Een werknemer is wegens enkele ernstige misdrijven veroordeeld tot gevangenisstraf. Het verzoek van zijn werkgever om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wordt door de rechter toegekend.
Een 27-jarige man werkt sinds april 2015 als chauffeur bij een recyclingbedrijf. Tussen juni 2017 en januari 2018 is hij arbeidsongeschikt wegens depressieve klachten. In augustus 2018 is hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden voor (1) diefstal met geweld, (2) diefstal van een auto en (3) handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. Hij heeft beroep aangetekend. Op 1 mei 2019 deelt hij zijn werkgever mee, dat hij in voorlopige hechtenis zit en niet weet wanneer hij weer vrij zal komen. Sindsdien heeft de werkgever niets meer van hem gehoord. De werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Detentie is op zichzelf geen reden om het dienstverband te beëindigen
Kan van de werkgever worden gevergd dat hij de arbeidsovereenkomst voortzet?
De kantonrechter stelt dat volgens het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is en herplaatsing binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Dat een werknemer gedetineerd is, is op zichzelf geen reden om het dienstverband te beëindigen. De straf moet van dien aard zijn dat van een werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij de overeenkomst laat voortduren.
Gedetineerd én arbeidsongeschikt
In deze zaak is de werknemer veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf, waardoor hij langere tijd niet aan zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst kan voldoen. Weliswaar hoeft de werkgever dan geen loon te betalen, maar de werknemer is niet beschikbaar voor de overeengekomen werkzaamheden. Als dit lang duurt, kan van de werkgever in redelijkheid niet worden gevraagd het dienstverband te laten voortduren. Volgens de werknemer is hij nog steeds arbeidsongeschikt en kan hij daarom niet werken. Dat is dus gelijk aan de detentie, waarin hij ook niet kan werken.
Detentie staat re-integratie in de weg
De rechtbank ziet dat echter toch wat anders, omdat bij arbeidsongeschiktheid aan re-integratie kan (en moet) worden gewerkt. Bij een detentie is dat onmogelijk. De werknemer voert ook nog aan dat hij over drie maanden mogelijk overdag ‘naar buiten mag’. Maar dat betekent volgens de rechter nog niet dat hij dan aan zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst kan voldoen. Verder had de werknemer kunnen weten dat diefstal en bedreiging met geweld een ernstig misdrijf is, waarvoor een langdurige gevangenisstraf kan worden opgelegd. Dat is ook gebeurd.
Ontbinding zonder transitievergoeding vanwege verwijtbaarheid
Hoewel de straf in hoger beroep mogelijk kan worden verlaagd, zal toch een substantiële gevangenisstraf worden opgelegd. Hij heeft dit risico zelf aanvaard en dat is ernstig verwijtbaar. Daarmee vervalt zijn aanspraak op een transitievergoeding. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 15 mei 2019.
Duur van de straf en aard van het vergrijp zijn bepalend
Gevangenisstraf is op zich geen reden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Maar afhankelijk van de duur of de aard van het strafbaar feit kan van een werkgever niet worden gevraagd de verbintenis te laten voortbestaan.
Kantonrechter Amsterdam, 8 mei 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:3262

Mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige www.bureaupoort.nl