Een pseudoklant maakt in opdracht van een recherchebureau via een escortservice een afspraak met een vrouw om na te gaan of zij zelfstandig inkomsten geniet.
Een vrouw is verwikkeld in een alimentatieprocedure. Haar ex-echtgenoot heeft een recherchebureau opdracht gegeven aan te tonen dat zijn ex in de escortbranche werkt. Het bureau zet een pseudoklant in om van de ex-echtgenote seksuele diensten af te nemen. De pseudoklant heeft dit tegen vergoeding van de kosten daadwerkelijk gedaan en hierover tot in detail gerapporteerd. De ex krijgt het verslag en gebruikt dit in de procedure. De vrouw eist € 7.500,- immateriële schadevergoeding van het recherchebureau wegens inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer.
Privacy-gedragscode
In een alimentatieprocedure is het niet ongebruikelijk om een particulier onderzoeksbureau in te schakelen. Maar bij het uitvoeren van die opdracht mag een grote mate van zorgvuldigheid worden verwacht en gelden de normen van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, alsmede de Privacy-gedragscode particuliere onderzoeksbureaus. De kantonrechter in deze zaak kijkt naar artikel 11 WBP, dat aangeeft dat persoonsgegevens slechts worden verwerkt voor zover ter zake dienend en niet bovenmatig zijn. Ook observatie moet worden beperkt tot die gedragingen die relevant zijn voor de opdracht. Verder gaat de rechter in op de begrenzing van proefaankoop en pseudoklant en besluit met de informatieverstrekking aan de onderzochte persoon. Daarbij betrekt hij ook steeds de Gedragscode.
Disproportioneel
Het verwijt dat het onderzoek onnodig was, omdat de vrouw in de alimentatieprocedure had erkend over inkomen te beschikken, gaat niet op. Het recherchebureau wist dat immers niet. De vraag was of de vrouw over inkomen beschikte en niet hoe dit werd verworven. Het maken van een afspraak en de betaling was daarvoor echter genoeg geweest. Het afnemen van de dienst en daarvan verslag doen is disproportioneel en in strijd met artikel 7 van de Gedragscode. Het verweer dat de pseudoklant geen werknemer was en daarom niet was gebonden aan de Gedragscode gaat niet op. De man was ingeschakeld door het recherchebureau en dat blijft verantwoordelijk voor de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd en gerapporteerd. Het bureau heeft onrechtmatig gehandeld door in strijd met wet- en regelgeving en Gedragscode meer gegevens te verwerken dan nodig en na te laten de vrouw te informeren. De rechter matigt de schadevergoeding tot € 2.800, met veroordeling van het recherchebureau in de procedurekosten.
Kantonrechter Eindhoven, 22 mei 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:2701
Mr. Ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige. (http://www.bureaupoort.nl/)