Sinds kort ontwaar ik een nieuwe angststoornis onder mijn vakgenoten, de zogeheten 'Stegeman-angst'. Het gaat daarbij niet om angst voor de koopwaar van de gerenommeerde Deventer worstenmaker – 'sinds 1858' – maar om de vrees voor de omstreden tv-programmamaker.
Voor degenen onder u die zich – al dan niet bewust – aan het hedendaagse mediageweld ontrekken: het betreft hier Alberto Stegeman, het gezicht van het programma 'Undercover in Nederland' van televisieomroep SBS6. Oftewel, de journalist die zijn bekendheid onder securityprofessionals vooral ontleent aan heimelijke bestormingen van nationale securitybolwerken.
Eerder vielen Schiphol, Defensie en het Koninklijk Huis al aan de 'security-onthullingsjournalistiek' van Stegeman c.s. ten prooi. Stuk voor stuk 'A-merken' met duur verworven securityreputaties die door deze onthullingen – soms behoorlijke – schade opliepen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat collega's mij toevertrouwen alleen al zenuwachtig te worden wanneer de naam Stegeman valt. Een bevriende security manager lichtte mij zelfs in over een terugkerende nachtmerrie. Een waarin de programmamaker er telkens weer in slaagt om een nepbom op het privétoilet van zijn CEO te plaatsen.
Natuurlijk, de journalistiek van de programmamaker valt in de categorie 'eenvoudig scoren'. Bovendien toont Stegeman aan dat je bepaald geen professional hoeft te zijn om de zwakke plekken in een securitysysteem bloot te leggen. Meer dan enig benul, lef, geduld en welwillendheid is klaarblijkelijk niet nodig. Los van de burgerlijke ongehoorzaamheid althans, waar Stegeman zich op beroept wanneer hij doelbewust de wet overtreedt.
Toch is het goed om te bedenken dat de journalist ook in dit geval niet meer is dan de boodschapper. Weliswaar een boodschapper van slecht nieuws die onze tekortkomingen voor de lens breed in alle huiskamers uitmeet. Maar meer dan de boodschap dat wij ons werk kennelijk niet goed genoeg doen, verkondigt Stegeman niet.
Wat Stegeman doet, is ons uitdagen om ons securityverhaal op orde te hebben. Waarom doen we wat op basis van welke argumenten? Welk restrisico achten we acceptabel? Weten wij wat we bereiken met onze security-inspanningen? En kunnen we deze informatie in reactie op een 'onthulling' geloofwaardig naar buiten brengen?
Bovendien vormt deze activistische journalistiek geen opzichzelfstaand fenomeen. Als risico is deze vorm van onthullingsjournalistiek de laatste jaren immers – ook internationaal – sterk in opkomst. Ook om die reden is het belangrijk om voor de modus operandi van activistische journalisten open te staan en om dit risico een plaats te gunnen in het risicoregister.
Ik ben dan ook van mening dat in elke security manager een tikkeltje 'Stegeman' moet zitten. Onconventioneel, in staat om dwars te denken, om door te prikken en succes te oogsten. En die er tevens niet voor terugdeinst om er binnen zijn eigen organisatie – desnoods tot in lengte van dagen – met een nepbom op uit te trekken om de onvolkomenheden van het systeem bloot te leggen.
Colin T. is security manager bij een Nederlandse multinational. Aan de hand van de weerbarstige securitypraktijk van alledag geeft hij maandelijks zijn kijk op veiligheid.
Deze column is gepubliceerd in: Security Management 1 / 2, 2010