Sensoren worden steeds meer ingezet voor de veiligheid en leefbaarheid in Nederlandse steden. Maar hoe zit het met het maatschappelijk draagvlak voor sensing? Nieuw onderzoek, dat het Rathenau Instituut uitvoert in opdracht van de nationale politie, geeft inzichten en handreikingen.
Bij de politie zijn naar schatting duizend camera’s in gebruik en Nederlandse gemeenten hebben ruim drieduizend toezichtcamera’s op straat hangen. Maar burgers en bedrijven bezitten in totaal ongeveer anderhalf miljoen camera’s. Het zijn cijfers die Dhoya Snijders, onderzoeker en projectleider bij het Rathenau Instituut, noemt als een van de opmerkelijke uitkomsten uit de studie over sensing die het onderzoeksinstituut in opdracht van de politie uitvoert.
Wat mag en kan er als het gaat om gebruik van digitale sensordata?
Met het onderzoek wil de politie verkennen wat het gebruik van sensoren betekent voor het werk van de politie en de maatschappelijke legitimiteit van het politieoptreden. De politie wil in toenemende mate gebruikmaken van de camerabeelden van gemeenten, bedrijven en burgers. Maar ook van andere digitale sensordata die de lokale veiligheid en leefbaarheid kunnen verbeteren. Wat is er technisch mogelijk? Wat is er juridisch toegestaan? En wat vinden burgers wenselijk? De antwoorden op deze vragen stellen de politie in staat om sensoren en sensordata op een maatschappelijk verantwoorde manier in te zetten.
> LEES OOK: Een lantaarnpaal als beveiligingscamera
Hoe kunnen we sensoren op een maatschappelijk verantwoorde manier gebruiken?
“Achter de vraag waarmee de nationale politie ons benaderde, speelt een bredere maatschappelijke ontwikkeling”, vertelt Snijders. “Er worden steeds meer sensoren ingezet voor veiligheid en leefbaarheid. De technologische infrastructuur daaromheen is ingrijpend aan het veranderen. Vroeger ging het vooral om simpele registraties, maar nu zijn er allerlei slimme digitale sensoren in gebruik. Van camera’s met gezichtsherkenning tot anti-sensor-sensoren die signalen verstoren. Tegelijkertijd is het politiewerk aan veranderingen onderhevig. Er vinden verschuivingen plaats in de relatie tussen de politie en de personen over wie sensordata verzameld worden. De vraag hoe we sensoren op een maatschappelijk verantwoorde manier gebruiken, is een kwestie waarover het Rathenau Instituut graag de discussie aangaat.” Het Rathenau Instituut is gespecialiseerd in onderzoek en debat over de impact van wetenschap, innovatie en technologie op de samenleving.
Trends en ontwikkelingen in gebruik van sensordata
Het onderzoek ging in 2018 van start en wordt in de zomer van 2019 afgerond. Als onderdeel van het onderzoek heeft het Rathenau Instituut de trends en ontwikkelingen in bebruik van sensordata voor veiligheid en leefbaarheid geïnventariseerd. Snijders vertelt: “Er zijn steeds meer politiesensoren en sensordata, en een groeiend aandeel van het politiewerk kan met slimme sensortechnologie worden geautomatiseerd. Maar burgers, bedrijven en gemeenten verzamelen ook in toenemende mate sensordata. Dat leidt tot nieuwe vormen van samenwerking om de uit de samenleving afkomstige sensordata te gebruiken voor leefbaarheid en veiligheid. Bovendien gaan private partijen vaker zelf speuren en handhaven op basis van sensordata.”
Do it yourself policing roept, naast succesverhalen, ook vragen op
Dergelijke do it yourself policing roept allerlei vragen op. “Naast succesverhalen zijn er ook waarschuwingen van deskundigen voor burgers die voor eigen rechter spelen, de politie in de weg zitten, die door hun speurwerk zelf in gevaarlijke situaties terecht komen, die een trauma krijgen wanneer ze een lichaam vinden of die inbreuk maken op de privacy van anderen”, aldus het onderzoek.

Dhoya Snijders: “We leven steeds meer in een soort sensorsamenleving. Dat kan mogelijk leiden tot betere toegangscontrole en inbraakpreventie.”
Specifieke regels voor sensing
“Er spelen verschillende vraagstukken: wat mag er, wat kan er, en wat willen we?”, vat Snijders samen. “Mogelijk moeten er specifieke regels worden ontwikkeld om sensing binnen de maatschappelijke kaders te laten plaatsvinden.”
ANWB Veilig Rijden Autoverzekering
Snijders noemt als voorbeeld van een nieuwe situatie de ANWB Veilig Rijden Autoverzekering. Verzekerden krijgen hiermee een sensorsysteem in de auto dat data verzamelt tijdens alle ritten en de rijstijl bijhoudt. Veel te snel rijden geldt bijvoorbeeld als onveilig rijgedrag, wat ertoe kan leiden dat de ANWB de verzekering beëindigt. Wie veilig rijdt, krijgt juist korting op de verzekeringspremie. “Veel burgers accepteren dit soort toepassingen van verzekeraars, maar als de politie dezelfde technologie inzet dan kan daar toch anders over gedacht worden. In veel gevallen is er nog sprake van een experimentele fase, dus er is nu nog geen indringende maatschappelijke problematiek. Maar er is een grijs gebied, dat mogelijk in de toekomst tot problemen leidt.”
Welke factoren zijn van invloed bij sensing ?
Welke handreikingen zijn er uit het onderzoek af te leiden? “Om na te gaan welke factoren de perceptie van burgers beïnvloeden heeft het Rathenau Instituut focusgroepen met een divers palet aan burgers georganiseerd. Daarnaast heeft het instituut een begrippenkader ontwikkeld waarin op verschillende niveaus naar acceptatie wordt gekeken. Naast persoonskenmerken, zoals leeftijd, geslacht, inkomen en opleiding, worden daarin ook de attitudes en de directe sociale omgeving meegenomen.” Bij attitudes gaat het bijvoorbeeld om de algemene houding tegenover technologie, privacy en veiligheid en om de bereidheid om informatie te delen. Bij de sociale omgeving staat het vertrouwen in actoren zoals agenten en beveiligers centraal.
Waarom vinden burgers het gebruik van sensoren soms wel toegestaan en in andere situaties niet?
“Deze aanpak maakt het mogelijk om antwoorden te vinden op vragen zoals:
- Waarom vinden burgers het gebruik van sensoren in sommige situaties wenselijk en in andere gevallen juist niet?
- In welke situaties verwáchten burgers dat de politie sensoren benut om veiligheid en leefbaarheid te bevorderen?
- Tegenover welke vormen van inzet van sensoren staan burgers aarzelend, en waarom?”
Acceptatie bevorderen
Het eindrapport over het onderzoek verschijnt medio 2019, maar de studie heeft volgens Snijders nu al inzichten opgeleverd om acceptatie van sensing te bevorderen. “Burgers vinden bijvoorbeeld dat er aan bepaalde spelregels moet worden voldaan. De spelregels hangen samen met specifieke tijden, plaatsen en doelen. Het gebruik van bodycams binnen de politie vinden burgers vaak acceptabel, maar bij private partijen zoals pizzabezorgers vindt men camera’s onnodig.”
‘Wees zo transparant mogelijk over de inzet van sensing’
Zo min mogelijk gevoelige data en transparantie
Privacy by Design, waarbij al tijdens de ontwikkeling van een nieuwe technologie rekening wordt gehouden met privacybescherming, kan in ieder geval op een breed draagvlak rekenen. “Verzamel zo min mogelijk gevoelige data, en wees zo transparant mogelijk over de inzet van sensing”, vat Snijders de mening van burgers samen. “Voor sensing betekent dit bijvoorbeeld dat camera’s idealiter gebruik maken van anonieme data, zoals beelden waarop de gezichten van voorbijgangers niet zichtbaar worden gemaakt. Ook systemen die data na een bepaalde periode automatisch verwijderen, kunnen bijdragen aan het vertrouwen van burgers.”
Drie toekomstscenario’s sensing
Voor het onderzoeksproject heeft het Rathenau Instituut drie scenario’s ontwikkeld die een indruk geven van de toekomstige ontwikkelrichting van sensoren en sensordata voor leefbaarheid en veiligheid.
- Het eerste scenario legt de nadruk op het mobieler worden van sensing: digitale sensoren zijn kleiner geworden en daardoor makkelijker verplaatsbaar. Drones met camera’s om wietplantages op te sporen en bodycams zijn hiervan bekende voorbeelden. Maar er zijn ook al nanosensoren, zoals de digitale neuzen die in de Rotterdamse haven worden gebruikt om ongezonde lucht en gevaarlijke gassen te detecteren.
- “Camera’s zijn ook steeds slimmer”, zegt Snijders over het tweede scenario. “Camera’s kunnen verdacht gedrag herkennen, bijvoorbeeld op Schiphol en in het openbaar vervoer. Daarnaast zijn er onder meer lantaarnpalen met sensorgedreven microfoons en camera’s die appende en bellende automobilisten identificeren.”
- In het derde scenario ligt de focus op het zich alsmaar uitbreidende terrein van sensing. “Sensoren kunnen niet alleen kijken, maar ook horen, proeven, ruiken en voelen. Dat gebeurt onder andere met apparaten die DNA-sporen lezen en metaal detecteren. Bovendien gaat sensing steeds meer gepaard met samenwerking tussen een diversiteit aan partijen, bijvoorbeeld tussen ICT-bedrijven, beveiligingsorganisaties, gemeenten en politie.”
Nieuwe vragen over toegangscontrole en inbraakpreventie
“We leven steeds meer in een soort sensorsamenleving. Allerlei partijen hebben een groeiend aantal sensoren tot hun beschikking en maken daar ook veelvuldig gebruik van. Dat kan mogelijk leiden tot betere toegangscontrole en inbraakpreventie”, blikt Snijders vooruit. “De ontwikkeling leidt in ieder geval tot nieuwe verhoudingen tussen de partijen die van oudsher verantwoordelijk zijn voor veiligheid en leefbaarheid aan de ene kant, en burgers en ondernemers aan de andere kant. Daarmee ontstaan ook nieuwe vraagstukken over de maatschappelijk verantwoorde inzet van sensoren en sensordata.
- Wie is eigenaar van de gegevens,
- hoe wordt de informatie gedeeld,
- welke doelen zijn er met data-analyse gemoeid?
Door bij de ontwikkeling en de inzet van nieuwe technologie aandacht te besteden aan dit soort vragen, wordt de kans groter dat er maatschappelijk draagvlak voor is.”
Lynsey Dubbeld. Lynsey is communicatieadviseur, contentstrateeg, trendanalist en copywriter