Camera’s, microfoons, drukplaten. Overal om ons heen wordt informatie verzameld en vastgelegd. Sensing heet dat, en voor particuliere beveiligingsbedrijven leidt het tot nieuwe samenwerkingsverbanden – en misschien zelfs tot nieuwe werkterreinen. Een interview met directeuren van Securitas en Trigion.
Over een paar jaar is alles een sensor
Directeur integrale veiligheid bij Trigion Hans Koelstra begint met een voorspelling: over een paar jaar is alles een sensor. “Steeds meer apparaten zijn verbonden met internet, steeds meer van die apparaten worden intelligent. En dan heb ik het niet alleen over je smartphone of je auto die registreert waar je je bevindt, maar ook over je koelkast die bijhoudt wanneer hij opengaat en wat erin staat. En natuurlijk over je werkruimte op kantoor, waar sensoren jouw aanwezigheid detecteren.”
Inderdaad, een deel van Koelstra’s voorspelling is in 2017 al verwezenlijkt. “De NS beschikt bijvoorbeeld al over sensoren op drukke stations”, zegt hij. “Die brengen de bewegingen in kaart en proberen de mensen zo te verspreiden dat hun veiligheid en hun veiligheidsbeleving toeneemt. Als er bijvoorbeeld een drukke trein binnen komt rijden, proberen ze bij de NS te voorkomen dat de uitstappende passagiers allemaal dezelfde kant opgaan. Ook zullen ze bijvoorbeeld de roltrappen van richting laten veranderen, zodat die alle twee omhoog gaan en iedereen genoeg ruimte heeft.”
> Lees ook Samenwerking sensing voor veiliger Nederland
Geluidspatroon
Natuurlijk wordt sensing ook toegepast op het terrein van de security. En volgens Koelstra moeten we daarbij niet alleen denken aan camera’s. “We gebruiken die beelden bijvoorbeeld in combinatie met de informatie van microfoons. “Beeld en geluid vullen elkaar namelijk aan. Agressie geeft een ander geluidpatroon dan een juichende menigte, en slimme software kan het patroon herkennen en beveiligers alarmeren met een waarschuwingssignaal. Op dat moment kunnen die de beelden erbij zoeken om het incident nader te duiden en zo nodig polshoogte te nemen. Bovendien worden die camera’s zelf steeds slimmer: ook die zijn in staat tot een proactief signaal.”
Hans Koelstra: “De sensor die bepaalt of de verlichting aan en uit gaat, kun je ook gebruiken om te zien hoe vaak een bepaalde ruimte wordt gebruikt. Bovendien, als die verlichting aangaat op
het tijdstip dat er niemand meer in het pand aanwezig hoort te zijn, is er mogelijk sprake van een inbraak.”
Visuele en auditieve informatie dus, en volgens Koelstra kunnen beveiligingsorganisaties die gebruiken in combinatie met andere informatiebronnen. “Dat kan door het oppikken van trends, het verzamelen van big data, een beeld krijgen van wat er gebeurt in de wereld. Stel je voor dat er een aandeelhoudersvergadering plaatsvindt van een grote oliemaatschappij. Of er is een beladen buurtoverleg over een asielzoekerscentrum, of een aardbevingsbijeenkomst van de NAM. Dan moet je rekening houden met acties, en een beveiligingsorganisatie kan preventieve maatregelen nemen: informatie verzamelen op het internet, camerabeelden analyseren van eerdere events. Wie hebben ze daar gezien? En proberen die mensen ook nu toegang te krijgen, met welke bedoelingen?”
Samenwerking politie
Sensing. Het begrip stond ook centraal bij een congres op 10 november in Den Haag (zie kader). Toen spraken het ministerie van Veiligheid en Justitie, de politie en de particuliere beveiligingsorganisaties af om op dit gebied beter te gaan samenwerken. Een goede zaak, zegt Peter Schollmann, algemeen directeur van Securitas en bestuurslid van de Nederlandse Veiligheidsbranche. “Wij rijden in de nachtelijke uren met meer auto’s dan de politie, dus waarom gaat de briefing van die politie dan niet naar onze beveiligers? En als wij een melding geven over een verdachte situatie, moet er ook iets terugkomen. De communicatieloop moet sluiten. Op regionaal niveau gebeurt dat vaak wel, maar op sommige locaties minder. En dus moet dit worden geregeld in landelijke protocollen.”
Overigens steekt Schollmann de hand in eigen boezem – of liever gezegd: in de boezem van zijn branche. “Aan de kant van de particuliere beveiligers is het kwaliteitsniveau nog niet overal gelijk. De opleiding van het personeel, het omgaan met datalekken, de opslag van informatie, daarin zie je grote verschillen. Wel constateer ik dat de brancheorganisaties bezig zijn met het creëren van een level playing field. Als we de meldkamerdiensten of cameratoezicht aanbieden, dan is dat level playing field: het minimum kwaliteitsniveau.”
Privacy
Dat minimum kwaliteitsniveau geldt ook voor de privacy. Een interessant aspect, want Schollmann constateert dat sommige vormen van sensing meer geaccepteerd zijn dan andere. “Dat het licht in je kantoorkamer aangaat als je even met je armen zwaait, dat vinden we heel gewoon. En we hebben er ook geen bezwaar tegen als een ziekenhuis door middel van drukplaten registreert of een niet-ambulante patiënt werkelijk in bed ligt. We accepteren zelfs dat ons mobieltje bijhoudt waar we ons op welk moment bevinden. De voordelen en het gemak wegen ruimschoots op tegen de mogelijke nadelen. Maar bij sensoren die gebruikt worden voor opsporing ligt dat anders. Dat komt natuurlijk veel dichterbij en je ziet niet onmiddellijk het voordeel. Vandaar de aandacht voor opslagduur, datalekken en de plaats waar de betreffende informatie wordt bewaard.”
Toch is er volgens hem sprake van een geleidelijke mentaliteitsverandering. “Als jij bijvoorbeeld een warenhuis binnenkomt, zie je jezelf vaak op een groot scherm en weet je dat er camera’s hangen. Dat zul je waarschijnlijk accepteren, want je realiseert je dat zo’n winkel vaak het slachtoffer wordt van diefstal. En in de toekomst zou die acceptatie wel eens verder kunnen gaan. Securitas heeft ook een grote organisatie in Parijs. Na de reeks aanslagen daar was privacy opeens minder relevant. Als er in Nederland zo’n incident zou plaatsvinden, kan dat de discussie natuurlijk ook beïnvloeden.”
Werkterrein Samenwerking, privacy, het zijn niet de enige uitdagingen. Particuliere beveiligingsorganisaties moeten ook gaan nadenken over de afbakening van hun werkterrein. “Als een supermarkt een sensor heeft ingeschakeld voor de inbraakbeveiliging, kan hij die ook gebruiken voor detectie van heel andere zaken”, zegt Schollmann. “Bijvoorbeeld om te controleren of de vrieskasten zijn uitgevallen. Die sensoren zijn immers 24 uur per dag bereikbaar, en dezelfde informatie – voor die inbraakbeveiliging en die vrieskasten – gaat via dezelfde telefoonlijn en dezelfde router.”
Ook Koelstra constateert deze overlap. “De sensor die bepaalt of de verlichting aan en uit gaat, kun je ook gebruiken om te zien hoe vaak een bepaalde ruimte wordt gebruikt. En hoe vaak die bijvoorbeeld moet worden verwarmd. Bovendien, als die verlichting aangaat op het tijdstip dat er niemand meer in het pand aanwezig hoort te zijn, is er mogelijk sprake van een inbraak.”
Sensing wordt ook toegepast op het terrein van security
Dus ziet Koelstra de randen van zijn vakgebied vervagen. “Telefoniebedrijven en energieleveranciers begeven zich op ons terrein. Die laatste zijn bijvoorbeeld overal slimme meters aan het plaatsen. Aan de andere kant: ook wij krijgen verzoeken die verder gaan dan veiligheid. Want als wij bewegingen monitoren in een winkelcentrum, kunnen die ook gebruikt worden voor commerciële doelen. Bijvoorbeeld om te kijken of mensen uit de Albert Heijn ook nog naar de Etos gaan. Nee, met dit soort dienstverlening zullen we zeker niet adverteren, maar we sluiten ook niet uit dat we eraan meewerken. Een ding is zeker: we zullen voor onze primaire dienstverlening zeker gebruik gaan maken van de sensoren die al aanwezig zijn.”

© bjorn staps photography +31(0)651187009 www.bjornstaps.nl info@bjornstaps.nl
Peter Schollmann: “Als een supermarkt een sensor heeft ingeschakeld voor de inbraakbeveiliging, kan hij die ook gebruiken voor detectie van heel andere zaken. Bijvoorbeeld om te controleren of de vrieskasten zijn uitgevallen.”
Dit artikel verscheen in Security management nummer 3