Marcel Boekhorst beschrijft een casus waarin een coördinator van een opvanglocatie voor dak- en thuislozen zich ernstig lijkt te misdragen nadat zijn avances tot een vrouwelijk dak- en thuisloze op niets uitdraaien. De gemeente schakelt een onderzoeksbureau in.
Bij een gemeente zijn meerdere opvanglocaties voor dak- en thuislozen. Naast medewerkers die zich over de doelgroep ontfermen, is er per locatie een coördinator (ingehuurd van een bureau). Deze stuurt de medewerkers aan en is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de opvanglocatie als geheel.
Op enig moment ontvangt de wethouder sociale zaken en werkgelegenheid een brief van twee medewerkers van een van de locaties. Hierin wordt aangegeven dat er op de betreffende locatie sprake zou zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag door de coördinator in de richting van vrouwelijke dak- en thuislozen in de opvang.
De medewerkers hebben naar eigen zeggen hier meermaals wat van gezegd, maar werden vervolgens door de coördinator geïntimideerd. Ook wordt naar voren gebracht dat er op de locatie sprake zou zijn van verstoorde werkverhoudingen. Daardoor zou het aanspreken van de coördinator op dit gedrag onvoldoende gebeuren. Kort daarna krijgt de GGD vergelijkbare signalen. De wethouder besluit hierop om een onderzoeksbureau in te schakelen.
Verstoorde verhoudingen
Het onderzoeksbureau houdt interviews met de twee medewerkers die de melding deden, met collega’s van deze medewerkers, enkele dak- en thuislozen en de coördinator. Hieruit komt naar voren dat de coördinator verliefd is geweest op een vrouwelijke dak- en thuisloze. Dit is later gevolgd door intimiderend gedrag. De coördinator heeft de verliefdheid niet onder stoelen of banken gestoken. Hij heeft haar mee uit eten genomen en bij hem thuis uitgenodigd, waarbij drugs en grote hoeveelheden alcohol werden genuttigd. Toen na enige weken bleek dat de verliefdheid niet wederzijds was, vertroebelden niet alleen de verhoudingen tussen de coördinator en de vrouw in kwestie, maar ook tussen de coördinator en andere dak- en thuislozen. Het intimiderende gedrag van de coördinator werd steeds heviger en er ontstond een hoogoplopend conflict tussen de coördinator en enkele medewerkers. Dit leidde tot de verstoorde verhoudingen.
De coördinator moest per direct zijn taak neerleggen
De coördinator verklaarde tegenover het onderzoeksbureau dat hij inderdaad verliefd was op de vrouw. Hij zag er geen probleem in om haar mee uit eten te nemen en haar bij hem thuis uit te nodigen. Ook vond hij het geen bezwaar dat hij coördinator was van een locatie waar de vrouw in kwestie werd opgevangen. Hij vergeleek het met ‘iemand in het café tegenkomen’. De gemeente gaf hierop het bureau waar de coördinator werd ingehuurd, te verstaan dat deze persoon zijn taak per direct neer moest leggen. Dat de betrokkene geen inzicht toonde in het feit dat er een ongelijke relatie was tussen hem en de vrouw, die bovendien in een kwetsbare positie verkeerde, werd hem zwaar aangerekend.
Naar aanleiding van het voorval besloot de gemeente tot slot om een gedragscode op te stellen. Ook werd er een bijeenkomst georganiseerd voor alle medewerkers om het bewustzijn op dit gebied te vergroten.
Marcel Boekhorst is directeur Signum Interfocus
Meer blogs van Marcel Boekhorst lezen?
Volg Security Management op LinkedIn