Gemeenten geven aan dat straatintimidatie een genormaliseerd probleem is dat we als samenleving zijn gaan accepteren. Ze denken dat slachtoffers het probleem om die reden mogelijk niet erkennen en er geen melding van doen. De impact van straatintimidatie op burgers kan daarmee worden onderschat. Dat is een van de conclusies van CCV-onderzoekers Mick Claessens en Nienke van Zelst, die hiervoor een Quick Scan uitvoerden onder Nederlandse gemeenten. “Gemeenten krijgen vaak géén of weinig signalen of meldingen over straatintimidatie. Op basis daarvan concluderen ze dat het onderwerp binnen hun gemeente niet aan de orde is. Als ze er vervolgens gericht onderzoek naar doen, geeft dat vaak een heel ander beeld”, aldus Claessens.
Uit de Quick Scan blijkt dat meer dan de helft van de 103 gemeenten straatintimidatie als een probleem ziet. Bijna een kwart van de ondervraagde gemeenten heeft een aanpak ontwikkeld tegen straatintimidatie of is daarmee bezig. Zij onderkennen verschillende vormen van straatintimidatie, waarbij naroepen met beledigende opmerkingen volgens de respondenten de meest voorkomende vorm is. Straatintimidatie lijkt vaak plaats te vinden in drukke winkelgebieden en bij uitgaansgelegenheden, hoewel de kennis van gemeenten hierover beperkt is. Dat geldt ook voor hun kennis over slachtoffers en plegers. Gemeenten die er wel inzicht in hebben, geven aan dat de meeste slachtoffers jonge/jongvolwassen vrouwen zijn, terwijl mannen oververtegenwoordigd lijken onder plegers, vooral in groepsverband.
Aanpak is versnipperd
De aanpak van straatintimidatie is doorgaans een gemeentelijke aangelegenheid. Meestal worden in de aanpak vier hoofdonderdelen onderscheiden: communicatie, preventie, melden en het aanpassen van de fysieke omgeving. Gemeenten stimuleren bijvoorbeeld het maatschappelijk gesprek over straatintimidatie en moedigen slachtoffers en omstanders aan om melding te maken van straatintimidatie. In de aanpak van straatintimidatie werken gemeenten beperkt met elkaar samen. De Nederlandse aanpak van straatintimidatie is vooral lokaal bepaald. Het leidt tot versnippering die bijvoorbeeld nadelig kan zijn voor het (structureel) melden van straatintimidatie. In de gemeente waar je woont kun je straatintimidatie misschien melden, maar in de gemeente waarin je uitgaat kan dat zomaar níet het geval zijn.
Wetswijziging 2024 en pilots handhaving seksuele intimidatie
Op 4 juli jl. is het wetsvoorstel seksuele misdrijven met een ruime meerderheid van stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog behandelen. Inwerkingtreding van het wetsvoorstel is voorzien in 2024. Een exacte datum is nog niet bekend. Gemeenten zijn positief over het wetsvoorstel, want het leidt tot maatschappelijke aandacht voor straatintimidatie. De meeste gemeenten vinden dat handhaving van seksuele intimidatie in het openbaar belegd zou moeten worden bij politie én boa’s. Dit is in lijn met de pilots met koplopergemeenten Rotterdam, Utrecht en Arnhem, waarin handhaving door boa’s mogelijk gemaakt wordt.
Vervolgstappen
In de Quick Scan delen de onderzoekers diverse denkrichtingen met de rijksoverheid. De rijksoverheid zou onder andere kunnen verkennen of het mogelijk is om meer landelijke regie of coördinatie te voeren, bijvoorbeeld door laagdrempelige informatie-uitwisseling te faciliteren. Voor gemeenten zijn er tips in de vorm van handvatten. De handvatten vormen de rode draad uit de gesprekken met gemeenten die al een aanpak voor straatintimidatie ontwikkeld hebben. Zo blijkt lokaal onderzoek naar de aard en omvang van straatintimidatie vaak waardevol, omdat het nieuwe inzichten biedt over de prevalentie ervan. Ten slotte geven de onderzoekers aan dat er nog veel onbekend is als het gaat om straatintimidatie. Ze doen daarom diverse suggesties voor vervolgonderzoek. Dat zou zich onder andere kunnen richten op de processen die ten grondslag liggen aan straatintimidatie.
Over het onderzoek
CCV-adviseurs Mick Claessens en Nienke van Zelst deden in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoek naar de kennis van gemeenten over de aard en omvang van straatintimidatie in hun gemeente. Ook vroegen zij hen naar de aanpak van straatintimidatie. 103 gemeenten werkten mee aan de vragenlijst van dit onderzoek. Negen gemeenten werden geïnterviewd. Het onderzoek geeft een beeld van de kennis die gemeenten hebben over het thema straatintimidatie en op welke manier ze ermee omgaan. Het onderzoek baseert zich niet op uitspraken of inzichten van inwoners en geeft geen betrouwbaar beeld van de daadwerkelijke omvang van straatintimidatie in Nederland.
Bron: hetccv.nl
Volg Security Management op LinkedIn