Juul Gooren studeerde af als criminoloog aan de Erasmus Universiteit en is inmiddels ruim twaalf jaar als onderzoeker en docent verbonden aan de Haagse Hogeschool. In die hoedanigheid kijkt hij naar de publieke veiligheid in buurten en wijken, in samenwerking met politie, gemeenten, Openbaar Ministerie, sociaal werk, jeugdwerk, woningcorporaties, zorg en onderwijs. Welke trends signaleert hij op het gebied van handhaving en toezicht? Een interview.
TEKST Henk Hogewoning
Wat zijn de trends op het gebied van openbare orde en veiligheid?
“Wat er speelt, verschilt per stad en dorp; Amsterdam is anders dan Katwijk. Bij openbare orde en veiligheid denk je al snel aan zaken als zware criminaliteit, radicalisering, jihadisme, drugsproblematiek en anti-overheidssentimenten, die sinds corona zijn overgeslagen naar andere groepen, die te hoop lopen op bijvoorbeeld het Malieveld. Maar het gaat ook om leefbaarheidsvraagstukken en overlastgevende factoren als rondzwervende vuilniszakken, losliggende stoeptegels en hondenpoep op straat. Wat ik mijn studenten leer, is dat ze met een preventieve blik moeten kijken naar de veiligheid in buurten en wijken.”
Waarom is preventie belangrijk?
“De politie is van oudsher gericht op het oppakken van mensen en het in beslag nemen van spullen. Maar er moet ook aandacht zijn voor preventie. Wat je ziet is dat de politie meer beweegt naar het gemeentelijke vraagstuk van leefbaarheid en dat gemeenten met hun boa’s meer opschuiven naar de politie. De functie van boa is al lang geen Melkertbaan meer. Boa’s nemen taken over van de politie en zijn een serieuze partner geworden. En de boa pakt kleine ergernissen aan op straat zoals hondenpoep en huisvuil, die groter worden als je er niets aan doet.”
Je moet vanuit de achterliggende oorzaak redeneren
“Vaak zitten hier grotere oorzaken achter. Als je redeneert vanuit die achterliggende oorzaken, pak je problemen echt aan. Door aanwezig te zijn op straat doe je aan preventie. Het gaat niet om het halen van bonnenquota maar om het maken van verbinding in de wijk. Een boa, maar ook een wijkagent heeft een heel andere functie dan een rechercheur. Zij moeten zorgen dat de band goed blijft, ook trouwens online, bijvoorbeeld door te participeren in WhatsApp-groepen. Zo weet je wie de sleutelfiguren zijn en kun je ervoor zorgen dat zaken niet escaleren. We weten van de coronaperiode dat dit werkt. Daardoor zijn op bepaalde plekken zaken minder erg geëscaleerd dan verwacht werd.”
Zijn er meer trends die je signaleert?
“Een andere belangrijke trend is cybersecurity. Gemeenten moeten groepen als mkb’ers en ouderen die extra vatbaar zijn voor online fraude, leren om weerbaarder te worden tegen deze vormen van criminaliteit. Verder zie je, doordat de sociale media een vlucht hebben genomen, dat jongeren slachtoffer worden van zaken als sexting en dat ze fungeren als geldezels (mensen die hun bankgegevens delen met criminelen). Ook het ronselen van jongeren die gevoelig zijn voor snel geld, gaat gemakkelijker door de sociale media. Om dit tegen te gaan, gaan gemeenten, politie en jongerenwerkers naar scholen om jongeren voor te lichten.”
“De online en de offline wereld zijn tegenwoordig onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat biedt aan de andere kant ook weer mogelijkheden om gemakkelijk en op een laagdrempelige manier met jongeren in contact te komen en ze te bereiken.”
Welke problemen zijn er in de grote steden?
“In grote steden heb je het probleem van rivaliserende groepen. Vroeger had je de harde kern sneller in de smiezen. Op straat zag je snel genoeg aan de lichaamstaal dat er wat ging gebeuren. Tegenwoordig gebeurt er superveel online en heb je dit soort groepen minder goed in het vizier. Jongerenwerkers en politiemensen proberen wel online grip te krijgen op deze groepen en signalen op te pakken. De politie investeert hierin en heeft digitale rechercheurs en digitale wijkagenten, die bijvoorbeeld op Marktplaats kijken of er niet opeens verdacht veel fietsen worden aangeboden. Maar feit is dat je niet zomaar overal kunt infiltreren en in elke willekeurige Telegramgroep kunt gaan zitten. Je krijgt dan te maken met het spanningsveld van de privacy. Je wilt geen totale surveillance, maar dat heeft wel gevolgen voor vroegsignalering.”
“Een ander thema in grote steden is ondermijning van de rechtsstaat. In steden heb je bijvoorbeeld zogeheten spookwoningen. Bij onrechtmatig gebruik van het pand wordt dit niet gebruikt met als doel om te wonen of te leven (reguliere huisvesting), maar voor het opslaan van geld, wapens of drugs. Liquidaties, ontploffingsgevaar en brandgevaar komen de leefbaarheid niet ten goede. Hier moeten de politie, de gemeente en de bestuursrechter samen optrekken om die panden te sluiten. Tegelijk moet je dit soort zaken wel in de juiste proporties zien. Je kunt mensen niet zomaar op straat zetten.”
> LEES OOK: Burgemeesters krijgen meer bevoegdheden om woningen te sluiten bij ernstig geweld
Maar hoe krijg je dat voor elkaar?
“Wat ik in dit verband een inspirerend voorbeeld vind is een project in Rotterdam-Zuid (Nationaal Programma Rotterdam Zuid) om de veiligheid te verbeteren. Politie en justitie treden hier repressief op, maar tegelijkertijd wordt er ook geïnvesteerd in scholing, arbeidsparticipatie en kwaliteit van wonen, zodat je bewoners perspectief biedt. Dit soort zaken moet je integraal en gezamenlijk aanpakken, zodat mensen hun situatie structureel kunnen verbeteren. Dit verbetert de leefbaarheid in de wijk en bestrijdt de armoede. Rijk, woningbouwcorporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, bedrijfsleven, politie en Openbaar Ministerie werken hier samen. Daarnaast wordt de vaak verborgen criminaliteit aangepakt. Dat is belangrijk want criminelen ondermijnen het vertrouwen van bewoners en ondernemers in de overheid en de samenleving.”
Is deze aanpak nieuw?
“Nee, we kennen de wijkagent al veel langer. Misschien is dat wel iets typisch Nederlands. In andere landen treedt de politie vaak harder op. Bij ons maakt de wijkagent contact met de mensen. Dat is wel bijzonder en ook zinvol en nuttig, zeker als dat gebeurt in samenwerking met de gemeente en andere partners. De politie moet omgevingsgericht zijn en de verbinding leggen en niet worden afgerekend op het aantal bonnen dat wordt uitgeschreven. Zo werken we hier al langere tijd, inmiddels samen met boa’s.”
Je bereikt meer door de openbare ruimte aantrekkelijk te maken
“Door de signalen die je krijgt serieus te nemen, kun je de verloedering in een wijk aanpakken, zeker nu met de decentralisering van de jeugdzorg en bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg. Ik geloof niet in méér camera’s op straat en in hoge hekken, je bereikt meer door de openbare ruimte aantrekkelijk te maken met bijvoorbeeld pleinen en speeltuinen. Ook een diverse samenstelling van wijken is belangrijk, dus niet alleen mensen van in de zeventig maar ook jonge gezinnen en studenten. Dat alles zorgt ervoor dat er volk op de been is, ook ’s avonds. Je voorkomt daarmee verlaten straten en dat vergroot de sociale controle.”
Wiens verantwoordelijkheid is dat, zorgen voor een leefbare wijk?
“De gemeente is hier als eerste aan zet. Dat begint met de architect. We weten dat dit fout kan gaan. Een voorbeeld is de Amsterdamse Bijlmermeer waar men in de zeventiger jaren begon met verticaal bouwen, met onder andere parkeergarages zodat mensen daar hun auto konden parkeren. Maar toen de Bijlmer een sociaal-economische achterstandswijk werd, gingen mensen samenscholen in de parkeergarages. Het begint allemaal met de inrichting en samenstelling van een wijk.”
Meer artikelen over handhaving & toezicht:
- Meer wapens voor groene boa’s?
- Beveiligers weg, veiligheid Schiphol in geding
- Veiligheid is publiek belang als het gaat over handhaving
tel.: 030-4100677.