In januari is het nieuwe Kennis Centrum Beveiliging (KCB) gestart. Met de op- richting voorziet de stichting in de behoefte aan certificering die in de beveiligingsbranche is ontstaan sinds het opheffen van de Nationale Beveiligings Richtlijn (NBR) van het voormalige Centrum voor Beveiliging en Veiligheid (CB&V) in Wageningen. Het KCB ontwikkelde zelf de Nationale Richtlijn Beveiliging (NRB), een Oplossingen Register (OR) en een Safe-Grade-classificering. Mat Verstappen (bestuursvoorzitter) en Erik Peters (bestuurslid) omschrijven het KCB als een organisatie van, voor en door de beveiligingsbedrijven.
TEKST Menno Jelgersma
Erik Peters kwam in 1994 in contact met de politieregio Utrecht die destijds startte met de opzet van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) en trad aan als preventieadviseur in dienst van de politie en vervolgens als technisch assistent van de projectleiding. Het project groeide en werd ook in de andere politieregio’s uitgerold. Vervolgens werd in 1998 het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) aangewezen om het beheer van de regeling PKVW over te nemen. Peters: “Toch werd in een later stadium het politiekeurmerk weer door de politie weggehaald bij het NCP en ondergebracht bij het Nederlands Politie-instituut.”
Eén loket
In 2005 werd de knoop definitief doorgehakt en kwam het keurmerk terecht bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), een nieuwe organisatie waar allerlei veiligheidskeurmerken moesten worden ondergebracht. Ook werd in 2005 het Centrum voor Beveiliging & Veiligheid opgericht. Daarmee is er nu één loket voor alle bouwkundige inbraakkennis in Nederland, zoals het testen van hangen sluitwerk, keuren van gevelelementen en dergelijke. Er was op dat moment dus sprake van meerdere inspectie- en certificatie-instellingen voor het keurmerk. Al in dit stadium was er sprake van een intensief contact tussen Mat Verstappen en Erik Peters, aangezien Mat Verstappen al 27 jaar actief is in een uitvoerend beveiligingsbedrijf en gecertificeerd voor alle drie de regelingen (Borg, PKVW, NBR). Daarnaast nam Mat deel aan diverse commissies en werkgroepen die tot doel hadden de kwaliteit van bouwkundige en elektromechanische beveiliging te verbeteren en verder vorm te geven.
Nadruk ligt op inbreng en expertise van aangesloten bedrijven
“Maar met de uitgifte door het CCV van inspectie- en certificatielicenties ontstonden ook de interpretatieverschillen op regels die voor het politiekeurmerk golden”, aldus Peters. Met 700 aangesloten bedrijven in 2005 werden dat er in de loop van de tijd steeds minder door aangescherpte kwaliteitseisen. Begin 2020 waren er nog maar 200 bedrijven aangesloten, een proces dat Peters als ‘natuurlijke afvloeiing’ omschrijft. Een nadeel van deze interpretatieverschillen tussen de certificatie-instellingen was het ontstaan van een grijs gebied waarin een oplossing fout noch goed was, wat de kwaliteit van het geleverde werk niet ten goede kwam. Het CCV besloot daarom naar één uitvoeringsorganisatie toe te werken. Dat werd het Centrum voor Beveiliging en Veiligheid (CB&V) in Wageningen dat als enige organisatie inspectie- en certificatiediensten leverde voor het PKVW.

Bestuurslid Erik Peters.
Verlichting bij de deur
Sindsdien ontstond toch weer twijfel over de relatie tussen regels, de aansluiting bij de praktijk, de uitvoering en de daadwerkelijk geleverde en beoogde kwaliteit. “Is bijvoorbeeld verlichting bij de voordeur maatgevend voor de veiligheid of niet, en hoe zit het met zicht op bezoek aan de deur? Om dit probleem op te lossen is de NBR, de Nationale Beveiligings Richtlijn ingevoerd. Deze richtlijn was het eigendom van het CB&V. Peters: “Je zou het een PKVW-light-model kunnen noemen. Toch was niet iedereen hier gelukkig mee. Zo zag het CCV hiermee een concurrerende regeling ontstaan. Anderzijds zagen de aangesloten bedrijven dat het nieuwe model in de praktijk werkbaar én succesvol was. Het sloot veel meer aan bij de praktijk en gaf meer speelruimte. Na een nieuwe inschrijvingsronde ging de PKVW-licentie helaas over naar KIWA en stond het CB&V met lege handen waarna het bestuur besloot de organisatie op te heffen. Medio 2020 was, na intensieve gesprekken met Mat Verstappen, het moment aangebroken om alle kennis en kunde die was opgedaan in de branche, alle punten van kritiek (waaronder steeds wisselende eisen) op andere regelingen en wensen van de bedrijven, te bundelen in een nieuwe organisatie voor, van en door de beveiligingsbedrijven.”
Naast het discussiepunt rond de verlichting en het zicht op mensen bij de deur wijst Peters op het PKVW-voorschrift voor gebruik van uitsluitend gecertificeerd hang- en sluitwerk voorzien van het SKG-keurmerk. “Dat is een behoorlijke beperking want er zijn veel meer binnen- en buitenlandse (al dan niet) gecertificeerde producten op de markt die een vergelijkbare of zelfs betere prestatie leveren”, aldus Peters.
Ook de assurantiebedrijven en risicodeskundigen bleken geïnteresseerd in de nieuwe aanpak van het KCB. Het VRKI-model (Verbeterde Risicoklassen Indeling) dat ze al jaren hanteren, biedt ontsnappingsmogelijkheden en kan niet in alle gevallen leiden tot certificatie. “Vanuit de assurantie- en risicodeskundigen kwam de vraag of wij hier als nieuwe organisatie ook eens naar wilden kijken.”
> LEES OOK: VRKI 2.0 versie 2022 gepubliceerd
Praktijk en theorie
Dat bleek te kunnen en dit was de opmaat voor Erik Peters (regelgeving en inspectie) om samen met Mat Verstappen (bouwkundige beveiligingen), die net als Peters in de afgelopen decennia zeer veel ervaring in de beveiligingswereld heeft opgedaan, afgelopen januari de stichting Kenniscentrum Beveiliging Nederland (KCB) op te richten en de Nationale Richtlijn Beveiliging (NRB) in werking te laten treden. Zo kwamen de praktijk en de theorie bij elkaar, vormgegeven in een erkennings- en beveiligingsrichtlijn. Op dit moment is de KCB de enige onafhankelijke en autonome organisatie voor de bouwkundige en elektromechanische beveiligingsbranche.
Mat Verstappen en Erik Peters vormen samen het bestuur. De organisatie bestaat verder uit een college van advies en een college van techniek, en naar behoefte worden werkgroepen gevormd. Peters: “De colleges worden bemand door een meerderheid van aangesloten bedrijven. Dit voorkomt dat uitvoerende partijen zijn ondervertegenwoordigd. De KCB is een transparante non-profitorganisatie waarbij de nadruk ligt op de inbreng en expertise van aangesloten bouwkundige en elektromechanische beveiligingsbedrijven en slotenmakers. Het bestuur toetst de adviezen van de colleges aan het visiedocument van het KCB.”
Niet in beton gegoten
Komt er een negatief advies dan wordt verzocht het document in overleg met betrokkenen aan te passen. Toch is het visiedocument niet in beton gegoten. “Het visiedocument is een statisch-dynamisch document. Wanneer uit de markt geluiden komen of er ontwikkelingen zijn waar rekening mee moet worden gehouden dan passen wij, indien nodig, het document aan.” Controles op het geleverde werk worden door het bestuur uitgevoerd, waarbij Verstappen verantwoordelijk is voor de bouwkundige onderdelen (techniek) en Peters voor de kwaliteitscontroles. Zo nodig, bijvoorbeeld bij een geschil, wordt een externe organisatie ingeschakeld. “Het draagvlak is essentieel en leidend en moet daarom op een stevig fundament staan”, licht Peters toe. De nieuwe regeling sluit veel beter aan bij de praktijk en de behoefte van klant, assuradeur, risicodeskundige en, niet in de laatste plaats, het bouwkundig beveiligingsbedrijf. Ook zijn in de NRB de belangen van de bouwkundige en elektromechanische beveiligingsbedrijven beter gewaarborgd.
De KCB is van mening dat je inbraakvertraging niet bereikt met een lamp maar met goed hang- en sluitwerk
Drie soorten kwaliteitsdocumenten
Omdat het wiel niet opnieuw hoeft te worden uitgevonden, maakt het KCB gebruik van onderdelen uit bestaande regelingen. “Maar dat betekent niet dat wij alles accepteren. Zo accepteren wij de BK1 (onderdeel van de VRKI) bijvoorbeeld niet binnen onze regeling.” Bij BK1 mag bestaand hang- en sluitwerk worden aangevuld en gecompenseerd met elektronische beveiliging. “De elektronische beveiliging signaleert weliswaar de inbraak, meldt deze door of legt deze vast, maar dan is de inbreker al binnen.” Vooral het feit dat inbrekers binnen zijn geweest is een grote frustratie van de klant. Dat voorkom of vertraag je volgens Peters het beste door bouwkundige beveiligingsmaatregelen. Om de kwaliteit van het eindproduct voor de klant aan te tonen, hanteert het KCB daarbij drie soorten kwaliteitsdocumenten. Wanneer een pand volledig aan de eisen van de NRB voldoet, krijgt de opdrachtgever een certificaat. Voldoet het pand aan tenminste 60 procent van de eisen dan volgt een verklaring. Gaat het om slechts een enkele deur of een enkel raam, dan kan het KCB een opleveringsbewijs afgeven.

Bestuursvoorzitter Mat Verstappen.
Afnemers krijgen met de regeling van het KCB dus een eigen kwaliteitsdocument. Peters: “Wij onderschrijven het belang van verlichting bij een toegangsdeur, maar dat kan in de uitvoering een struikelpunt zijn voor een partij. Wij zijn van mening dat je inbraakvertraging niet bereikt met een lamp maar met goed hangen sluitwerk. De ene inbreker stoort zich wel aan verlichting, de ander niet.”
Register
Bijzonder binnen de KCB is het zogenaamde Oplossingen Register (OR). “Wanneer een aangesloten bedrijf een alternatieve beveiligingsoplossing heeft die de toets der kritiek kan doorstaan, dan kan dat worden voorgelegd aan het college van techniek. Bij goedkeuring kan het vervolgens in het register worden opgenomen.” Voor Verstappen en Peters staat veiligheid voorop. “Je moet geen korting willen verkopen op je inboedelpolis als je een keurmerk krijgt, je koopt veiligheid. Dat is ons credo en de bevestiging daarvan is het kwaliteitsdocument dat je van ons ontvangt.”
Waar staat het KCB over een paar jaar? “Op dit moment hebben zich al vier bedrijven bij ons aangesloten en loopt de aanvraag van nog meer bedrijven. Het is een kwestie van lange adem. Onbekend maakt onbemind. Maar we zien grote kansen voor onze regeling die van, voor en door de bedrijven wordt gedragen”, besluit Peters. Met het wegvallen van de NBR van het CB&V is de behoefte aan een aangepaste regeling, die beter aansluit bij de wensen van assuradeurs, klanten én beveiligingsbedrijven blijven bestaan. Het Kennis Centrum Beveiliging voorziet daar nu in.
Menno Jelgersma is freelance journalist
tel.: 030-4100677.
Volg Security Management op LinkedIn