Cyberaanvallen gebeuren dagelijks, soms met grote gevolgen. In het buitenland, maar ook in Nederland. Zo hebben buitenlande hackers onder andere aanvallen uitgevoerd op ziekenhuizen en de Rotterdamse haven. Wat kunnen Nederland en andere landen doen om escalatie te voorkomen? Daarover publiceerde het Rathenau Instituut dit voorjaar het rapport ‘Cyberspace zonder conflict’.
Steeds meer landen kunnen cyberaanvallen uitvoeren die grote schade aanrichten aan bedrijven, mensen en overheidsinstellingen. Vrijwel alle landen gebruiken deze cyberwapens ook. Ze bespioneren elkaar en proberen in elkaars digitale systemen te infiltreren; sommige staten voeren zelfs cybersabotage uit of verspreiden desinformatie.
Inhoudsopgave:
– Belang bij de-escalatie
– Het karakter van cyberaanvallen
– Makkelijk onschadelijk te maken
– Drie tredes op een escalatieladder
– Informatieconflict
– Internationale samenwerking
– Afspraken gaan niet verder dan wat algemene normen
Belang bij de-escalatie
Nederland heeft, met zijn open economie, belang bij de-escalatie van dit conflict. Ook heeft het een lange traditie van vredesonderhandelingen en diplomatie. Vanuit die positie kan het de internationale samenwerking intensiveren. Dat blijkt uit dit rapport. De onderzoekers concluderen dat Nederland op vijf manieren de oplopende conflicten in cyberspace kan afremmen.
- Het moet internationaal samenwerken om digitale producten en diensten veiliger te maken.
- Ook moet Nederland heldere internationale afspraken maken, in bijvoorbeeld een cyberverdrag.
- Verder is het belangrijk de aanschaf van cyberwapens internationaal te coördineren.
- En omdat technologiebedrijven een cruciale rol vervullen in de beveiliging van de digitale omgeving, moeten ook zij worden ondersteund en gereguleerd.
- Tot slot moet de overheid burgers meer betrekken bij beslissingen over cyberveiligheid.
Het karakter van cyberaanvallen
Dit rapport beschrijft allereerst wat cyberaanvallen zijn, en vergelijkt deze met conventionele militaire aanvallen. Dit levert het volgende beeld op: Cyberaanvallen kunnen veelal vanaf grote afstand plaatsvinden. Ze kunnen zich razendsnel verspreiden en zijn soms lastig te detecteren – zeker als het geraffineerde spionage betreft, of hoogwaardige vervalsingen van beeld en geluid. Cyberaanvallen worden soms zelfs als een dienst aangeboden. Cyberaanvallers variëren van inlichtingendiensten tot cybercriminelen, en hoeven zelden te vrezen voor de gevolgen, zoals berechting.
Makkelijk onschadelijk te maken
Tegelijkertijd zijn cyberaanvallen niet per se schadelijker dan conventionele aanvallen. Sterker nog: Cyberaanvallen richten zelden ernstige fysieke schade aan en kunnen in veel gevallen onschadelijk gemaakt worden. Eenmaal bekend kan malware automatisch gedetecteerd en geweerd worden, mits leveranciers en gebruikers hun softwaresystemen tijdig updaten. De opkomst van cyberaanvallen creëert daarom niet alleen serieuze veiligheidsrisico’s, maar ook mogelijkheden om de schade te verzachten.
Van ‘cyberoorlog’ is geen sprake, maar cyber vormt wel steeds meer een onderdeel van oorlogsvoering
Drie tredes op een escalatieladder
Elke dag zijn er cyberaanvallen. Dit rapport geeft een overzicht van wie ze uitvoert, waarbij we de rol van de grote cybermachten – de Verenigde Staten, Rusland en China – benadrukken, en ook Nederland en een aantal andere Europese landen bespreken. Dit doen we door de activiteiten te markeren op een zogenoemde cyberescalatieladder, die drie tredes telt:
- Een trede gekenmerkt door cybervrede, waarin landen niet met digitale middelen spioneren en ook geen sabotage uitvoeren of desinformatie verspreiden.
- Een trede gekenmerkt door informatieconflict, waarin staten overgaan tot cyberspionage en, in sommige gevallen, het verspreiden van desinformatie en het saboteren van digitale systemen.
- Een trede gekenmerkt door cyber-fysieke oorlog, waarbij de schade die staten aanrichten zo ernstig is dat er sprake is van gewapende aanvallen.
Tijdens een cyber-fysieke oorlog vallen alle soorten cyberaanvallen overigens onder het internationaal recht, en niet alleen de weinige cyberaanvallen die op zichzelf een gewapende aanval constitueren.
Informatieconflict
De meeste huidige handelingen van invloedrijke staten passen in wat we hierboven beschrijven als het informatieconflict. Landen zijn in vredestijd hun cybersecurity aan het opbouwen en ze proberen zo onzichtbaar mogelijk te infiltreren in de digitale systemen van andere landen. Rusland kenmerkt zich daarnaast door het actief verspreiden van desinformatie. Dat is een strategie die andere autocratische landen, tenminste naar het buitenland toe, nog niet breed lijken toe te passen, maar die wel naadloos aansluit bij de ambitie om de informatie die burgers bereikt te sturen, te censureren en te manipuleren.
Daarnaast zijn er enkele voorbeelden van ernstige cybersabotage, zoals de operatie Olympic Games, die aan Israël en de Verenigde Staten wordt toegeschreven, en de WannaCry-aanval, die aan Noord-Korea wordt toegeschreven. Cyberaanvallen hebben tot nu toe nog nooit een cyber-fysieke oorlog uitgelokt; van ‘cyberoorlog’ is wat dat betreft geen sprake. Wel vormt cyber steeds meer een onderdeel van oorlogsvoering, zoals goed te zien is bij het conflict in Oekraïne.
Staten proberen een veilige en vrije digitale wereld te realiseren
Internationale samenwerking
Het voortdurende informatieconflict vraagt om internationale diplomatie en afspraken. Daarom brengen de onderzoekers in dit rapport ook de samenwerking op dit vlak in kaart. In internationale en regionale gremia proberen staten stappen te zetten om een veilige en vrije digitale wereld te realiseren.
Afspraken gaan niet verder dan wat algemene normen
Staten zijn er niet in geslaagd om voor cyberaanvallen heldere afspraken met elkaar te maken. Dit betekent niet dat er geen regels van toepassing zijn op cyberaanvallen. Maar omdat deze aanvallen zelden de drempel overschrijden van een ‘gewapende aanval’, en daarmee het internationaal humanitair recht activeren, zijn er alleen algemene normen beschikbaar, zoals het geweldsverbod. En die kunnen vooralsnog op allerlei manieren worden uitgelegd. Er wordt gewerkt aan nieuwe afspraken, maar deze zijn er nog niet.
Met dank aan: Hamer, J., R. van Est, L. Royakkers, met medewerking van N. Alberts (2019). Cyberspace zonder conflict – Op zoek naar de-escalatie van het internationale informatieconflict. Den Haag: Rathenau Instituut
– Digimagazine Cybersecurity: van cyberdreiging vaar cyberveilig
– Whitepaper Cybersecurity – preventie en crisismanagement
– Whitepaper Cybersecurity – dreigingen, kansen en uitdagingen
Neem nu een gratis abonnement op de nieuwsbrief van Security en ontvang elke donderdagochtend relevante berichten en artikelen via de mail. Mis het niet!
Volg Security Management op LinkedIn