Het opsporen van cybersecurity-incidenten kost Nederlandse bedrijven gemiddeld 124 uur. Dat is fors langzamer dan in andere landen. Wereldwijd ligt het gemiddelde ligt op 117 uur.
Dit blijkt uit het jaarlijkse Global Security Attitude onderzoek onder 2200 IT-beslissers en cybersecurity-professionals wereldwijd, uitgevoerd in opdracht van CrowdStrike, leider in cloud security. De drie typen cyberaanvallen waar Nederlandse cybersecurity-professionals zich de meeste zorgen over maken, zijn ransomware (62%), denial-of-service-aanvallen (45%) en phishing-aanvallen (37%).
IT- en cybersecurity-professionals maken zich meeste zorgen over ransomware
Focus op preventie in plaats van detectie
Shadow IT (43%) wordt door Nederlandse IT-beslissers en cybersecurity-professionals genoemd als de voornaamste reden waarom bedrijven cybersecurityaanvallen te laat ontdekken. Daarnaast is 26 procent van mening dat cybercriminelen altijd één stap voorlopen en een vierde (24%) zegt meer te focussen op preventie en perimeter-security dan op de detectie van cyberaanvallen. Nog eens 24 procent vindt dat hun organisatie te veel verschillende partijen of oplossingen gebruikt, wat het sneller opsporen van cyberincidenten bemoeilijkt.
> LEES OOK: DNS: basis voor veilig digitaal werken
Continue monitoring
Ronald Pool, cybersecurity specialist bij CrowdStrike: “Het is zorgwekkend dat bedrijven er gemiddeld nog steeds zo lang over doen om een cyberaanval op te sporen. Het is essentieel om dreigingen tijdig te detecteren, te analyseren en erop te reageren. Als één van deze punten te lang duurt, kunnen cybercriminelen enorm veel schade aanrichten. Continue monitoring van zowel het dreigingslandschap als de eigen omgeving zijn cruciaal om aanvallen snel te detecteren of zelfs te voorkomen.”