De politieke en maatschappelijke zorgen over de terreurdreiging in Nederland zetten druk op de politiecapaciteit. Daarom wordt een extra beroep gedaan op de Koninklijke Marechaussee. Zien we straks meer groen dan blauw op straat? En wat betekent dit voor de private beveiligingsbranche?
Leestijd: +/- 5 minuten
De De Koninklijke Marechaussee (KMar) zal rondom een aantal objecten met een hoogrisicoprofiel bewakings- en beveiligingstaken van de politie overnemen. Dat meldden de ministers van Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Defensie in februari 2015 aan de Tweede Kamer. De herschikking van taken komt volgens de bewindslieden niet voort uit een verandering in de terreurdreiging, maar is bedoeld om voldoende capaciteit te behouden voor de uitvoering van de basispolitiezorg, zoals het toezicht in het publieke domein. Het overnemen van bewakings- en beveiligingstaken door de KMar zou bovendien de mogelijkheid bieden om snel te kunnen reageren op een verhoogde dreiging.
Terreurdreiging
Aanleiding voor de Kamervragen was de politieke en maatschappelijke onrust over de Nederlandse veiligheid die in het voorjaar van 2015 ontstond na de aanslagen in Parijs (op het hoofdkantoor van de redactie van Charlie Hebdo), de onrust in Brussel en Verviers, en de berichten over groeiende aantallen jihadstrijders op Europees grondgebied. Volgens de verantwoordelijke ministers was er geen reden om het dreigingsniveau, dat in maart 2013 werd verhoogd naar substantieel, aan te passen. Wel was de verwachting dat een aantal maatregelen, zoals extra bewaking en beveiliging op hoogrisicolocaties, van langere duur zou zijn. Die verwachting is bevestigd na de aanslagen in Parijs in november 2015. Hoewel het dreigingsniveau in Nederland ook daarna niet is gewijzigd, is het volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid nog altijd substantieel. Dat wil onder andere zeggen dat de kans op een aanslag ‘reëel’ is en radicalisering en rekrutering ‘op aanzienlijke schaal’ plaatsvinden.
Radicalisering en rekrutering vinden plaats op ‘aanzienlijke schaal’
Hoog Risico Beveiliging
De aanhoudende terroristische dreiging in Nederland vraagt volgens het kabinet om extra alertheid bij opsporings- en veiligheidsdiensten en lokale overheden. Om daaraan uitvoering te geven, wordt niet alleen een beroep gedaan op de capaciteit bij de politie, maar ook bij de KMar. De KMar kan niets zeggen over wat dit betekent voor de procedures en werkwijze van de marechaussees, meldt persvoorlichter Steven Comba. Wel is bekend dat personeel met een neventaak bij de Bijstandseenheden van de KMar sinds het voorjaar 2015 intensiever wordt ingezet voor bewaking en beveiliging van objecten, waaronder het Binnenhof. Daarnaast startte de KMar met de opleiding van zes pelotons voor Hoog Risico Beveiliging (HRB). De zogenoemde HRB-operators leveren sinds oktober een bijdrage aan de beveiliging van objecten met een hoogrisicoprofiel – een taak die nu op het bord ligt van de Bijstandseenheden van de KMar, die de Mobiele Eenheid van de politie ondersteunen bij grootschalige, ernstige dreigingen en geweldssituaties. Het is de bedoeling dat uiteindelijk 360 HRB’ers in 2016 alle bewakings- en beveiligingstaken van de Bijstandseenheden hebben overgenomen.
Luchthavenbeveiliging
“Met de Dienst Speciale Interventies, Arrestatie- en Ondersteuningseenheden en Interventieteams die snel ter plaatse zijn bij een acute dreiging, is de politie goed uitgerust om maatschappelijke problemen zoals terrorisme het hoofd te bieden. Maar het is de vraag of de inzet van de KMar, die een militaire insteek heeft, een oplossing biedt voor de huidige problematiek”, zegt Ron Massink, directeur van Lindyn en voorzitter van het Genootschap voor Risicomanagement op persoonlijke titel. Hij maakte in de jaren tachtig als security shiftmanager op Schiphol de introductie van de marechaussee binnen de luchthavenbeveiliging van dichtbij mee en plaatst nu kanttekeningen bij de verhoogde inzet van de KMar bij het optreden tegen de terreurdreiging. “Hoewel de KMar in het verleden wel voor politieondersteuning is ingezet, is militaire ondersteuning primair bedoeld voor crisismanagement bij ramp- en oorlogssituaties, wanneer het gaat om zaken die niet meer binnen de gebruikelijke systemen te managen zijn. Meer langdurige veranderingen – en tijdelijke schommelingen – in het dreigingsniveau zouden vanuit de bestaande politie-capaciteit op te lossen moeten zijn. Door te zorgen dat lokale basisteams en specialistische landelijke eenheden voldoende geëquipeerd zijn, moet de politie dit soort kritische situaties zeker aankunnen.” Voor Massink speelt hierbij niet alleen een praktische vraag, maar ook een principiële overweging. “Het is wenselijk dat we in Nederland eenheid in het politioneel optreden bewaken. Dat zou betekenen dat de bijstand van de KMar ofwel beperkt blijft tot militaire taken, ofwel een plek krijgt binnen de politieorganisatie.”
Private beveiligingsbranche?
Naast de terreurdreiging lijken ook andere actuele ontwikkelingen in Nederland, zoals veiligheidsmaatregelen tijdens de jaarwisseling en beveiliging rond asielzoekerscentra, te leiden tot een grotere vraag naar politieoptreden. Een kans voor de particuliere beveiligingssector? Laetitia Griffith, voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche, pleitte recent voor nieuwe initiatieven om beveiligers beter te equiperen en op te leiden voor situaties waarin de terreurdaden van extremisten steeds meer zijn gericht op alledaagse, drukbezochte locaties. De branche denkt daarbij niet aan bewapening van beveiligers, maar aan het vergroten van vaardigheden om dreigingen vroegtijdig te signaleren en om de-escalerend op te treden. Als het gaat om de verhoogde terreurdreiging ziet Massink de rol van de private beveiligingsbranche vooral bij preventieve observatietaken en technische beveiligingsmaatregelen. “De Nederlandse wetgever stelt een beveiliger nu eenmaal vrijwel gelijk aan een burger: bewapening is niet toegestaan. Dat betekent dat optreden tegen extreem geweld alleen in zeer beperkte mate door de particuliere beveiligingsbranche kan worden uitgevoerd. Als het gaat om de preventieve taken van de politie kan de particuliere sector zeker een rol spelen. Maar voor een adequate respons op acute crisis- en probleemsituaties is versterking van de politiemacht onvermijdelijk.”
De wetgeving stelt een beveiliger gelijk aan een burger: wapen niet toegestaan
Geweldadig
Naast juridische belemmeringen bij de inzet van particuliere beveiligers is het geringe publieke draagvlak een knelpunt, denkt Massink. “De Nederlandse bevolking vindt dat bepaalde geweldsbevoegdheden uitsluitend bij de politie horen en niet bij de private sector. Ook al blijkt uit ervaringen in het buitenland dat die bevoegdheden, mits die onder toezicht en verantwoordelijkheid staan van de overheid, de branche wel degelijk toevertrouwd kunnen worden.” Een oplossing zou kunnen liggen in de inhuur van private beveiliging vanuit de politie, zodat beveiligers opereren binnen de politieorganisatie. Een kernvraag is of het verhoogde dreigingsniveau in Nederland, dat nu al bijna drie jaar van kracht is, een uitzonderlijke situatie is die dit soort onorthodoxe maatregelen rechtvaardigt. “De terreurdreiging is bijzonder, maar we moeten er wel zodanig aan wennen dat we het kunnen managen binnen de trias politica”, zegt Massink, die ook wijst op het belang van burgerparticipatie. “Het omgaan met de dreiging van terrorisme en jihadisme is een maatschappelijk probleem dat veel meer gedeeld kan worden met de bevolking. Burgers kunnen best meer meewerken aan de veiligheid in de samenleving. Niet door eigenstandig op te treden, maar wel door alert te zijn, de politie te bellen bij verdachte situaties en laagdrempelige projecten te ondersteunen, zoals buurtpreventieteams. Stel je voor wat er mogelijk is als we de 40.000 ogen en oren van de politie kunnen opschalen naar 17 miljoen!”
Ondersteunend
Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ondersteunt de minister van Veiligheid en Justitie, veiligheidsregio’s, gemeenten en politie bij dreigende en acute crises, rampen, incidenten en evenementen. Dit gebeurt onder andere via de coördinatie van bijstand en ondersteuning aan de politie. De NCTV kan daarbij een beroep doen op de KMar, andere krijgsmachtonderdelen en buitenlandse politiediensten. Het gaat om inzet ter bestrijding van incidentele problemen, waarvoor op lokaal niveau onvoldoende (passende) politiecapaciteit beschikbaar is. Bijvoorbeeld bij grootschalige verstoringen van de openbare orde.