Column Jan van Haaster
De laatste jaren is er in toenemende mate aandacht voor brandveiligheid in de zorg, mede ingegeven door de brand in 2011 in een instelling in Oegstgeest waarbij drie bewoners de dood vonden. Sindsdien wordt vanuit plaatselijke, provinciale en centrale overheden regelmatig aandacht gevraagd voor dit onderwerp. Daarnaast ontstaan er op lokaal niveau initiatieven om de brandveiligheid in zorglocaties onder controle te krijgen en te verbeteren. Zo is in Amsterdam het preventienetwerk brandveiligheid in de zorg voor de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland opgericht. Ook instellingen met zorggebouwen besteden meer aandacht aan brandveiligheid door installatietechnisch en bouwkundig de gebouwen regelmatig te laten toetsen, inspecteren en op orde te brengen. Al met al zou je kunnen zeggen dat de brandveiligheid in de zorg toeneemt. Is dit echter ook zo? Als we alle zorgcliënten in die (intramurale) zorggebouwen zouden laten wonen, zou ik dit – op termijn – met ja kunnen beantwoorden.
Maar de ontwikkelingen in zorgland zijn juist tegendraads. De AWBZ wordt afgebouwd. Door de scheiding van wonen en zorg wordt het voor instellingen lastiger hun gebouwen dekkend te financieren. Duidelijk is dat instellingen in de nabije toekomst minder geld krijgen, dus ook minder geld zullen besteden aan veiligheid, terwijl veel instellingen juist nu bezig zijn om de veiligheid op een hoger plan te brengen. De patiënt/cliënt met fysieke en geestelijke beperkingen wordt door ze in toenemende mate extramuraal te huisvesten "in de wijk losgelaten". In de instellingen met een doormelding naar de brandweer kunnen calamiteiten snel worden getraceerd, door de BHV-organisatie als voorpost van de brandweer worden aangepakt, en de brandweer spoedig en adequaat kan handelen. In instellingen wordt bij de inrichting van gebouwen ook in toenemende mate gelet op het toepassen van brandwerende materialen.
In zelfstandige woonomgeving waar uitgegaan wordt van de eigen kracht van patiënt/cliënt wordt vanuit kostenoogpunt geen of minder aandacht verwacht voor deze zaken. Eenmaal woonachtig in een "gewone" woonwijk wordt de patiënt/cliënt minder in de gaten gehouden en moet bij het ontstaan van brand de rookmelder zonder doormelding het eerste werk opknappen. De patiënt/cliënt die door zijn beperkingen minder zelfredzaam is en daardoor minder snel of niet in staat is op dat eerste signaal te handelen is niet te benijden. Dan maar hopen dat ook de buren het signaal horen.
Daarnaast zijn er ook binnen de Nederlandse Brandweer ontwikkelingen gaande. Men noemt het daar de nieuwe brandweerdoctrine. Duidelijk is dat "eigen veiligheid eerst" ook bij de brandweer een belangrijkere rol gaat spelen. Dat gegeven bovenop de in toenemende mate zelfstandig huisvesten van patiënten/cliënten uit o.a. GGZ instellingen is geen geruststellend signaal als het gaat over de brandveiligheid in de zorg.
Mijn waarneming is dan ook dat de brandveiligheid in zorginstellingen sterk verbeterd, maar dat de brandveiligheid binnen de zorg dreigt "te verzuipen" en dat mogelijk te laat door bluswater.
Jan van Haaster, hoofd BHV en Veiligheid bij HVO-Querido