Een lantaarnpaal die pas aangaat als er iemand langsloopt, of die bijhoudt hoeveel auto’s er op een kruispunt passeren. Het zijn eenvoudige voorbeelden van wat sensoren in de openbare ruimte doen. Maar sensoren kunnen steeds meer, bijvoorbeeld temperatuur meten, geluid opnemen, objecten registreren en mensen herkennen. Een lantaarnpaal kan op die manier naast een lamp ook een microfoon, bewegingssensor en beveiligingscamera zijn.
Hoe kunnen gemeenten grip krijgen op sensoren in de openbare ruimte en de grote hoeveelheden data die daarmee worden verzameld? Stichting Geonovum stelt spelregels voor.
Efficiëntieverbetering door gebruik sensoren in openbare ruimte
“Data wordt steeds vaker grootschalig ingewonnen met behulp van sensoren in de openbare ruimte. Dit geeft overheden de mogelijkheid om hun publieke taken, zoals veiligheid en ruimtelijke ordening, beter en efficiënter uit te voeren”, zegt Marc de Vries. Marc houdt zich als jurist en econoom al twintig jaar bezig met beleidsmatige vraagstukken rond geo-informatie; data met een ruimtelijke component. Hij werkt onder meer voor Geonovum, een overheidsstichting die werkt aan standaards voor de toegankelijkheid en uitwisseling van geo-informatie.
Handreiking met spelregels
De ontwikkelingen in sensing brengen naast kansen ook risico’s mee. Geonovum ontwikkelde daarom in 2017 mede op verzoek van het GI-beraad, een landelijk samenwerkingsverband van overheidsorganisaties die veel met geo-informatie te maken hebben, de ‘Handreiking spelregels sensordata ingewonnen in de openbare ruimte’. De handreiking biedt gemeentes handvatten om meer grip te krijgen op het gebruik van sensoren op hun grondgebied. De online tool schetst een palet aan interventies, waarmee gemeenten spelregels kunnen bepalen voor de manieren waarop sensoren in de openbare ruimte data verzamelen. Gemeenten kunnen hiermee uiteindelijk de regie (her)nemen over data die sensoren verzamelen op openbare plekken.
Er zijn heel veel publieke én private partijen die de openbare ruimte inkijken en er data uit halen
“De spelregels ondersteunen gemeenten om te gaan met de – potentiële – wildgroei van sensoren in de openbare ruimte”, licht De Vries toe. “Er zijn tegenwoordig zo veel publieke én private partijen die de openbare ruimte inkijken en er data uit halen. We hebben de handreiking opgesteld voor het lokale bestuur, omdat 95 procent van de openbare ruimte in dichtbevolkte gebieden in handen is van gemeenten. Daar hangen dus ook de meeste sensoren. De handreiking is echt geschreven vanuit het perspectief van gemeenten en de diverse belangen waarmee zij te maken hebben: het belang van burgers om veilig te leven, het belang van bedrijven die hardware, software en services op het gebied van sensing leveren, en het belang van de gemeente om publieke taken zo effectief en efficiënt mogelijk uit te oefenen.”
Verordening in de maak
Voortbouwend op de handreiking heeft Geonovum inmiddels, in samenspraak met zeven gemeenten, een concept voor een zogenoemde Sensor-verordening ontwikkeld. Deze heeft tot doel om het inwinnen van data met behulp van sensoren in de gemeentelijke openbare ruimte transparant en beheersbaar te maken. De gedachte is dat de verordening geïntegreerd kan worden in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening. Dat kan betekenen dat een partij die sensoren wil plaatsen een meldings- of vergunningsplicht opgelegd krijgt. Daarnaast geldt dan de verplichting om gegevens over de sensor te registreren in een sensorregister. In onder meer Eindhoven is men hier al concreet mee aan de slag in een pilot.
Sensing leeft
De handreiking en concept-verordening voorzien in een behoefte, merkt De Vries. “Het onderwerp sensing leeft. We hebben dit gemerkt aan het grote enthousiasme bij gemeenten om aan het opstellen van de eerste versie van de Sensor-verordening mee te werken. Daarnaast is de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) er op beleidsmatig niveau mee bezig.” Het is volgens De Vries denkbaar dat de VNG de concept-verordening doorontwikkelt tot een modelverordening die gemeenten vervolgens als basis voor hun lokale aanpak kunnen gebruiken.
Verordening zorgt voor duidelijkheid en een level playing field
De ontwikkelingen zijn ook voor marktpartijen interessant, aldus De Vries. “Met een Sensor-verordening waarover op gemeentelijk niveau consensus bestaat, hoeven bedrijven niet met driehonderd gemeenten maatwerkafspraken te maken. De spelregels voor het gebruik van sensoren zijn dan in alle gemeenten (in hoge mate) uniform. Voor bedrijven creëren deze spelregels duidelijkheid en een level playing field.”
De regels voor de inzet van sensoren gelden voor iedereen
Ook met het oog op de privacywetgeving maken de handreiking en concept-verordening de zaken al duidelijker. “De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is best ingewikkeld. De huidige Sensor-verordening is een eerste stap naar een standaard manier van werken. Ik kan me voorstellen dat de Autoriteit Persoonsgegevens op een gegeven moment hieraan haar goedkeuring kan geven, hetgeen voor bedrijven natuurlijk ook weer helderheid schept. De regels voor de inzet van sensoren gelden bovendien voor iedereen: burgers, bedrijven en overheden. Dat voorkomt fragmentatie en onduidelijkheden.”
De doelen van sensing zijn veelomvattender dan bij beveiligingscamera’s
Regels rond cameratoezicht wel uitputtend geregeld
Spelen er bij de huidige toepassing van sensoren andere issues dan bij de inzet van camera’s in de publieke ruimte zoals we die al langer kennen? “Natuurlijk is een camera in zekere zin een sensor. Maar sensoren kunnen veel meer dan alleen maar beelden maken – en de doelen van sensing zijn ook veelomvattender dan bij beveiligingscamera’s.” De wereld van sensoren is volgens De Vries dan ook behoorlijk complex. “Cameratoezicht in de openbare ruimte is vrij uitputtend gereguleerd, onder meer in de Gemeentewet. Daar gelden ook vrij strenge regels voor. De doelstellingen en bevoegdheden bij sensoren zijn tot nu toe minder helder uitgewerkt. De concept Sensor-verordening is een eerste stap: deze biedt burgers transparantie over de sensoren die in gebruik zijn.”
> Leestip: Sensing: uitdaging en kans voor de beveiligingssector
De waarde van sensordata
Een vraagstuk dat buiten de handreiking en verordening van Geonovum valt, gaat over de toegang tot en het gebruik van data van sensoren. “Stel dat een bedrijf sensoren in lantaarnpalen verwerkt en dat de data die daarmee verzameld worden ook interessant is voor gemeenten. Dit roept allerlei complexe vraagstukken op. Kan de gemeente dan toegang eisen tot de informatie? Is dat eerlijk? Hoe verhouden publieke en private middelen die een overheid hierbij kan inzetten, zoals een verordening en een contract, zich tot elkaar?
Mag de overheid gebruik maken van data van derden?
Naarmate de infrastructurele waarde van data van private partijen groter wordt, ontstaan er nieuwe vragen over de maatschappelijke verantwoordelijkheden van bedrijven om de informatie te delen.” Geonovum publiceerde om die reden een verkennende studie naar het gebruik van data van derden door de overheid. Volgens ‘Data van derden – the missing link?’ is de potentie van publiek-private samenwerking op het vlak van sensordata groot. Er zijn echter nog veel vragen over bijvoorbeeld de taken en verantwoordelijkheden van verschillende partijen.
> Gerelateerd: Sensing: samenwerken is essentieel
Dataverzameling in samenwerking met marktpartijen
“Ik zie dat de overheid in toenemende mate afhankelijk wordt van sensordata van marktpartijen”, blikt De Vries vooruit. “De overheid doet van oudsher zelf veel aan dataverzameling. Maar er komen steeds meer mogelijkheden om dat door private partijen te laten doen. Neem Google Maps: Google maakt op basis van verschillende databronnen veel actuelere, dynamische plattegronden dan de overheid. Maar je kunt je afvragen of je dit soort zaken allemaal wilt overlaten aan de markt.”
Verantwoordelijkheid voor algemeen belang ook bij marktpartijen leggen
De Vries maakt een onderscheid tussen verschillende categorieën sensordata:
- belangrijke gegevens, zoals over veiligheid, die primair in handen van de overheid zijn;
- data die door bedrijven wordt verzameld en aan de overheid wordt verkocht, zoals file-informatie; en
- dataverzamelingen die de overheid onder voorwaarden – zoals kwaliteits- en continuïteits-eisen – aan bedrijven overlaat.
Gereguleerde markt
“In dat laatste geval ga je toe naar een soort gereguleerde markt. Marktpartijen krijgen dan in zekere zin ook te maken met publieke verantwoordelijkheden en het algemene belang. Maar het is aan overheden om daarvoor de spelregels op te stellen. Deze discussie is net begonnen, maar zal de komende jaren vast en zeker intensief gevoerd gaan worden.”
Lynsey Dubbeld, communicatieadviseur, trendanalist, contentstrateeg en copywriter
> Meer lezen over cameratoezicht? Klik hier voor de speciale overzichtspagina over Cameratoezicht.