Dieven breken vaker in bij huurwoningen dan bij koopwoningen, blijkt uit onderzoek. Niet vreemd, aldus Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW). “Deze woningen hebben vaker slecht hang- en sluitwerk.”
Twee derde van alle huurwoningen in Nederland is eigendom van de in totaal 480 woningcorporaties. Dit is een reden waarom NIPW aan huurders vraagt of woningcorporaties wel voldoende doen aan inbraakpreventie. Ruim één derde (37 procent) van de woninghuurders heeft wel oren naar nieuw hang- en sluitwerk. Een kwart is bereid hiervoor meer huur te betalen. Twee op de vijf huurders vindt dat de woningcorporatie voldoende doet op dit gebied. Het onderzoek werd gehouden onder 572 huishoudens, waarvan de helft een koopwoning heeft, de andere helft een huurwoning.
>> Lees ook Minister wil huurhuizen inbraakproof
>> Lees ook ‘Slachtoffer hoort niet over woninginbraak’
Huurwoningen
Volgens Staal zijn er een aantal mooie voorbeelden te noemen van woningcorporaties die inbraakpreventie speciale aandacht geven in hun beleid. Zo maakten woningcorporaties Lekstede Wonen in Vianen en Patrimonium Woonservice in Veenendaal inbraakpreventie al jaren geleden tot een van hun speerpunten. Hiertoe werken zij samen met partijen als politie en gemeente. Maar ook de bewoners zijn er actief bij betrokken.
Hotspot-analyse
“Woningcorporaties zouden, samen met politie en gemeente, aan de hand van een zogenaamde ‘hotspot-analyse’ in kaart kunnen brengen welke woningen het grootste risico op inbraak lopen”, stelt Staal. “Daarbij kijk je ook naar de zogenaamde modus operandi, dat is de manier waaróp er wordt ingebroken. De ene keer forceren inbrekers achterdeuren met een schroevendraaier of koevoet, de andere keer komt de inbreker binnen door kerntrekken. Op basis hiervan kun je gericht preventieve maatregelen nemen.”