Slachtoffers van cybercrime hebben nagenoeg dezelfde behoeften als slachtoffers van traditionele offline misdrijven. Dat blijkt uit onderzoek dat door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid is uitgevoerd.
Volgens de minister Dekker voor Rechtsbescherming was er nog weinig bekend over de behoeften van slachtoffers van cybercrime. Daarom heeft Dekker het WODC gevraagd daar een verkennend onderzoek naar uit te voeren.
Onder online criminaliteit valt hacken, maar ook verspreiding van porno
Onder ‘online criminaliteit’ vallen diverse delicten. Voorbeelden zijn het hacken van een database met persoonsgegevens of het platleggen van een website van een bank met een zogenaamde DDoS-aanval. Maar ook moet gedacht worden aan online fraude, stalking, bedreiging en de verspreiding van (kinder)pornografisch materiaal.
Financiële gevolgen variëren van een paar honderd tot tweehonderdduizend euro
Uit de interviews met slachtoffers blijkt dat de meeste gevolgen die zij van online delicten ervaren, overeenkomen met de gevolgen van traditionele offline delicten. Zo ervaren de meeste slachtoffers financiële gevolgen. Daarnaast zijn er ook indirecte financiële gevolgen. Dat betreffen tijdsverlies, de vervanging van computerapparatuur, het niet kunnen voldoen aan contractuele afspraken en het verlies van werk. De financiële gevolgen die slachtoffers melden variëren van het verlies van enkele honderden euro’s tot bedragen van meer dan tweehonderdduizend euro.
> Lees ook Civis Sollicitus: Cybercrime loont
Naast financiële gevolgen ook psychische impact
Ook melden bijna alle slachtoffers in mindere of meerdere mate psychologische en emotionele gevolgen van online criminaliteit. Soms is sprake van gevolgen met een verwoestende impact, bijvoorbeeld als deze meerdere aspecten van het leven treffen. Vaak gemelde gevolgen zijn: verlies van vertrouwen, schuldgevoel en schaamte, boosheid, woede en frustratie, stress, angst, onveilig gevoel, machteloosheid, verdriet en teleurstelling.
Victim blaming
Daarnaast is er bij online delicten soms sprake van victim blaming en een zogenaamde double hit of zelfs een triple of een quadruple hit. Daarbij krijgen slachtoffers bijvoorbeeld niet alleen te maken met financiële gevolgen, maar ook met het verlies van een liefde, schaamte en de afkeuring van politie/justitie en zijn of haar sociale omgeving.
Groot gevoel van onveiligheid
De ongrijpbaarheid van online delicten maakt dat vaak onbekend blijft wie de mogelijke dader is. Bij het slachtoffer kan hierdoor het idee postvatten dat de dader overal kan zijn en dat slachtofferschap zich altijd kan herhalen.
Straf en vergelding
Uit het onderzoek blijkt dat slachtoffers van online delicten grotendeels dezelfde behoeften hebben als slachtoffers van traditionele offline delicten. De belangrijkste behoeften zijn het stoppen van slachtofferschap; straf en vergelding; en anderen helpen. Bij online criminaliteit wordt lang niet altijd in de behoeften van slachtoffers voorzien, aldus minister Dekker.
> Lees ook Cybersecurity in 2019: de voorspellingen
Slachtoffers voelen zich vaak niet serieus genomen
“Een voorbeeld is de behoefte om als slachtoffer erkend te worden, onder meer door het zorgvuldig opnemen van een aangifte wat nu niet altijd lijkt te gebeuren”, merkt de minister op. Slachtoffers vinden het ook belangrijk dat de dader wordt veroordeeld en dat zij op de hoogte worden gehouden van de voortgang van het opsporingsonderzoek en strafproces. Volgens Dekker is het daarom belangrijk dat slachtoffers zich gehoord voelen door politie, OM en andere instanties.
Hulpverlening aan slachtoffers van cybercriminaliteit wordt verbeterd
De minister wil dan ook verschillende maatregelen nemen om slachtoffers van cybercrime beter te kunnen helpen. Zo wordt de hulpverlening aan slachtoffers van online criminaliteit verbeterd, zal er relevante informatie via het nieuwe online platform van Slachtofferhulp Nederland zijn te vinden en zullen politie en het OM slachtoffers van cybercrime beter bejegenen.
Speciaal programma van Slachtofferhulp Nederland
Dekker financiert daarnaast dit jaar een programma van Slachtofferhulp Nederland dat de dienstverlening aanpast aan de individuele behoeften van het slachtoffer.
Preventiecampagne om cybercrime te voorkomen
Ook zet Dekker in op het voorkomen van slachtoffers. “Opvallend is dat slechts de helft van de mensen die slachtoffer zijn geworden van cybercrime (en dat ook weet) actie onderneemt om dat in de toekomst te voorkomen”, zo laat de minister weten. Dit jaar wordt er daarom een preventiecampagne gestart om cybercrime te voorkomen. Het doel van de campagne is gebruikers de juiste maatregelen te laten nemen tegen cybercrime. De campagne richt zich ook op gebruikers die denken dat ze hun online veiligheid al voldoende hebben geregeld of, in dit kader, mensen die eerder slachtoffer zijn geworden van cybercriminaliteit.
> Gerelateerd: Cyberdreigingen en beveiligingskansen in 2019