De schoonmaker zal het wel hebben gedaan Bij een semioverheidsinstelling worden van verschillende afdelingen vijf laptops ontvreemd. De eerste verdenkingen gaan uit naar de schoonmakers.
Binnen de instelling is het de gewoonte dat, als de laptop niet mee naar huis wordt genomen, deze wordt bewaard in een veelal niet afgesloten bureaulade van de medewerker. Toegang tot het gebouw wordt verkregen door middel van het aanbieden van een personeelsbadge. Deze badge wordt ook gebruikt bij het verlaten van het gebouw. De gegevens (in- en uittijden) worden gelogd voor tijdregistratie. De receptie is bemand van 's morgens 08.00 uur tot 's avonds 19.00 uur en heeft met name een hospitalityfunctie. De aanwezige camera's registreren alle personen die het gebouw binnenkomen en verlaten. De beelden op de dag van de diefstal zijn echter overschreven. Er is wel een visitatiereglement, maar de laatste jaren is er nimmer gevisiteerd.
Vermoeden
De facilitair manager krijgt de opdracht om een recherchebureau in te schakelen. Tijdens het intakegesprek spreekt hij het vermoeden uit dat de schoonmakers wel eens verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor de diefstallen. De onderzoekers vragen hem waarop hij dit baseert. De manager antwoordt dat uit zijn eigen onderzoek is gebleken dat er vier laptops zijn verdwenen tussen 17.30 uur 's middags en 07.00 uur 's morgens. En aangezien de schoonmakers tussen 18.00 uur en 21.00 uur in het gebouw aanwezig zijn en ook nog eens op alle etages komen …
ICT-medewerker
De onderzoekers hebben eerst een kort gesprek met een leidinggevende bij wie ook een laptop is verdwenen. De leidinggevende verklaart dat zijn laptop tussen 18.00 en 19.00 uur is gestolen. Hij weet dit zeker, aangezien hij zijn portemonnee en rijbewijs was vergeten en dus nog even terug moest. Hij constateerde toen dat zijn laptop weg was maar dat zijn persoonlijke spullen nog aanwezig waren. Tijdens het onderzoeken van de loggegevens constateren de onderzoekers dat er die bewuste dag 44 personen na 18.00 uur hebben uitgelogd, waaronder vanzelfsprekend de leidinggevende die zijn spullen was vergeten. Zij vergelijken de loggegevens met de overige dagen waarop laptops zijn verdwenen en merken op dat er vier schoonmakers zijn die op alle dagen aanwezig zijn geweest. Tevens stellen zij vast dat er ook een ICT-medewerker is die op alle dagen aanwezig was en na 18.00 uur het gebouw heeft verlaten.
Open bronnen
De eerste resultaten worden telefonisch gedeeld met de opdrachtgever. De facilitair manager bevestigt dat deze ICT-medewerker altijd laat doorwerkt en dat dit bij zijn functie past. In overleg met de opdrachtgever wordt een openbronnenonderzoek uitgevoerd naar deze medewerker.
De onderzoekers constateren dat in het postcodegebied van de medewerker laptops te koop worden aangeboden die voldoen aan de specificatie van de vermiste laptops.
Op een maandag krijgen de onderzoekers de melding dat er weer een laptop wordt vermist. Samen met de facilitair manager worden de camerabeelden bekeken. Op de beelden wordt waargenomen dat de ICT-medewerker met een laptoptas het gebouw verlaat. Toevalligerwijs is de ICT'er deze maandag vrij. Hierop wordt de werkplek van de man bekeken. Zijn laptop die hem in gebruik is, wordt op zijn werkplek aangetroffen. De teamleider verklaart dat, voor zover hem bekend, de medewerker zijn laptop nooit mee naar huis neemt. Op dinsdag wordt de medewerker geïnterviewd door onderzoekers en verklaart hij uiteindelijk dat hij verantwoordelijk is voor de verduistering van de laptops en dat hij deze heeft verkocht aan een vriend. Terloops meldt hij dat hij had gedacht dat de verdenking wel bij de schoonmakers zou komen te liggen.
Ontslag op staande voet
De medewerker wordt op staande voet ontslagen, de schade wordt op hem verhaald en er wordt aangifte gedaan tegen de werknemer en de ‘helende' vriend. Op advies van het recherchebureau worden maatregelen ingevoerd die het nagenoeg onmogelijk maken dat laptops nog door anderen worden meegenomen. ‹‹
Rob de Goede is werkzaam bij Signum-Interfocus.