De veiligheidsdiensten AIVD en MIVD moeten ruimere bevoegdheden krijgen om vooral op internet inlichtingen te kunnen verzamelen en cyberaanvallen tegen bijvoorbeeld websites van de overheid of digitale spionage te kunnen voorkomen. Daarvoor pleit de commissie-Dessens in een rapport dat is overhandigd aan de ministers Plasterk (Binnenlandse Zaken) en Hennis (Defensie).
De commissie werd vorig najaar aan het werk gezet door de Tweede Kamer, en kreeg als opdracht mee om de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit 2002 te evalueren.
In die wet is vooral sprake van activiteiten door veiligheidsdiensten in de ether, maar gezien het toegenomen internetverkeer via (glasvezel)kabel en de "onstuitbare en vergaande technologische ontwikkelingen'', moet de wet worden aangepast, aldus de commissie. Een activiteit waarvoor de commissie ruimere bevoegdheden bepleit, is het monitoren van complete netwerken, waarbij dataverkeer wordt doorzocht op kenmerken van malware. Deze "ongerichte kabelgebonden interceptie van communicatie'' moet worden toegestaan.
Tegenover de uitbreiding van de bevoegdheden staat wel een strengere sturing en toezicht op het werk van de veiligheidsdiensten.
Andere aanbevelingen van de commissie gaan over een betere en intensievere samenwerking tussen de AIVD (algemene inlichtingen) en de MIVD (militaire inlichtingen) en over en versterking van de controle door de Tweede Kamer. De commissie pleit ook voor zoveel mogelijk transparantie.