Agressief gedrag bestraft Een stadswacht wordt onder werktijd en in uniform slapend aangetroffen in zijn dienstauto. Er volgt voorwaardelijk ontslag. Als de man ruim een jaar later zich ernstig misdraagt tijdens een gesprek met zijn chef volgt alsnog ontslag. Het verweer, dat zijn gedrag hem niet kan worden toegerekend wegens psychische spanningen vindt geen genade in de ogen van de rechter.
Een man werkt sinds mei 1996 als parkeercontroleur bij de dienst Stadstoezicht. Hij wordt begin september 2008 onder werktijd in uniform slapend aangetroffen in zijn dienstauto. Het college van B&W bestraft hem hiervoor met voorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim. Het voorwaardelijke houdt in, dat het ontslag pas ingaat als de werknemer zich binnen de proeftijd van anderhalf jaar weer schuldig maakt aan soortgelijk of enig ander ernstig plichtsverzuim.
Eind november 2009 volgt schorsing en wordt aangekondigd dat het voorwaardelijk ontslag zal worden uitgevoerd. De directe aanleiding is het gedrag van de werknemer eerder die maand tijdens een gesprek met zijn chef. Daarin gedroeg hij zich agressief en ongezeglijk, nadat hij werd aangesproken op zijn gedrag. Na de werknemer te hebben gehoord, gaat het college van B&W in december 2009 over tot het ontslag. Bezwaar en later beroep bij de rechtbank mogen niet baten, waarop de werknemer hoger beroep aantekent.
De man vindt dat het college met de schorsing onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat er geen sprake was van ernstig plichtsverzuim. Er is tijdens het bewuste gesprek onvoldoende rekening gehouden met het feit dat hij wegens diverse geweldsincidenten tijdens zijn werk lange tijd psychologisch behandeld is om te leren omgaan met woede en agressie. Volgens hem heeft het college het voorval bewust laten escaleren om hem de laan uit te kunnen sturen.
Niet voor rede vatbaar
Uit verklaringen van direct betrokkenen blijkt dat de werknemer zat te wachten op een collega. Een groepsleider sprak hem aan, omdat hij met zijn voeten op een stoel zat. Pas na herhaald verzoek heeft de werknemer zijn voeten van de stoel gehaald en slechts na dringende verzoeken stemde hij ermee in om dit gedrag te bespreken. Tijdens dat gesprek begon de werknemer te schreeuwen en heeft hij voortijdig de kamer verlaten. Een andere leidinggevende heeft de man vervolgens herhaalde malen vergeefs verzocht rustig te gaan zitten. Maar de man was niet voor rede vatbaar.
De Centrale Raad van Beroep ziet geen reden om te twijfelen aan deze verklaringen. Evenals de rechtbank is zij van oordeel dat het vertoonde gedrag op zichzelf al moet worden aangemerkt als ernstig plichtsverzuim. Het betoog van de werknemer dat hij bewust uit zijn tent is gelokt, omdat hij geen gelegenheid kreeg voor een time-out door buiten een sigaret te gaan roken, maakt dat niet anders.
Agressie hanteren
Van ambtenaren als hier mag worden verwacht dat als zij op hun gedrag worden aangesproken, zij bereid en in staat zijn om op rustige toon in gesprek te gaan zonder dat eerst een afkoelingsperiode nodig is. Zeker nu parkeercontroleurs op straat regelmatig worden geconfronteerd met agressie en in staat moeten zijn hiermee om te gaan zonder hun zelfbeheersing te verliezen. Daarbij maakt het geen verschil dat de man de groepsleider niet kende, omdat hij ook op een verzoek van een nieuwe collega normaal hoort te reageren. Uit niets blijkt dat de werknemer die dag in een zodanige psychische toestand verkeerde dat zijn gedrag hem niet kan worden aangerekend. Van belang is daarbij dat hij in september 2009 volledig hersteld was verklaard voor zijn werk als parkeercontroleur en tijdens het incident niet meer onder psychologische behandeling stond. Het beroep wordt afgewezen.
Aantekening
Ook uit deze uitspraak blijkt maar weer dat in sommige beroepen van de werknemers correct gedrag en soms zelfs extra zelfbeheersing mag worden gevraagd.
Centrale Raad van Beroep, 30 augustus 2012, LJN: BX6137
Mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige (www.bureaupoort.nl)