Innovatie bij rampenbestrijding. Waarschijnlijk denk je nu vooral aan intelligente drones, uitgerust met nog intelligenter camera’s, of aan algoritmes die waarschuwingssignalen vroegtijdig oppikken. Maar staar je niet enkel blind op die glimmende hightech-kant. Want innovatieve rampenbestrijding betekent ook: doodgewone huis-tuin- en-keukeninformatie met elkaar delen.
Door Peter Passenier
Een doorsnee dag op Facebook. De bezoekers vertellen over hun fijne feesten of lange werkdagen. Maar ze melden ook wat anders: al dagen lopen ze te snuffen, ze voelen zich niet lekker. Moeten ze naar de dokter?
Tegelijkertijd buigen medewerkers van de waterschappen zich over de nieuwe data van de sensoren in een van onze grootste rivieren. Die sensoren meten dat er stroomopwaarts sprake is van een hoge waterstand, veel hoger dan normaal.
Minstens even alarmerend is het nieuws uit de Filippijnen. Internationale weerstations melden dat er hoogstwaarschijnlijk binnen een week een tyfoon aan land zal gaan. Waar zal dat precies gebeuren en hoe groot zal de schade precies zijn?
Dit zijn drie willekeurige voorbeelden van mogelijke rampen, die ook naadloos passen in het betoog van Kees Boersma. Hij is hoogleraar Socio-Technical Innovation and Societal Resilience aan de Vrije Universiteit Amsterdam en hij is bijzonder geïnteresseerd in innovatie. En volgens hem is dat terrein breder dan we misschien aannemen.
De dronetechniek werkt ook preventief, als een early warning system
“Als we denken aan innovatie bij rampenbestrijding, dan denken we allereerst aan drones met moderne camera’s. Die kun je bijvoorbeeld inzetten boven een brandend gebouw om op een veilige manier de situatie in beeld te brengen. Maar de drone techniek werkt ook preventief, als een early warning system.”
Eerste signalen van oppikken van Facebook
“Die klachten op Facebook kunnen de eerste signalen zijn van een pandemie, die hoge waterstand van een komende overstroming. En de data in de Filippijnen kun je combineren met gegevens van eerdere rampen en bovendien kun je – op grond van weer andere data – bepalen waar in dat gebied de kwetsbare mensen wonen. Met name het Nederlandse Rode Kruis heeft hier veel in geïnvesteerd.”
Geen glimmende gadgets
Het blijkt uit het laatste voorbeeld: de term ‘innovatie’ verwijst niet alleen naar nieuwe, glimmende gadgets. Veel belangrijker is het volgens Boersma dat hulpverleners in staat zijn om alle soorten data te combineren. “Stel dat je te maken krijgt met een brand in een parkeergarage. Dan zie je op een elektronisch bord vaak een getal staan, bijvoorbeeld 52. Dat betekent dat er nog 52 parkeerplekken over zijn – maar dat is niet zozeer de informatie die de brandweer wil hebben. Die wil eerder weten hoeveel auto’s er nog staan, en of daar ook elektrische auto’s bijzitten, met een batterij die urenlang blijft branden. En de belangrijkste vraag is natuurlijk: zijn er in die garage ook nog mensen aanwezig? Dus ga je op zoek naar andere databronnen: camerabeelden bijvoorbeeld. Ook is het denkbaar dat je data probeert te halen uit het kadaster. Want die gebouwen boven die parkeergarage, zijn dat woonhuizen of kantoren?”
Bij een brand in een parkeergarage wil je weten hoeveel elektrische auto’s er in de garage staan.
> LEES OOK: Toekomstverkenning crisisbeheersing en brandweerzorg
Informatie delen
Niet alleen is het belangrijk dat die informatie naar boven komt, maar vooral ook dat hij wordt gedeeld. En dat laat volgens Boersma nogal eens te wensen over. “Je ziet het regelmatig: de brandweer beschikte over de informatie waar de politie driftig naar op zoek was. Of de ambulancediensten wisten precies wat de brandweer graag had willen weten.”
Akkefietje tussen hulpdiensten
“Een treffend voorbeeld heb ik ooit zelf meegemaakt. Het ging om een oefening in een school die – in ons scenario – te maken had gekregen met een gaslek en een flinke ontploffing. Het resultaat: een enorme ravage en zo’n 30 gewonden, waaronder veel kinderen. Het bijzondere hiervan was een akkefietje tussen de brandweer en politie aan de ene kant en aan de andere kant de ambulancediensten. Want die laatste bleven maar doorvragen: ‘Wat is de leeftijd van de kinderen?’ Zowel brandweer als politie vonden dat volstrekt irrelevant – maar ten onrechte. Want na afloop bleek het waarom: onder een bepaalde leeftijd moesten die kinderen worden opgenomen op de kinderafdeling, en niet op een afdeling voor volwassen patiënten. Heel relevante informatie dus, want ziekenhuizen zijn verplicht om naar die leeftijd te vragen.”
> LEES OOK: Treinincident Voorschoten: leerpunten voor de crisisbeheersing
Dezelfde taal
En zelfs als die informatie wél wordt gedeeld, gaat dat volgens Boersma niet altijd in dezelfde taal. “Ik kan me een oefening herinneren waarin we een brand naspeelden in een casino. Bij de voorbespreking had de politie gezegd dat ze het gebied zouden afschermen, en dat leek iedereen een goed idee. Maar de oefening was nog geen tien minuten aan de gang toen de officier van de brandweer op hoge poten naar de oefenleider stapte: ‘Mijn mensen worden door de politie gefouilleerd. Waarom gebeurt dat? En waarom hebben ze dat ons niet van tevoren verteld?’ Maar wat bleek? Dat had die politie wél gedaan. Want dat fouilleren was onderdeel van dat eerdergenoemde afschermen. Een brand in een casino is immers een potentiële crime scene, en dus is het belangrijk om te controleren of mensen geld wilden meenemen.”
> LEES OOK: “Voor een crisis heb je een brede basis nodig”
Ramp tegen gaan nog voor de eerste waarschuwingssignalen
Terug naar de voorbeelden waarmee we begonnen, naar het early warning system. Volgens Boersma is het zelfs mogelijk om een ramp nog eerder tegen te gaan, nog voor de eerste waarschuwingssignalen.
“Veel data zit verspreid in de hoofden van veel mensen. Die ene docent die precies weet hoeveel kinderen er op welk moment in welke lokalen zitten, die ene nieuwsgierige dame of heer die precies op de hoogte is van alle kwetsbare mensen in de buurt. Als de rivier eenmaal is overstroomd of het gebouw in brand staat, krijg je die informatie niet op tijd naar boven. Dus is het van het grootste belang dat je met die mensen tijdig in gesprek gaat voordat de ramp zich aftekent.”
Is het wel een goed idee om mensen te huisvesten dicht bij een rivier?
Vragen de horen bij innovatieve rampenbestrijding
Soms vraagt preventieve rampenbestrijding volgens hem om grote organisatorische operaties. “Overstromingen van rivieren, dat is een probleem dat wij mensen vaak zelf hebben veroorzaakt. Echte rivieren meanderen: ze kronkelen zich door een landschap. Daardoor kunnen ze zich ontdoen van overtollig water; dat blijft achter in zijrivieren of in uiterwaarden. Maar zo’n kronkelende rivier is natuurlijk niet gunstig voor de scheepvaart. Die wil vooral snel van A naar B. Daarom zijn veel van onze rivieren omgezet in kanalen, kanalen die hun overtollig water veel moeilijker kwijt kunnen. Maar nu de zeespiegel stijgt en de gletsjers smelten, is de overheid in Nederland op zoek gegaan naar een andere insteek, een insteek die je terugziet in het programma ‘Ruimte voor de Rivieren’. Is het niet beter om de oorspronkelijke toestand te herstellen? En als we toch preventief bezig zijn: is het wel een goed idee om mensen te huisvesten dicht in de buurt van zo’n rivier? Ook dat soort vragen horen bij een innovatieve rampenbestrijding.”
tel.: 030-4100677.
Volg Security Management op LinkedIn