Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) heeft de nieuwe BORG-regelingen gepubliceerd. Waar BORG voorheen bestond uit 1 regeling, is deze nu opgesplitst in 2 aparte regelingen: BORG-B (leveren bouwkundige beveiliging) en BORG-E (leveren alarminstallatie).
“Bouwkundige beveiligingsbedrijven en leveranciers van alarminstallaties kunnen zich nu beter onderscheiden”, aldus Tanja Stoops, adviseur bij het CCV. “Dit biedt meer transparantie, want het is voor de klant duidelijker of een beveiligingsbedrijf een keurmerk heeft voor de bouwkundige beveiliging, voor het leveren van alarminstallaties, of voor beide.”
Heldere voorwaarden
Binnen de oude regeling ontving de klant een certificaat of een opleverbewijs. Met name de opleverbewijzen leverden nog wel eens onduidelijkheid op. Opleverbewijzen zijn binnen de nieuwe BORG-regelingen dan ook niet meer mogelijk. Stoops: “Een klant ontvangt voortaan na oplevering altijd een certificaat. Daarin zijn de uitgevoerde maatregelen scherp vastgelegd. Mocht er onverhoopt toch ingebroken worden, dan leidt dit tot minder discussie achteraf. Daar hebben de klant, het BORG-bedrijf en de verzekeraar baat bij.”
Ook is er meer kwaliteitsborging door heldere eisen te stellen aan diploma’s en kwalificaties. Voor opleidingsinstituten zijn er nu scherpe kaders waaraan een diploma van een BORG-beveiligingsinstallateur moet voldoen.
Verbeterde Risicoklasseindeling 2.0 (VRKI)
De VRKI blijft de basis van de BORG-regelingen. Een BORG-beveiligingsbedrijf bepaalt de risicoklasse van een pand met behulp van de VRKI. Deze risicoklasse geeft inzicht in de te nemen organisatorische, bouwkundige, elektronische en meeneembeperkende beveiligingsmaatregelen. Hierdoor wordt de samenhang in de beveiliging die het BORG-beveiligingsbedrijf aanbrengt gewaarborgd.