Wetenschappelijke instellingen, overheden en bedrijven weten lang niet altijd hoe belangrijk hun kennis en informatie kan zijn voor spionerende buitenlandse inlichtingendiensten. Bovendien zijn ze kwetsbaar: hun informatie is soms vrij gemakkelijk toegankelijk. Buitenlandse inlichtingendiensten proberen informatie te verkrijgen via mensen – die (indirect) toegang hebben tot die informatie – of op een technische manier, door bijvoorbeeld telefoons af te luisteren of computers te hacken. Dat staat in de Kwetsbaarheidsanalyse Spionage, uitgevoerd door de AIVD en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Uit de analyse blijkt dat bepaalde ontwikkelingen de kwetsbaarheid voor spionage onbedoeld hebben vergroot. Een ongewenst gevolg van de door Nederland gewenste kennismigratie kan zijn dat buitenlandse inlichtingenofficieren zich als onderzoeker of als student voordoen. Een ander voorbeeld is dat het uitbesteden van systeem- en serverbeheer ertoe kan leiden dat kwetsbare informatie onbedoeld over de grens wordt opgeslagen (op computerservers in het buitenland), waardoor buitenlandse inlichtingendiensten er gemakkelijker bij kunnen.
Meer weten: tijdens het Security Management Congres verzorgen Paul Koedijk (onderzoeker/consultant bij Integis) en Ron Geraets (SBIAS, en voormalig directeur veiligheidszaken bij het ministerie van Buitenlandse Zaken) de workshop 'Gestolen geheimen, verdampte vermogens: bedrijfsspionage in Nederland'. www.securitymanagement.nl/congres