Een beveiliger wordt verdacht van een ernstig misdrijf, waardoor zijn vergunning is ingetrokken. Daarop beëindigd de werkgever de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter weigert een transitievergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen van de beveiliger.
Een man werkt sinds december 2010 bij R.J. Security als particulier beveiliger. In de arbeidsovereenkomst staat dat de overeenkomst van rechtswege wordt ontbonden als de toestemming ontbreekt om beveiligingswerk te mogen doen.
Ontslag wegens intrekking toestemming beveiligingswerk te verrichten
In september 2017 heeft de korpschef op grond van artikel 7 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus deze toestemming ingetrokken. De beveiliger wordt namelijk verdacht van moord/doodslag en daarmee onvoldoende betrouwbaar geacht, omdat hij rechtsregels naast zich heeft neergelegd. Hij wordt onder verwijzing naar de arbeidsovereenkomst eind november 2017 ontslagen. Daarop verzoekt hij de kantonrechter de werkgever te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding van ruim 7.100 euro bruto.
Er was sprake van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer
Geen transitievergoeding bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten
Bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd. Maar dat is anders als de beëindiging het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (art. 7:673 lid 7 BW).
Negatieve publiciteit
De kantonrechter overweegt in deze zaak dat de werknemer vanaf 29 augustus 2017 drie maanden niet in staat was te werken, omdat hij was gedetineerd op verdenking van moord/doodslag. De werkgever werd bovendien dagenlang geconfronteerd met rechercheonderzoek binnen het bedrijf. Dit kostte een medewerker drie werkdagen en de zaak leidde tot grote – negatieve – aandacht in de media.
Ook zonder veroordeling heeft werknemer ernstig verwijtbaar gehandeld
De beveiliger maakte geen bezwaar tegen de intrekking van de toestemming, waarmee als vaststaand kon worden aangenomen dat hij niet meer beschikte over de betrouwbaarheid die nodig was voor de te verrichten werkzaamheden. Daarmee was sprake van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. Dat het nog maar ging om een verdenking en er nog geen veroordeling was uitgesproken, maakte dit niet anders.
Ernstig verwijtbaar handelen, dus geen transitievergoeding
Intrekking van de toestemming om als beveiliger te mogen werken is ook mogelijk als er (nog) geen sprake is van een veroordeling (of een transactie). Het moet dan gaan om een serieuze verdenking dat betrokkene er blijk van heeft gegeven rechtsregels naast zich neer te leggen, waarvan de overtreding beschouwd kan worden als een ernstige aantasting van de rechtsorde. Dit was in deze zaak aan de orde en leidde tot de conclusie dat de ex-beveiliger wegens ernstig verwijtbaar handelen geen aanspraak maakte op de gevraagde transitievergoeding.
Aantekening
De transitievergoeding (ingegaan op 1 juli 2015) is een ontslagvergoeding waarop een werknemer na minimaal 2 jaar dienstverband wettelijk recht heeft bij ontslag via het UWV, de kantonrechter of een aflopend dienstverband. De vergoeding vervalt als het ontslag te wijten is aan ernstig verwijtbaar handelen van de kant van de werknemer.
Bron: Kantonrechter Enschede, 14 juni 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:2069
Mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige
www.bureaupoort.nl
> Klik hier voor meer blogs van Rob Poort