor de 24/7 bemande meldkamer, het beveiligingsbedrijf en de decentraal georganiseerde BHV-organisatie. Ook onderhoudt het de contacten op operationeel en tactisch niveau met de hulpdiensten bij incidenten en in voorbereiding hierop. Campusveiligheid en de afdeling waar Dennis Bommele werkzaam is, is onderdeel van dezelfde directie: Campus Real Estate en Facilitair Management.”
Bommele: “Campusveiligheid heeft de BHV en de dagelijkse beveiliging onder zich. Brandveiligheid valt onder het team Toezicht & Advies, dat brandveiligheidsaspecten beoordeelt en inspecteert en dat advies geeft hierover. Hierbij worden alle onderdelen bekeken: bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch, afgekort tot BIO. Met name in de uitvoering wordt de O van Organisatorisch opgepakt in samen werking met Campusveiligheid en de faculteiten.”
Het is vooral belangrijk om te weten of het gebouw leeg is
Waaruit bestaan de te nemen brandveiligheidsmaatregelen: bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch?
Bommele: “Bouwkundig gezien hebben we het beleid dat er minimaal een brandwerendheid is van 30 minuten, mits niet wettelijk hoger. Wat betreft branddetectie hebben we minimaal handmelders en gedeeltelijke bewaking van de ruimtes, mits niet wettelijk hoger. Organisatorisch is uiteraard de invulling van de BHV belangrijk. Hiervoor zijn noodplannen opgesteld.
Vluchten is gebaseerd, op een enkele uitzondering na, op loopafstanden van maximaal 30 meter.”
Bijten de brandveiligheidseisen en veiligheidsmaatregelen elkaar niet?
Bommele: “Dat kan voorkomen. Soms zijn er afdelingen of ruimtes die niet toegankelijk zijn voor mensen die niet in die ruimtes werken, maar die wel onderdeel zijn van een vluchtroute.
Hierover worden afspraken gemaakt, zodat bij vluchten wel gebruik kan worden gemaakt van deze ruimtes. Een andere optie is het verplaatsen van zo’n ruimte, zodat deze niet in de vluchtroute ligt.”
Kunnen brandveiligheid en security en safety elkaar niet juist versterken? Bij het ontruimen van een gebouw wil je immers weten hoeveel mensen er in het gebouw aanwezig zijn.
Star: “Daar zijn we nu mee bezig, al is het vooral belangrijk om te weten of het gebouw leeg is. Hoeveel mensen erin zaten is minder van belang; wel of iedereen veilig het gebouw heeft kunnen verlaten.”
Bommele: “Vaak hebben afdelingen een eigen registratie van personen. Het is een kwestie van afspreken dat dit wordt doorgegeven aan de BHV-organisatie bij een incident.”
> LEES OOK: Safety & Security: balans vinden tussen kans en dreiging
Volg Security Management op LinkedIn